maandag 18 februari-2013
Een Russische firma A. verkoopt aan haar Nederlandse dochteronderneming B een druppie olie. Voor een prikkie. Maar de invoice gaat naar haar Cypriotische dochter C. En die stuurt op haar beurt een invoice voor dat druppie naar zusje B Voor een marktconforme dagprijs. Nederlandse douanesmurfen snuffelen even aan de invoice, zien dat alles snor zit en geven er een rubberen klap op. Dan stoot dochter B het druppie door en rekent voor de volle mep af bij haar Cypriotische zuster. De poen gaat lekker in het Cypriotische spaarvarken van moeder A omdat de belastingdruk op Cyprus vergelijkbaar is met een molshoop aan de voet van de Mont Blanc. Uiteindelijk verschijnt de hele deal in de boeken van moeder A als een directe buitenlandse investering, waarvoor ze maar een heel klein blauw briefje krijgt.
Zo doen ze dat tegenswoordig in Moskou. Das Kapital, maar dan anders.