Skip to main content

Opgeruid staat netjes (006)

21 maart 2019

Goedemorgen allerallerbeste kinderen in heel dit gave land! Beginnen we deze spijbeldag met een vraagje. Lezen jullie wel es een boek? Nee, niet dat boek waarover Thierry Baudet het gisteravond had, maar een echt boek, van een echte schrijver. En in het Nederlands, alstublieft. En met meer dan vijftig bladzijden? En zonder plaatjes? Nou, in zo’n boek was ik afgelopen maandag aan het lezen. In een echte dikke pil dus. Nee, dat is dus een andere pil als waar jullie huiswerkcoach bij jullie mee aankomt. Dertienhonderd bladzijden. Kan ik aanraden. Verwen jezelf es daarmee. Haal de batterij uit je debieltje, zeg tegen je vriendje dat je geen zin meer hebt om porno te kijken voordat jullie het gaan doen, en tegen je andere vriendje dat altijd tegen je aanjammert over zijn diagnose dat ie zich nu maar es echt moet gaan ophangen. Ergo: schep rust om je heen, zet een doos truffels naast je neer en sla je pil open.
Het boek waarin ik maandag aan het lezen was heet Kwaadschiks, en het is geschreven door A. F. Th. Van der Heijden. Da’s waarschijnlijk teveel om te onthouden maar gelukkig voor jou is A. F. Th. zoals ie zich ook wel noemt, of Arie zoals ie voor zijn vrouw heet, de enige echte levende schrijver in dit land en in deze taal. Nog niet zo lang geleden had je nog De Grote Drie maar nu is er dus nog maar eentje. Arie beunt niet bij zoals al die anderen. En Arie heeft een heus oeuvre geschreven, da’s duits voor een heleboel werken. Arie schreef al toen ik van jullie leeftijd was, en hij is er nooit meer mee opgehouden. De kern van Arie’s oeuvre is een serie pillen die samen De Tandeloze Tijd heten. Daarmee doelt de schrijver op zijn streven om in zijn verhaal de tijd stil te zetten. Arie denkt graag na, en wil zijn lezers laten delen in dat gepeins, daar komt het op neer.
Is dat nadenken van die Arie dertienhonderd bladzijden het delen waard, hoor ik je nu al verzuchten. Er zijn een paar dingen aan Arie waaraan je even moet wennen. Arie drinkt. Nou ja, Arie drinkt veel, heel veel. En hij schrijft daarover veel. Arie mag graag uitweiden over wat ie allemaal drinkt. Da’s vervelend, niet alleen voor Arie en voor zijn vrouw, maar ook voor zijn lezers. Want kijk, ik lust best een biertje op zijn tijd maar dat komt dan wel uit de buurtsuper en wordt aangeschaft van het statiegeld. Maar Arie haalt zijn drank bij een echte slijter en mengt van alles door elkaar. Van wodka tot whiskey, en van wijn tot water, Arie mixt het doormekaar en schrijft er bladzijden over vol. En dat doe je niet gratis. Arie verdrinkt graag voor een klein fortuin.
Arie is dus niet onbemiddeld. Daar komen we op de tweede specifieke trend in Arie’s oeuvre. Arie komt oorspronkelijk uit de omgeving van Eindhoven, en daar ligt het geld niet voor het oprapen. Arie’s boeken spelen dan ook bijna allemaal in Amsterdam. Maar da’s niet het Amsterdam dat je kent wanneer je in de Bijlmer bent geboren, of in Slotermeer. Arie’s boeken voeren de lezer naar het buurtje achter het Concertgebouw, naar de Jordaan, en naar Badhoevedorp en Amstelveen en zo. De personages in zijn boeken laten het zelden bij een flesje Grolsch, en zitten nooit in de tram maar laten zich in een taxi van slijterij naar kroeg scheuren.
Ik verklap dit alvast omdat de hoofdpersoon in Kwaadschiks een typische Arie van der Heijden is. De kerel, een veertiger met de naam Dorlas, drinkt zich een slag in de rondte en rijdt onder invloed in een BMW door de hoofdstad. Hij werkt in de reclamewereld, die helaas voor velen onder ons een afdruk van de echte wereld is, zoals jij ook onderhand wel doorhebt. Dorlas bedenkt slogans en drinkt, en drinkt en bedenkt slogans. Tevens naait hij er op los. Hij is een womanizer zoals dat heet omdat we er geen goeie term in het nederlands voor hebben. Paait vrouwen, meestal met zijn geld en zijn patserige auto. Die vrouw moet dan een tijdje zijn gezuip aanzien en daarna zijn klappen incasseren, waarna zij in een blijf-van-mijn-lijf-huis verdwijnt en Dorlas weer es op zoek gaat naar een volgende prooi. Als hij een hoertje onder bedreiging van een geladen revolver verkracht, wordt hij gepakt maar door zijn advokaat -een eveneens aan drank en geld verslaafde figuur die in andere boeken van Arie ook een rol heeft- vrijgepraat.
Op dat punt in Arie’s boek was ik afgelopen maandagochtend. Rond bladzijde driehonderd rijdt Dorlas bezopen van zijn werk naar huis, wordt aangehouden en raakt zijn BMW en rijbewijs kwijt. Thuis op de bank gaat ie nog es vol overtuiging aan de wodka en merkt ternauwernood dat zijn vriendin haar koffers pakt om hem te verlaten. De kerel gaat terug naar het politiebureau waar ze hem hebben opgeschreven en jat zijn rijbewijs en zijn BMW mee. Rond bladzijde vierhonderd slingert Dorlas naar Amstelveen waar ie op een trapveldje zijn gewezen schoonbroer en de nieuwe vriend van zijn ex bedreigt met een pistool. Die slaan op de vlucht waarna Dorlas door de voordeur van zijn gewezen schoonouders schiet.
Ik ben dan op bladzij vijfhonderd en luister effe naar de radio. Die meldt dat er in een tram in Utrecht misschien geschoten is. Hoe zou dat aflopen, denk ik, en begin snel weer te lezen.
Dorlas slingert door de stad, merkt dat ie achtervolgd wordt en vuurt bij aankomst voor zijn woning onmiddelijk op een vrouw die uit het autootje stapt waarin zij de BMW heeft achtervolgd. Komt de mooiste passage in het boek, waarin Dorlas zich in zijn huis verschanst en in zijn steeds maar toenemende roes probeert voor te stellen wie die vrouw wel mag zijn geweest en waarom ze op straat blijft liggen. Honderden bladzijden verder is de kerel er van overtuigd dat ie op zijn ex heeft geschoten.
Ik luister weer effe naar de radio, en ook in Utrecht is het onzekerheid troef. Is er geschoten, en zo ja door wie, en waarom? Gauw verder lezen, dan weet ik het eerder dan Lara Rensen…
Dorlas denkt dat hij de zoon van zijn ex gijzelt. Voor zijn huis heeft men de gewonde ontdekt en afgevoerd en verzamelt zich alle mogelijke soorten politie en zo. Zijn advokaat biedt aan om met Dorlas te onderhandelen en gaat met de vermeende gijzelnemer aan de jajem. We zijn op de helft van het boek wanneer de zoon van de ex niet in het huis blijkt te zitten maar zich in de straat bij de politie meldt. Dat wordt aan Dorlas natuurlijk niet verteld en de aandacht van de lezer verschuift langzaam van de steeds onhandiger denkende Dorlas naar de poging van de massa politie en media om greep te krijgen op de situatie. Wie is eigenlijk de gewonde vrouw?
Rond bladzijde achthonderd luister ik weer even naar ‘Utrecht’: Rutte noemt de schietpartij een aanslag en de verkiezingskampanje wordt opgeschort. Zo gaat dat in 2019, en zo ging het ook in 2008, het jaar waarin Kwaadschiks speelt. De familie van de ex zit in het ziekenhuis en krijgt te horen dat hun dochter, moeder, zus en vriendin is overleden. Maar pa en broer wacht een verrassing: zij stellen zich beschikbaar om het lijk te identificeren maar weten niet wie ze zien. Schrijver slaagt er vervolgens in om ons nog honderd bladzijden in spanning te houden over wie daar dan wel beschoten en bezweken is.
Zo lang duurt het niet in Utrecht. Daar wordt de vluchtauto gevonden en het signalement van de dader verspreid. Buurtbewoners in Lombok weten meteen om wie het gaat, een vrouw die door hem verkracht is noemt hem een psychopaat.
Dorlas wordt door een commando op zijn bed aangetroffen en hoort onderweg naar het politiebureau dat de vrouw die hij heeft beschoten en gewond heeft laten liggen overleden is, denkt ook nog steeds dat het hier zijn ex betreft en probeert bij aankomst op het bureau de hand aan zichzelf te slaan. Tevergeefs. We zijn op bladzij duizend en daar blijkt het slachtoffer de vrouwelijke agent die een paar uur daarvoor Dorlas zijn rijbewijs heeft afgenomen.
Het wordt avond. Het boek is bijna uit. Dorlas krijgt levenslang en zijn advokaat begint een relatie met de ex. Van de politiemensen waarmee we in de dertienhonderd bladzijden kennis hebben gemaakt maakt bijna iedereen promotie. Niemand vraagt zich af hoe Dorlas zijn rijbewijs uit hun bureau kon terugnemen en zich bijna van kant kon maken met een extra revolver terwijl hij al gearresteerd was. Ook Arie, onze schrijver van al dit moois, lijkt zich dat niet af te vragen.
Rond ‘Utrecht’ heeft de hype zich mogen uitbreiden tot onmogelijke proporties. De rampzalige overwinning van het Forum in de verkiezingen is een rechtstreeks gevolg van de beziging van de term ‘aanslag’ waar er sprake is geweest van een ‘schietpartij’. Morgenavond is er een stille tocht, zondag zal in menige kerk weer gebeden worden voor het heil van ‘onze hulpverleners’. Het gekke in Nederland is, lieve kinderen, dat het er geel ziet van de hesjes maar die behoren toe aan de knuppelaars en spreejers, niet aan demonstranten.
Ga straks weer naar buiten, kids, en dwing het af, een echt klimaatbeleid. Gaat het niet goedschiks, dan maar… juist. (JoopFinland)

Klik hier om uw reactie toe te voegen
21 maart 2019
Opgeruid staat netjes