Skip to main content

Serengeti aan de Eenselaar

29 september 2020

Laatst heeft onze jonge hond een vrouwtjesfazant gevangen op de akkers aan de Eenselaar en de Rode Beemden. Ze joeg er ondanks mijn herhaalde roepen als een vos achteraan en was niet meer te stoppen. Haar jachtinstinct won het van haar toch al niet zo sterk ontwikkelde gehoorzaamheid.
Ze zal zo'n kwartier uit het zicht verdwenen zijn geweest, toen ik haar van verre over de bolle akker aan zag komen lopen; er hing iets uit haar muil dat op een vleugel
leek. Ze zag me en ging op het omgeploegde land liggen om haar buit op te peuzelen.
Rondom haar streken al enkele gieren in de vorm van een ekster en enkele roeken neer. Als een getergd roofdier viel ze naar de gauwdieven uit, een echt tafereel uit
buitenlandse natuurfilms.
Ze bleef daar rustig staan en liggen eten terwijl ik eerst nog de sloot over moest voor ik bij haar kon komen. De fazant was al half opgevreten; de kop was verdwenen en
de ingewanden hingen uit de buikholte. Je kon zien dat ze vers gevangen was, de blauwgrijze poten zagen er vreemd ondood uit.
Wat moest ik doen? Ik overwoog om haar de prooi af te pakken, maar waarom? Ze had hem zelf gevangen, iets wat ze ook met muizen doet en waartegen ik toch ook geen stappen onderneem. Waar moest ik met het dode beest blijven? Het begraven of zomaar weggooien in de beek? En hoe zou ze het oppakken als ik haar triomf ging vergallen? Moest ik het bebloede karkas bij de poten pakken en er haar mee om de oren slaan, een methode die eens door de ex van mijn vrouw was toegepast bij hun
toenmalige hond? Ik vond het een beetje vies om het lijk bij de poten te pakken. Dus liet ik haar haar gang gaan en stond ik vol bewondering te kijken hoe ze zonder mes
en vork het karkas kraakte en fileerde en de veren zorgvuldig terzijde legde. Nog geen tien minuten later had ze het zo goed als op, met achterlating van wat ribben, veren en enkele ingewanden.
Op de weg terug naar huis was de moordenares vreemd stil, dromerig en afwezig; misschien had ze nog wat bij het karkas willen uitrusten. Waarom moest de mens zo
wreed ingrijpen in de natuurlijke gang van zaken? Regelmatig keek ze verlangend achterom. Er schijnt iets met honden te gebeuren als ze aan het jagen zijn. Er komt
een soort cocaïne vrij in de hersenen waar ze ook werkelijk aan verslaafd kunnen raken. Laten we het niet hopen. Straks komt ze aangewandeld met een koe half uit
haar bek.

Halewijn

Klik hier om uw reactie toe te voegen
29 september 2020