Vijftienhonderd Nederlandse gijzelaars
donderdag 2 februari-2006
Sinds het begin van haar bewind in 2000 heeft de regering Bush in ijltempo overal ter wereld vijanden gemaakt. Zij heeft dit dit voor elkaar gekregen, ondermeer door het voeren van een eenzijdige en aggressieve buitenlandse politiek, geïnspireerd door een veronderstelde Amerikaanse alleenheerschappij in de wereld, en door het voeren van onwinbare aanvalsoorlogen in Afghanistan en Irak. De V.S. hebben, lijkt het, maar één overtuigde vriend, of juister gezegd, één heuse "partner in crime": Groot-Brittannië. De andere zogenaamde vrienden en bondgenoten van de V.S. zijn regeringen van landen die te bang zijn, te geïntimideerd om een koers te varen die het Bush-regime onwelgevallig is. Zijn politiek van agressie en intimidatie is echter failliet. Het hegemoniestreven van supermacht Amerika, geformuleerd door de neo-conservatieven in het "Project for a New American Century" is mislukt. Het is meer dan een mislukking, het is een debacle.
Op 18 en 19 januari heeft U.S. Secretary of State Condoleezza Rice een ommezwaai aangekondigd in de buitenlandse politiek van de V.S.: niet langer unilateraal, maar multilateraal en rekening houdend met nieuwe centra van macht. Niet onbelangrijk is dat een aantal van deze landen, met name in het verre Oosten, een groot deel van de astronomisch hoge buitenlandse schuld van de V.S. financieren. Zij zijn, mag men wel zeggen, de eigenaren van de V.S.
Deze koerswijziging, die zeer zeker van de V.S. niet meteen een brave wereldburger maken, is de proclamatie van het mislukken van de tot hiertoe door de Bush-regering gevoerde buitenlandse politiek en het is de voorgalm van de nederlaag in de onwinbare oorlogen die de V.S. voeren.
Een "mission failed and aborted"-spandoek zo u wilt. Mede door het voeren van deze oorlogen hebben de V.S. vooral zichzelf verslagen. Zij hebben de beperkingen van hun militaire macht aan de wereld laten zien en verliezen versneld hun status van supermacht.
Waarom zendt de Nederlandse regering dan nu, hierin gesteund door een meerderheid van het parlement, soldaten naar Afghanistan? Wat heeft Nederland te zoeken in Afghanistan? Het antwoord is: niets.
De omvang van de handel tussen beide landen is vrij gering. Historische banden zijn er niet. Het is niet eens een populaire vakantiebestemming, is dat nooit geweest en zal het, gezien het vrij ongezellige klimaat en het ontbreken van interessante biersoorten, naar alle waarschijnlijkheid ook nooit worden. Als het land niet zou bestaan, dan zou dat voor Nederland weinig verschil maken, en omgekeerd geldt hetzelfde.
De conclusie kan alleen maar zijn: "Als je er niets te zoeken hebt, blijf er dan weg." Dat is gezond verstand. Het afbreukrisico voor de betrokken politici van een beslissing tot het uitzenden van soldaten is groot, gezien de gevaren waaraan zij - de soldaten, niet de politici - worden blootgesteld. Een politicus die enigzins nuchter is, neemt zo'n risico niet, tenzij het onvermijdelijk is. Veel erger dan het afbreukrisico is het verzaken aan de belangrijkste plicht van elke regering: de zorg voor de veiligheid van haar eigen burgers. De geopolitieke pokerspelletjes van een ander land, in casu de V.S., leveren geen geldige reden om je eigen mensen aan gevaar in den vreemde bloot te stellen.
Waarom, vraagt men zich af, waarom toch verzaken onze bewindslieden en parlementariërs aan hun eerste plicht? En waarom ontbreken hier gezond verstand en nuchterheid? Dit is in ieder geval niet te wijten aan druk vanuit de publieke opinie, want die druk ontbreekt. Naar alle waarschijnlijkheid zijn deze politici gezwicht onder druk van het Bush-regime. En als men zich laat intimideren, dan rijst onmiddellijk de vraag: "Waarvoor is men bang??"
Zijn de verantwoordelijke politici bevreesd voor de veiligheid en het
welzijn van het Nederlandse volk? Of zijn ze bang voor zichzelf en/of de belangen waarmee zij zich verbonden hebben? Is het een edele vrees of een duistere vrees? Wij willen daar liever niet over speculeren en dat is ook niet nodig als de verantwoordelijke politici het antwoord geven op deze ene vraag: "Waarmee bent u onder druk gezet, waarmee bent u zo erg afgedreigd, dat u vijftienhonderd Nederlandse soldaten en hun families in gijzeling geeft aan deze falende ex-supermacht?"
Als de politici echter liever uitleggen hoe het komt dat zij hun verstand verloren zijn, dan mag dat ook. Het zij in de ene of de andere zin, wij worden graag geïnformeerd. (door Jan Storms)