Albert op de wip
woensdag 9 november-2011
Gisteren besteedden wij enige welwillende aandacht aan het vroegere (?) wipgedrag van de huidige koning Albert op een Belgische handelsmissie naar Indonesië. Dat voornoemd nummertje saxen en coburgen geen uitzondering was moge blijken uit een strofe uit het boek "A throne in Brussels" van Paul Belien. Komt ie:
"In 1962 werd Albert president van het Belgische Instituut voor Buitenlandse Handel.
Dat hield in dat hij meeging met delegaties van Belgische zakenlieden bij buitenlandse promotiereizen. Men nam aan, dat deuren makkelijker opengingen voor Belgische handelsmissies als de kroonprins er ook bij was. Albert nam zo'n drie à vier keer per jaar deel aan dergelijke expedities. In totaal zo'n honderd in een periode van dertig jaar. Elke trip duurde ongeveer acht dagen en dat betekende, dat hij per jaar zo'n drie tot vier weken van huis was. Genoemde trips zette voor Albert de deur open voor exotische sexuele avonturen. Zijn staf hanteerde voor dit soort strapatsen een aparte code, die ook al gauw zijn intrede maakte in de journalistieke wereld: "de prins kijkt wat rond in de natuur".
Hoor je het eens van een ander. Zo'n stukkie brengt je onwillekeurig toch weer terug bij het boek "De Bende & Co"van Hugo Gijsels. En dan met name de regels die hij daarin wijdt aan de hoerenboel van "Tuna" Habib Israël en haar opvolgster Lydia Montaricourt. Een kwootje. Komt ie:
"..In de nota van december 1988 zet de gerechtelijke politie zelfs een scenario op papier waarbij ervan wordt uitgegaan dat leden van de Brusselse BOB (Bewakings en Opsporings Brigade, red.) na de inbeslagneming van het adressenbestand van Tuna een dossier zouden hebben samengesteld, waarmee ze een aantal prominenten konden chanteren. In de nota worden prins Albert, rijkswachtgeneraal Beaurir, VandenBoeynants en Charlie de Pauw genoemd. De bende die de chantage zou hebben opgezet bestond volgens de nota uit Madani Bouhouche, Jean-Marie Millet, Jean-Pierre Stiénon, Martial Lekeu, Francis Pattyn en een zekere Callens. Met uitzondering van Callens figureren de namen van deze BOB-ers en ex-BOB-ers ook in het dossier van de Bende van Nijvel".
Waar een wip buiten de deur al niet toe kan leiden.