Skip to main content

Eigendomsverhoudingen in Nicaragua zijn twijfelachtig

15 juni 2024

(overgenomen uit NICA-nieuwsbrief nummer 47)

Tijdens de revolutie in de jaren tachtig had ik het nooit zo te doen met ondernemers die onteigend werden omdat zij de dictatuur van Somoza hadden gesteund. Mijn gebrek aan mededogen met hen had te maken met de grofheid die velen van hen aan de dag legden tegenover hun personeel. Het uitbetalen van lage lonen en hun mentaliteit ‘Voor jou tien anderen’ maakte dat ik doorgaans reageerde met ‘Boontje komt om zijn loontje’ als rijken te grazen werden genomen door de revolutionaire regering of door opstandige arbeiders.

Anno 2024 zit ik daar anders in. Niet doordat ik wezenlijk anders ben gaan denken over de noodzaak tot herverdeling van rijkdom maar omdat het initiatief daartoe in het Nicaragua vandaag de dag van een politieke maffia komt: aanhangers van een perfide dictatuur vergrijpen zich schaamteloos aan andermans bezit. Alleen al de afgelopen week tekende ik daar meerdere voorbeelden van op.

In mijn hotel in de buurt van Muy Muy hoor ik ‘s ochtends bij het wakker worden apen schreeuwen. Omdat ik hier als toerist ben – want journalisten zijn ongewenst in dit land – loop ik achter het hotel via een stijl pad de heuvel op, waar ik uitkom bij een boerderij. Blaffende honden worden onmiddellijk tot de orde geroepen door een klein meisje, en een man van middelbare leeftijd komt op mij toelopen. We schudden handen en hij heet mij hartelijk welkom. Ik loop de kraal in waar koeien met kalfjes worden gemolken. Een deel van de melk gaat de emmer in, een ander deel wordt opgedronken door de kalfjes. De uitgang van de kraal aan de achterkant komt uit op een stukje bos waar de brulapen huizen.

Terug bij de boer: ‘Nee, makkelijk is het leven niet want de prijzen voor alles wat we nodig hebben op de boerderij zijn behoorlijk gestegen’, zegt die. ‘Maar dat is nog niet alles. Deze boerderij was van mijn broer, die drie jaar geleden aan covid overleden is. Kort voor zijn dood had hij de boerderij aan mijn moeder overgedaan, maar nu wil het geval dat een neef van ons die gelieerd is aan hoge partijfunctionarissen onze boerderij af wil pakken. Hij is vriendjes met de mensen die hier beneden wonen en die hun koeien op ons land laten grazen. We worden geprovoceerd maar als we daarop zouden reageren hebben we de poppen aan het dansen. De enige gerechtigheid die wij kennen (wijst met zijn hand naar boven) is die van Onze Lieve Heer. Die ziet alles, ons lot ligt in zijn handen en vroeg of laat zullen degenen die zich tijdens hun leven misdragen daar een prijs voor betalen.’

Twee dagen daarna verblijf ik met enkele vrienden in een klein resort dat tegen de jungle aan ligt. Een Europees echtpaar dat vroeger ontwikkelingswerk deed heeft de boerderij in de buurt van Esteli gekocht en omgetoverd tot een paradijsje. Op haar vogel-app identificeert mijn partner 37 vogelsoorten in dertig minuten. Voor ons vertrek de volgende dag maak ik een praatje met de man van het stel. ‘Wij zijn gepensioneerd en hebben een prachtig leven achter de rug’, zegt hij. ‘Dat maakt dat ik me niet zoveel zorgen maak. En hoewel ik mij niet met de politiek bemoei en goede relaties met mijn buren onderhoud, ben ik niet iemand die zijn mond houd als ik geconfronteerd word met dingen die mij niet zinnen. Hier in ons dorp zijn er onlangs twee ondernemers op onduidelijke gronden onteigend, wat maakt dat ik geen enkele zekerheid heb dat ons dit lot bespaard blijft. Maar voorlopig heb ik het hier naar mijn zin, al zou ik er niet over peinzen om onder de huidige omstandigheden opnieuw zo’n avontuur aan te gaan. 

Via-via kom ik terecht bij een echtpaar waarvan zowel de man als de vrouw op HBO-niveau een agrarische opleiding hebben genoten. Twintig jaar geleden is de vrouw een week op cursus geweest in Groningen, wat maakt dat zij dierbare herinneringen heeft aan die stad. Op een enorm uitgestrekte boerderij verbouwde zij samen met haar man aubergines, okra’s en andere exotische groenten. Het leeuwendeel van hun producten verkochten zij aan een groothandel die gerund werd door een Cubaan. Maar op een kwade dag was de Cubaan gevlogen, terwijl hij nog voor 50 duizend dollar in het krijt stond bij Osmundo en Leticia. Omdat zij daardoor niet in staat waren om een bankkrediet binnen de gestelde termijn af te lossen, legde de bank beslag op het meest vruchtbare deel van hun boerderij. Dat stuk land verpachtte de bank vervolgens aan een voormalig kolonel van het Nicaraguaanse leger.

Volgens het gedupeerde echtpaar zijn zij het slachtoffer van onrechtmatig handelen van de bank. Om de zaak recht te zetten, namen zij een advocaat in de arm. ‘Omdat de hele procedure nu al twee jaar loopt, vroeg ik hem vorige week wanneer de rechter eindelijk met een vonnis komt’, zegt Osmundo. ‘Antwoordt hij dat hij daar niets over kan zeggen omdat hij dat niet in de hand heeft. ‘Mooie boel’, zei ik hem. ‘Wanneer ik watermeloenen kweek, kan ik je toezeggen dat ik jou die over 48 dagen lever maar wij zijn blijkbaar veroordeeld om in permanente onzekerheid te leven.’      

‘Denk maar niet dat die onzekerheid met betrekking tot eigendomsverhoudingen van vandaag of gisteren is’, hoor ik van een vriendin. ‘Wij hadden een koffiebedrijf van ongeveer 50 hectare, waar we een paar jaar niet konden werken omdat het in de jaren tachtig midden in oorlogsgebied lag. Wanneer je er wel heen ging werd je door de contra gedwongen om van alles en nog wat voor ze te kopen en als je daarna in de stad kwam kreeg je gezeik met de sandinisten die jou verdachten van steun aan de contra. We zaten tussen twee vuren, wat maakte dat we de boerderij een paar jaar braak lieten liggen. Die is toen door een groep mensen gekraakt. Toen wij na beëindiging van het gewapend conflict een advocaat in de arm namen om ons rechtmatig bezit te claimen, verkocht één van de bezetters de boerderij een paar dagen voordat de rechter uitspraak deed. En dat proces herhaalde zich daarna nog een keer.

Vorig jaar is de boerderij opgekocht door de Canadian Mining Company voor een bedrag van 4 miljoen dollar. Hoewel wij formeel nog steeds eigenaar zijn van de boerderij, is er geen haar op mijn hoofd die maakt dat ik daar werk ga maken. Inmiddels gaat het om groot geld en worden mijn man en ik morgen dood langs de kant van de weg gevonden als we een poging zouden doen om ons recht te halen.’

Ik deel die ervaringen met een vooraanstaand academicus, die in de lach schiet terwijl hij mij aanhoort. ‘Je ziet hoe mooi ik hier woon maar tegelijkertijd ben ik ervan doordrongen hoe betrekkelijk dat is. Als ik de pech heb dat een hooggeplaatste partijfunctionaris zijn oog op mijn villa laat vallen, kan ik het schudden.’ ‘Maar leidt die onzekerheid met betrekking tot eigendomsverhoudingen er dan niet toe dat niemand hier meer investeert?’, vraag ik hem. ‘Nou, vergeet dat maar. Genoeg mensen met geld en goede connecties investeren hier alsof er niks aan de hand is. Tegelijkertijd verbaas ik me erover hoe sommige ondernemers geen strobreed in de weg wordt gelegd door de dictatuur. Een kwestie van vriendjespolitiek en deals waar je als buitenstaander de vingers niet achter krijgt.’  

Moorden op de inheemse bevolking en controversiële klimaatsubsidies. Beeld: Onda Local.

De klimaatomslag en falend beleid

 Iedereen die hier een paar jaar gewoond heeft, kan erover meepraten. De hitte in februari en maart en de verlossing half april wanneer de eerste stortbuien vallen. Maar net als in Nederland, waar de Elfstedentocht in het cultuurhistorisch museum dreigt te belanden, verandert het klimaat in Nicaragua snel. Iedereen klaagt over de bizar hoge temperaturen, soms tot boven de 40 graden Celsius. De gevolgen van de klimaatomslag hier zijn veel directer voelbaar dan in Nederland, waar de land- en tuinbouwsector vandaag de dag op semi-industriële basis plaatsvindt, geen acuut gebrek aan drinkwater is en klimaatbeheersing in kantoren en in huizen geen extreme luxe is. In Nicaragua zien we dat de onregelmatige neerslag leidt tot mislukte oogsten, het droogvallen van stuwmeren en waterbronnen en levensbedreigende temperaturen voor ouderen en mensen die buiten moeten werken. 

Voor zover menselijk handelen van invloed is op de klimaatomslag, draagt de dictatuur daar eerder toe bij dan dat zij die afremt: het kappen van oerwoud ten behoeve van houtexport en goudwinning gaat bijvoorbeeld onverminderd door. Dit maakt dat het Groenfonds voor het Klimaat (Green Climate Fund) begin maart van dit jaar bekend heeft gemaakt dat zij definitief afziet van het verschaffen van een geplande subsidie van bijna 120 miljoen dollar aan de regering van Nicaragua. Volgens plan zouden die fondsen geïnvesteerd worden in het beschermen van de oerwouden aan de Atlantische Kust. Maar de ongenadige houtkap en het schenden van de autonomie en mensenrechten van inheemse gemeenschappen hebben de directie van het Groenfonds tot deze ongebruikelijke financiële boycot gemotiveerd.  

Ziek van en door de dictatuur

Mijn netwerk in Nicaragua bestaat vrijwel uitsluitend uit mensen uit de midden- en de werkende klasse. Grote ondernemers, hoofden van ministeries en mensen uit de politieke top ken ik niet zoveel. Maar aan het eind van elk bezoek ga ik standaard een paar uur langs bij ‘mijn man in Managua’ om te horen hoe de vlag er op het allerhoogste niveau bij hangt. ‘Tot op de dag van vandaag spreek ik zonder terughoudendheid met iedereen’, zegt hij. Niet in de media, niet in grotere gezelschappen maar één op één. Als ik dat niet zou doen, zou ik stikken (hij grijpt met twee handen naar zijn keel) Ik kan niet anders, ik heb het voordeel dat mijn zus nog steeds op een sleutelpositie binnen de dictatuur zit, maar als het gaat om mijn drive om vrijuit te spreken vraag ik me wel af ‘Hoe lang nog?’      

‘Niet langer is de repressie selectief; vandaag de dag wordt iedereen gepakt die zich tegen de dictatuur uitspreekt. Om mensen het zwijgen op te leggen is het niet nodig om ze te martelen; via het ontslaan van echte of vermeende dissidenten, het ontnemen van hun bezittingen, het straffen van hun kinderen, ouders en andere verwanten komen ze een heel eind. Tegelijkertijd neemt de repressie potsierlijke vormen aan. Zeven volle pick ups met politieagenten voor een kerkje van niks bij mij om de hoek, totaal bespottelijk. Vanuit ons geloof (katholicisme: red.) mogen wij God niet aanroepen om de dood van een naaste te bespoedigen. Dit maakt, zo hoor ik van mensen uit ons gehucht, dat oudjes de Heer smeken om eeuwige rust en vergeving voor onze vicepresidente die uitgegroeid is tot het symbool van de terreur.’

‘Internationaal heeft de dictatuur de wind in de rug. Macro-economisch is het land redelijk stabiel, onderwijs en gezondheidszorg – wat je ook van de kwaliteit kan vinden – zijn gratis, de kwaliteit van de infrastructuur en met name het wegennet is enorm  verbeterd. En gezien de precaire internationale situatie – Oekraïne, Gaza, oplopende spanningen tussen de VS en China – is de Nicaraguaanse dictatuur niet nieuwswaardig en heeft zij internationaal weinig te vrezen. Dit, in combinatie met de repressie die steeds verfijnder en effectiever is, maakt dat de hoop op verandering praktisch verdwenen is. Al weet natuurlijk niemand wat er gebeurt wanneer Ortega of Murillo, die de jongsten niet meer zijn, komen te overlijden. En ook is het de vraag wat op de langere termijn de gevolgen van de verslechterende levensomstandigheden van de volksmassa’s zullen zijn.’  

‘Onze vicepresidente lijkt zich steeds duidelijker op te maken om haar man op enig moment op te volgen en het presidentiële pad vrij te maken voor hun zoon Laureano. Zij ontdoet zich van al die kaderleden op hoge posities die zich in de jaren tachtig bewezen hebben en loyaal zijn aan haar man (Daniel Ortega: red.). Ze worden vervangen door haar nieuwe generatie kaderleden uit de Juventud Sandinista. Dit heeft onder andere gemaakt dat het juridisch apparaat de afgelopen maanden van boven tot beneden leeg is geveegd. Ook binnen het leger vinden er zuiveringen plaats.’

‘Officieel beleven we de derde fase van de sandinistische revolutie maar de realiteit is een andere. Tot en met legendarische commandanten van de revolutie die niets van de dictatuur moeten hebben worden onder politietoezicht gesteld en geïntimideerd. Met één van hen- die bij een bezoek aan de deur onlangs uitgemaakt werd voor ‘vijand van de soevereiniteit van Nicaragua’- heb ik regelmatig contact. Het voorstel van wekelijks terugkerende agenten en veiligheidsmensen om onder het genot van een kopje koffie een beetje bij te praten, wijst hij van de hand. ‘Koffie drinken doe ik alleen met vrienden’, antwoordt hij zijn ongewenste gasten.

‘De corruptie binnen alle lagen van het staatsapparaat is endemisch, iedereen doet daaraan mee. Dat gaat via belastingheffingen, het innen van boetes en nepotisme en juridisch gefoezel: het toeschuiven van banen en aantrekkelijke posities aan familieleden. Het gros van de mensen in de top runnen binnen het staatsapparaat hun eigen toko en wijzen banen, salarissen en nieuwe auto’s aan familieleden toe.’  

‘Tegelijkertijd is niemand zeker van zijn positie binnen de hiërarchie. Ook functionarissen die zich bewezen hebben als slippendragers van het presidentieel paar kunnen van de ene op de andere dag aan de dijk worden gezet. De tweede man binnen het politiecorps – Adolfo Marenco – kreeg vorig jaar op last van de vicepresidente ontslag aangezegd. Hem werd een belangrijke functie in het sociale domein aangeboden maar daar bedankte hij voor. Daarop werd hij opgepakt en hij wordt nu al een jaar op een onbekende plaats vastgehouden, zonder dat er zelfs maar een aanklacht tegen hem is ingediend.’

‘Kan het niet zo zijn dat hij uit de weg is geruimd?’, vraag ik mijn man. ‘Nee’, antwoordt die fel en zelfverzekerd, ‘hij is niet dood. Het probleem is dat hij – net als Rafael Solis van het Hooggerechtshof destijds – teveel weet en de dictatuur er alles aan doet om te voorkomen dat hij in het buitenland opduikt en gaat praten. Dit maakt dat zelfs zijn vrouw en dochter niet weten waar hij zit.’

‘Het afgelopen jaar zijn er zeven burgemeesters uit hun functie gezet. Standaard worden dan de boeken gecontroleerd en worden zo bewijzen gevonden van ongeoorloofde uitgaven. De vraag of de burgemeester in kwestie draagvlak onder de bevolking heeft speelt daarbij volstrekt geen rol. Sterker nog, het presidentieel echtpaar zit bepaald niet te wachten op autoriteiten met een eigen achterban. Zij weten zich gesteund door de bevolking, omringen zich door personen die hen naar de mond praten en door hen geëntameerd onderzoek bevestigt die massale steun. In die zin leven ze een beangstigende parallelle werkelijkheid.’

‘Nicaragua lijkt stabiel maar ik durf de stelling aan dat de onvrede en de frustraties onder de bevolking momenteel groter zijn dan in 2018. De psychische nood onder professionals in overheidsdienst is dan ook enorm. Jammer dat je zo snel weg gaat want ik had je graag in contact gebracht met een psychologe met wie ik gisteren gesproken heb. Die heeft momenteel 18 patiënten, die door toedoen van hun werkomstandigheden geplaagd worden door depressies, slapeloosheid en paranoia. Niet die professionals maar het systeem is ziek.’ 

Map van het Kanaalproject. Bron: Radio Zapatista over de strijd van de boeren tegen het Kanaal.

Intrekking kanaalconcessie: afstel of uitstel?

Op 10 mei maakte de Nicaraguaanse regering geheel onverwacht bekend dat de kanaalconcessie die in 2013 aan de Chinese multimiljonair Wang Jing was verleend, is ingetrokken. De reputatie van de Chinese tycoon die de afgelopen jaren het nodige te stellen had met de justitie in zijn land, was al behoorlijk afgebladderd. De controversiële concessie, leidde tot heftige protesten vanuit de boerenwereld en de milieubeweging omdat zij vreesden dat die zeer schadelijk zou zijn voor de soevereiniteit van het land. Daarnaast bood de concessie ook allerlei mogelijkheden om naast een kanaal dwars door het land en door het Meer van Nicaragua hotels te bouwen en vrijhandelszones, havens en andere vormen van vastgoedontwikkeling te ontwikkelen. Omdat er nog geen definitief tracé van het kanaal bekend was, zou in theorie de Chinese maatschappij van Wang Jing in heel het land toe kunnen slaan. Tenslotte was de te verwachten milieuschade enorm, met groot gevaar voor het Meer van Nicaragua, het belangrijkste zoetwaterbassin van het land.


De tegenstanders van het kanaal zijn ook politieke tegenstanders van Ortega. Zij kraaien nu de overwinning, maar ze realiseren zich ook dat de dreiging van een kanaal nog niet helemaal is verdwenen. Ortega heeft namelijk alleen de wet nummer 840 ingetrokken. Die wet regelde specifiek de concessie aan het bedrijf van Wang Jing, de HKND-groep. Maar een jaar eerder, in 2012, was er al een andere kanaalwet door het parlement aangenomen, Wet nummer 800. Die wet is niet ingetrokken, maar enigszins aangepast. Niet langer ligt de verantwoordelijkheid bij een aparte kanaalautoriteit, maar bij het Ministerie van Transport.

Ortega zou met het handhaven van Wet 800 zijn gezicht willen redden. Oppositiegroepen roepen nu stellig dat het kanaal economisch onhaalbaar is, maar of die bewering echt klopt is de vraag. Het Nederlandse consultancybureau Ecorys rapporteerde na een gedegen onderzoek in 2012-2013 juist positief op dit vlak. De wereld is veranderd in de afgelopen 12 jaar, maar of dat genoeg is om het kanaal nu economisch af te schieten?
 
De “nieuwe werkelijkheid”, waaraan het parlement bij de wetswijzigingen refereert, kan natuurlijk ook zicht op een andere geldschieter zijn. Dan wijst realisme opnieuw naar China. Dat land heeft de tijd, de capaciteit en het geld voor dit soort mega infrastructurele investeringen. Het geeft ook inhoud aan Rosario Murillo’s opmerking in februari “dat het kanaal er echt zou komen”.

Hoe vaak ook plannen van Ortega luchtkastelen bleken, het is niet gezegd dat dit ook voor het kanaal geldt; alle weerstand van boeren, inheemse volken en milieugroeperingen ten spijt.

(overgenomen uit NICA-nieuwsbrief nummer 47)

Klik hier om uw reactie toe te voegen
15 juni 2024