Skip to main content

Uitgeverij Suspect (015)

18 januari 2017

Mij werd ooit het hof gemaakt door Adriaan Slooff. Hij begon met mij te mailen, ik weet niet waarom, misschien had ie gewoon Kleintje gelezen. Ik wist niks over hem, hij wel over mij. Maar ook weer niet zoveel. Want hij schreef eerst: "Je verhalen zijn niet onverdienstelijk. Maar waarom probeer je de zachte, begrijpende man uit te hangen? Daarmee bewijs je moderne vrouwen een slechte dienst".
Toen ik hem erop had gewezen dat ik zo'n vrouw was, gooide hij het meteen over een andere boeg. In zijn volgende mails ging het over zijn reizen naar Zwitserland, naar Basel, waar hij een Zwitserse vriendin had of had gehad, dat hield hij nog even onder de pet. Die vrouw was niet "te modern", zoals hij tevreden aangaf. "Maar ze leest niets. Dat stoort me wel aan haar". Waarop natuurlijk de vraag volgde: "Wat lees jij?"
Ik was op dat moment bezig in een boek van Jutta Ditfurth, een biografie van Ulrike Meinhof. Ik schreef dat het boek me bij de keel greep, ook "omdat ik toen Meinhof vastzat pas veertien was. Maar jij bent wat ouder als ik, hoe heb jij dat destijds ervaren?" stelde ik de wedervraag. Hij was in zijn oordeel niet mals. De Falsche Bewegung van de 68/ers, zoals hij de Dutschkes, Cohn-Bendits en Meinhofen noemde, had niets dan ellende voortgebracht.
Opeens was Adriaan veel interessanter voor me. Wat bracht hem ertoe zijn eigen verleden te verloochenen? Zulke spijtoptanten hebben mij altijd gefascineerd. Want wie even op de naam Slooff goochelt ziet al snel de vergeelde foto van een rondborstige twintiger met een grote bos haar, onder de krantekop Dienstweigeraar in cel. Slooff behoorde in de jaren zeventig samen met Kees Vellekoop tot de bekendste dienstweigeraars van het land. (1)
Een afspraak was snel gemaakt. "Van Arnhem naar Oss is geen afstand vergeleken met Arnhem-Basel", grapte ik, want ik wilde hem niet bij mij over de vloer hebben en nodigde hem in de vertrouwde omgeving van ons moeder uit. "Bovendien kun je hier nog wat van je oude kameraden bij de SP opzoeken", deed ik er nog een schepje bovenop. "Of heb je die niet?" Want ik had ook al gelezen dat Slooff ooit uit die partij was gezet. (2)
Het viel flink tegen. De man was vanaf 1977 afgetakeld tot een kalende mondwatergebruiker met een zo'n zwart tweedjasje. Het beviel hem dat ik in een interieur vol planten en zware gordijnen scheen te leven maar we kregen al snel ruzie. Dat jasje ging onverhoeds uit en voor ik het in de gaten had zat Slooff naast me op de bank en was hij van alles van plan.
"Hohoho", hield ik de boot af. "Hoe zat dat nou met die analfabete vriendin in Zwitserland?" Slooff antwoordde dat hij voor haar een duur jaarabonnemmt bij de Baselse universiteitsbieb had gekocht maar dat de relatie "in essentie" en "tot beider tevredenheid" was beƫindigd. Maar voor mij was het zo klaar als een klontje suiker dat de jodelaarster werd ingeruild voor mij.
Eind goed al goed zou je zeggen maar ik kon het niet laten om gisteravond na jaren weer kontakt met Slooff op te nemen. Hij klonk door de telefoon ook verrast en begon over ditjes en datjes maar ik had een vraag voor hem. "Waarom heeft Perry Pierik jou niet gevraagd om in dat boek over Keulen te schrijven? Je hebt toch al je vrouwonhaat bij hem kunnen publiceren?" (3)
Slooff, met zalvende stem: "Heb je het gelezen? Vond je het niet een geniaal boek?"
Ik zei dat ik niet verder was gekomen dan de helft en herhaalde mijn vraag. "Je kunt toch wel wat beter schrijven dan die Sid Lukkassen, met zijn "opkringelende rook"? Weet je wat dat boek bij mij oproept?" "Warme gevoelens of misschien wel geilheid? 

(1) Zie onder meer wikipedia
(2) Zie hier
(3) Keulen: Kalifaat light of de Fallout van een conflict. Van Slooff verschenen bij Aspekt; Vrouwen-emancipatie: doorbraak of inbraak? En Ik lees en schrijf als een vrouw, zoals ik eet en vrij als een vrouw

Klik hier om uw reactie toe te voegen
18 januari 2017
Uitgeverij Suspect