Niks zal nooit goed komen
Als je met het ouder worden positief gestemd blijft over jezelf en de medemens, ben je niet helemaal goed bij je hoofd. Wie niet ziet of wil zien hoe de ene mens de andere opvreet en misbruikt, of er geen weet van wil hebben dat dit gebeurt, kan net zo goed in dromenland gaan leven. Degene die zei dat de mens een wolf is voor zijn medemens, doet daarmee de wolven te kort, want deze sociale diersoort verdient die vergelijking niet.
Overigens gaat elke vergelijking met de dieren en hun vermeende goede of slechte eigenschappen mank, want de mens werd op de zesde dag geschapen naar het beeld van het opperwezen. Elke slechte eigenschap en aanleg tot wangedrag hebben we dus van hummes geërfd. Onze god is er een van begeerte, straf en angst, een wraakzuchtig wezen. Dat gedoe met de liefde is eigenlijk alleen een kwestie van omgang met hormonen waarvoor we een handleiding hebben gekregen van daarboven (de tien geboden) en de NVSH (alles mag, mits twee keer in de week).
Later heeft nog iemand gezegd dat je je naaste even lief moet hebben als jezelf, en dat lukt heel aardig als daar net zo'n mooie kop en kont op staat en aan zit. Elke vergelijking met dieren slaat dus werkelijk nergens op. Dat is zeker met het ouder worden het geval, wanneer ons voortschrijdend doorschijnend lichaam steeds meer gelijkenis begint te vertonen met het lichtwezen. Als we van tevoren hadden geweten dat we al die decennia waarin we ons met tegenzin (omdat het moest van...) hebben geoefend in versterving, onthechting en niet-begeren, vanzelf maar dan in geconcentreerde vorm zouden tegenkomen in de herfst van ons leven, hadden we naar alle waarschijnlijkheid minder egoïstisch genoten van die paar momenten van gewichtloosheid.
Deze gedachten schoten mij te binnen naar aanleiding van de kwestie of de mens geschapen is dan wel het product is van evolutie. Als de mens geschapen is, moeten we elke relatie met het dierenrijk terzijde schuiven en de mens (en diens schepper) verantwoordelijk stellen voor de ongelooflijke rotzooi die hij ervan gemaakt heeft.
Mocht hij zich echter ontwikkeld hebben uit paleontologische primaten, laten we dan de apen de schuld geven (en alle dieren in de lijn vóór hen) en ons verder geen illusies maken dat het ooit nog goed komt.
Zie de mens maar als een goed voornemen van het opperwezen.
Halewijn