Loveboat Estonia
De Finnen zijn niet zo van het complot. Hier geen hipsters en influencers die zich inlaten met Holocaust-ontkenners en downright neonazi’s. De economische impact van de coronacrisis vergt alle aandacht.
Finland staat al zo lang ik er kom op de rand van een faillissement -in feite is men de implosie van het Sovjet-imperium in 1990 nooit te boven gekomen- en nu men in maart de grenzen hermetisch heeft gesloten, mag men zich weliswaar verheugen in het minste aantal dodelijke slachtoffers van de pandemie in de EU, maar valt de ene na de andere bedrijfstak om.
Finland is het meest vergrijsd van de hele Unie, een probleem waarvoor de oplossing in deze homogene samenleving niet wordt gezocht in immigratie -het percentage buitenlanders waarmee Finnen het prettig vinden om van bil te gaan is sinds 1990 nauwelijks toegenomen, waardoor nu kinderloze singles al ruim dertig procent van de volwassen bevolking uitmaken- maar in verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en verlaging van die pensioenen.
Wat er allemaal omtrent de oorzaak van de ondergang van de Estonia geopperd is, heb ik dan ook alleen uit de buitenlandse pers. Ik herinner me alleen maar de beelden van de ramp. Met de begeleidende geluiden kon ik toen nog niets. Want de Estonia verging minder dan een week nadat ik zelf op een vergelijkbare schuit vanuit Stockholm de havenstad Turku binnengekomen was, om me definitief te gaan vestigen in het land. Ik begreep, sprak en las toen nog minder dan niets aan Fins.
Ik verbleef de achtentwintigste september in een dorp, een Fins dorp, in Nederland zouden we het een gehucht noemen. Een straat, toen nog twee winkels, toen nog een school, toen nog een fabriek in handgemaakt glas waar de hele bevolking werkzaam was. Ik werd op de koffie genodigd door Reima (noem hem Rema, dan doe je hem recht) die een vrije dag had. Het regende en woei, Reima zat tanig en met fonkelende ogen boven zijn snorretje al iets sterkers te drinken.
De tv stond aan, zoals ie in elk Fins gezin aan staat, naar verluidt ook tijdens het vrijen. Een shot van de zee, met hoge grijze golven tegen een al even grijze hemel. Een opname van de storm? Hee, daar dobberde iets op die rollers. In felle kleuren kwam het naar de lens gezwommen. Een zwembadje? Wie laat er nou een zwembadje op zee achter, en wie filmt dat nou, en dat nog wel voor de nationale televisie?
Ik keek vragend naar Reima. Die likte even aan zijn snorretje en sprak daarop de twee woorden die hij in het Engels machtig was. ‘Ship’, en ‘Down’, en hij begeleidde het laatste woord met een gebaar van zijn linkerhand. Ik knikte alsof ik het begreep en keek toen weer naar het toestel. De voorbijklotsende zwembaden bleven het beeld bepalen totdat ik voor de koffie dankte en opstapte. Pas na het verslag ‘s avonds op Radio Wereldomroep Nederland begreep ik waarnaar ik had zitten kijken.
Mij was ongeveer hetzelfde gebeurd tijdens de Bijlmerramp (vandaag 28 jaar geleden), even daarvoor. Ik stond toen voor mijn begrip voor twee brandende flatgebouwen en begreep pas de volgende dag uit de foto in de kranten dat het om één flat ging waarin het donkere gat dat ik had gezien de krater was die het vliegtuig had geslagen.
Die zwembadjes waren reddingsboten geweest. Lege reddingsboten.
Ik ben bang dat de verklaring voor de ramp met de Estonia geen complot nodig heeft. Mijn reis van Stockholm naar Turku van 23 september 1994 bleef de laatste in een flinke reeks. Voor een goed begrip: ik was tijdens die overtochten samen met een honderdtal andere mensen inderdaad op reis, de meesten van degenen met wie ik in een slaapzak op het open dek de nacht doorbracht, herkende ik uit de bus die toen nog regelmatig tussen Sint Petersburg en Amsterdam heen en weer reed. Maar de rest van de ongeveer tweeduizend passagiers ging nergens naar toe, sterker nog: zij placht niet eens het schip te verlaten.
Voor Finnen, Zweden en Balten is de veerboot geen veerboot maar een feestboot, de overtocht geen overtocht maar een cruise. Loveboat, met alles er op en er aan. Een heen en weertje naar Stockholm, Tallinn, Helsinki en Turku is een gewild uitje, dat je aan een jarige cadeau geeft, of aan een scholier die zijn diploma gehaald heeft. Helsinki, Stockholm, Tallinn noch Turku worden daarbij bezocht. De boten liggen een uur of wat in de respectievelijke havens, nemen wat nieuwe passagiers aan boord en vertrekken weer voor de terugtocht. De passagiers slapen dan al hun roes uit.
Verreweg de meeste passagiers en bemanningsleden zijn toeterzat tijdens die trips. Begin jaren negentig was men rond de Oostzee nog geen lid van de Unie en organiseerde men dus op de boten belastingvrije verkoop van drank en ‘nuuska’, een pruim met de werking van speed. Ik heb tijdens mijn overtochten nooit de illusie gehad dat mocht er iets gebeuren, de schuit niet met man en muis zou vergaan. Het was ten tijde van de Estonia niet de kwestie of er iets gruwelijk mis zou gaan, maar wanneer…
(JoopFinland)