Roze balletten (010)
In onze vorige aflevering introduceerden wij Job de Ruiter, ex-minister van Justitie, BZ en Defensie. Op verzoek van de club van Kok, die in 1997 nog een gesprekje over de kwestie had gehad met de toenmalige Russische premier Tsjernomyrdin, nam hij in april 1998 het voorzitterschap van de Chardzjiev-stichting over van mr. Michael PrivŽ. Daarbij werd tevens overeengekomen dat het nieuwe stichtingsbestuur het financi‘le beleid van haar voorganger nog eens ernstig onder de loep zou nemen. Om te zien of er nou sprake was van fraude, diefstal, valsheid in geschrifte en/of nog meer moois op het bonte palet van de misdaad. Maar De Ruiter en zijn mede-bestuurder Van Os, voormalig directeur van het Rijksmuseum, konden niks onoirbaars vinden. Ja goed, PrivŽ cs. hadden natuurlijk het nodige uit de collectie verpatst aan de Keulse galerie Gmurzynska. Ej de buit van dertig miljoen was keurig onderling verdeeld. Maar dat was allemaal redelijk verantwoord geweest volgens het nieuwe bestuurlijke duo. In hoeverre De Ruiter en Co. daarover konden oordelen valt te bezien. PrivŽ en zijn kornuiten hadden twee jaar lang de collectie ondergebracht op een geheime locatie, inclusief de index. Dus wat uiteindelijk aan kunstobjecten, waardevolle correspondentie etc. aan De Ruiter is overgedragen en was te checken aan de hand van de paperassen van PrivŽ, hoeft niet noodzakelijkerwijs te betekenen dat alles kosher was. Om maar te zwijgen over het dodelijk ongeval dat de wantrouwige weduwe van Chardzjiev in haar Amsterdamse woning plotseling overkwam (zie ook het artikel "Terp van Tijn" in De Morgenster). Maar De Ruiter reisde zelfs naar Moskou om ook de Russische autoriteiten ervan te overtuigen dat met zijn aantreden de zaak in betrouwbaar vaarwater was gemanouvreerd. Betrouwbaar? Waarom was De Ruiter - notabene een ex-minister van Justitie- dan in godesnaam bijvoorbeeld niet gevallen over de kwestie van de boekingswaarde van de collectie? Een kwestie die twee jaar later wel degelijk tot een veroordeling van PrivŽ leidde (zie de vorige aflevering). Had de lankmoedigheid die De Ruiter ten toon spreidde ten opzichte van PrivŽ's kongsie te maken met de wens van het Kabinet om de Chardzjiev-affaire zo snel mogelijk van de publicitaire snelweg te krijgen? Of was er misschien een andere reden? Meer van persoonlijke aard. Stay tuned.