Hoover kon ie gaan?
donderdag 5 januari-2012
Ver. In de bijna halve eeuw dat de legendarische FBI-baas zich uitleefde werden tienduizenden Amerikanski's door hem achter de vodden gezeten wegens vermeend lidmaatschap van de linkse kerk, gebruik van verwarrende middelen, spionage, losbandig gedrag, homosensualiteit en meer van dit moois uit de winkel van Sinkel.
Een ultieme fatsoensrakker? Nou, niet helemaal. Zo trok J. Edgar privé nog wel eens een jurk aan, kneep als niemand keek in de kont van zijn eigen Albertje die overigens Clyde heette, ging op latere leeftijd ongestraft over tot de consumptie van ondermaatse jongetjes (vgl. bij ons bijvoorbeeld vooraanstaande vers fruitliefhebbers als Justitiebons Demmink en voormalig Oranjebef Salomonson) en was dikke mik met de top van de Italiaanse mafia in de USSA.
Dat laatste aspect kan van invloed zijn geweest bij zijn jacht op Paul Getty. In augustus 1940 kocht deze steenrijke olieboer Hotel Pierre op de New Yorkse 5th Avenue, mikte het personeel eruit en verving ze volgens verschillende bronnen door employé's van het Italiaanse consulaat. Her en der zochten wenkbrauwen de hoogste verdieping op, omdat een paar maanden daarvoor Italië een As in elkaar had getimmerd met Nazi-Duitsland.
Hoover startte een onderzoek naar Getty's mogelijke spionage ten behoeve van ... Berlijn. Vanwege zijn oliebelangen en zijn Duitse Blutlijn. Omdat er zo gauw niks te vinden was liet hij in een krant lekken, dat Getty ouwe jongens was met Adolf.
Via een batterij beffen liet de olieman officieel weten geen enkele band met de Berlijnse snorremans te hebben. Hij was in 1939 wel in Berlijn geweest om een litertje olie te verpatsen aan de Ruskies, maar Adolf was ie daar nooit tegengekomen.
Hoover bleef snorren en wist in 1942 te melden, dat Getty wel degelijk bewondering had voor de efficiency van het Nazi-apparaat en dat hem zowel door de moffen als de commies was verzocht om naar olie te komen drillen in ruil voor een flinke hoeveelheid oliebollen en kunstvoorwerpen. Tot J. Edgar's grote spijt had Paulus die deal afgewezen.
Denk je toch, hou nou maar op. No way. In de jaren zestig liet president Kennedy, die toch bekend stond als iemand die stevig achter zijn lul aanliep, een onderzoek doen naar Getty's wat slordige liefdesleven, waarbij zelfs Paul's vriend, de vermaarde Hitlervertolker en Hoover-target Charlie Chaplin, de revu passeerde. Ook dit liep op noppes uit en het dossier ging na de dood van Hoover op de plank.
Of deze file ook voorkomt in de film van Clint "make my day" Eastwood die hier vandaag in première gaat, weten we niet. Misschien dat we een dezer dagen eens een bezoekje brengen aan de buurtbios. Maar erg waarschijnlijk is dat niet. In tegenstelling tot soms totaal onbekende BN-ers moeten wij namelijk wel voor een kaartje betalen en dat kan bruin even niet trekken. En Getty? Komen we nog op terug. Stay tuned.