Ship Ahoy (031)
Hij is niet dood. Hij leeft. Wie? Henri de la Gardère (1)? Nee, Vincent Joseph Crandon. Het baasje van investeringsvehikel MidOil USA. Dat trokken wij op 1 februari 2010 uit de kruipolie naar aanleiding van een miljardendeal die Vince namens MidOil USA had ondertekend in het Russische Lipetsk. Ging om het verbeteren van de infra-structuur van het lokale vliegveld en zijn directe omgeving. Dat kon toen nog. De tweede Koude Oorlog was nog niet uitgebroken. Een paar dagen na die publicatie stortte diezelfde Crandon een flink aantal fiolen van gramschap over ons uit. Wij hadden namelijk het lef gehad om MidOil USA te verbinden met MidOil uit Rotjeknor. De outfit van Theodor Cranendonk. Een avontuurlijke ondernemer die dikke duivekater was met de 'Ndrangetha en in dat rekverband betrokken zou zijn geweest bij het afzinken van gifschepen, handel in wapentuig en meer van dat soort narigheid. Theo was door de Italiaanse smurfemarij opgepakt, maar had dankzij een inventieve depressie een hospitaal weten te bereiken en via deze medische faciliteit een appartement in 010, waar hij door de Hollandse secret state verder netjes werd afgeschermd. De vanuit de Trump Tower in New York opererende Crandon vond het maar niks dat wij de twee MidOils aan elkaar vastknoopten. En toen wij hem erop wezen dat zijn naam wel erg leek op de in de hete was gekrompen naam Cranendonk was ie helemaal in alle 50 staten. Waar maak je je druk om zou je zeggen. Vooral ook, omdat we in februari 2013 ontdekten dat de twee MidOils wel degelijk met elkaar in verbinding stonden. Nou ja, what the Frans. Inmiddels zijn we ruim twee jaar verder en wie kwamen we toevallig tegen bij een wandelingetje door het net? VJC! Hij zou een streep hebben gezet door het project in Lipetsk vanwege de downfall van de MH-17 en nu op het punt staan om samen met een stel Macau-Chinezen en de Britse gokonderneming 2UP een casino in Atlantic City, de Revel, over te nemen. Is daar iets mis mee? Nou nee. Maar nieuwsgierig als wij zijn zetten we toch eventjes een spa in de grond en vonden een overheerlijke lekkernij in een artikel in de New Yorker van vorig weekend. Komt ie:
“Crandon had been eying Revel for a year. Crandon who is 53, grew up in Delaware, but his parents were from New Jersey, and as a kid he worked at a service station his grandfather owned on the Black Horse Pike. His surname used to be Ceccola; Crandon is an adaptation of Cranendonk. His father-in-law is Theodor Cranendonk, a wealthy Dutch Oil trader who was once imprisoned in Italy on charges of delivering thirty bazookas to the Mafia. (“It was all made up”, Crandon says. According to Crandon, Dutch commandoes sprung Cranendonk from a prison hospital and brought him back to the Netherlands.) One of Crandon's investment vehicles is called MidOil, but Cranendonk was not involved in the Revel bid. “He doesn't do gambling”, Crandon said”.
Nou u weer. En dan wij weer. Stay tuned.
(1) Fameus degenvechter uit de romans van de Franse schrijver Paul Féval.