Naar de kloten (002)
maandag 9 november-2009
Gerrit Reede was tijdens de Tweede Wereldoorlog een hele foute Nederlander. Hij was aanwijsbaar betrokken bij de Ausradierung van in ieder geval twee verzetsgroepen. Als Hauptmann van de Duitse Abwehr maakte hij daarbij gebruik van vier Nederlandse infiltranten: George Ridderhof, Christiaan Lindemans, Allert Brinkman en Kas de Graaf. Na de oorlog had hij ruimschoots de kogel verdiend, maar kreeg in totaal niet meer dan zeven jaar aan de pantalon. Zal zeker ook te maken hebben met zijn kennis van vele schone zaken rond prins Bernhard, waaronder de sollicitatiebrief die ZKH op 24 april 1942 naar Adolf stuurde. Zullen we het hier niet over hebben. En ons beperken tot de hoofdfiguur van deze serie: de vorige week door Netwerk weer tot leven gebrachte dr. Pramananda, de door prins Bernhard in 1937 ingehuurde wonderdokter. Want ook hij kreeg te maken met Hauptmann Reede. Via de Blesings. Antiekhandelaren op het Amsterdamse Rokin die al vroeg in de oorlog met de Duitse spion hadden aangepapt. Om informatie van hem los te weken ten behoeve van Sieg Vaz Diaz. De toen bekende sportjournalist, die voor de oorlog ook in touw was geweest voor Nederlandse snuffelinstanties en na de Duitse inval met zijn zender berichten doorzond naar Engeland.
Een citaat uit een verslag van de tot de Paroolgroep behorende Frits Blesing over zijn wederwaardigheden uit de oorlogstijd:
"Rond het midden van de maand april bevond Blesing jr. zich alleen in de winkel toen Reede weer eens binnen kwam stappen. Een half uur later ongeveer stopte er een auto voor de deur. Op zichzelf al een opzienbarend verschijnsel in die tijd en met verbazing zag Blesing jr. een oosters uitziende figuur uitstappen, die meteen de winkel binnenkwam. Hij stelde zich in vrij goed Nederlands met een grappig accent voor met een naam die Blesing jr. niet direct verstond, maar later dr. Pramananda bleek te zijn. Uit Bussum. Hij vertelde iets over het adres dat hij opgekregen had van een of andere handelaar in schilderijen en of hij even rond mocht kijken. Reede bleef rustig bij de haard zitten en Blesing jr. kon beginnen met het in zo'n geval gebruikelijke gesprek over de diverse schilderijen die in de winkel aanwezig waren. Bij elk schilderij dat bekeken werd vroeg dr. Pramananda steeds de prijs en halverwege begon Blesing jr. te vermoeden dat dit misschien een trucje was om hem in de war te brengen en dan na afloop te gaan chicaneren over de eerder genoemde prijzen. Na verloop van tijd was alles bekeken en besproken en daar het bij elkaar zeker een veertig grote en kleine schilderijen waren, nam dit zowat een twee uur in beslag. Toen begon dr. Pramananda zijn keus te maken en tot stomme verbazing van Blesing jr. maakte hij iedere keer dat Blesing jr. de betreffende prijs noemde steeds weer de opmerking dat Blesing jr. aan dat bedrag toch eigenlijk te weinig zou verdienen en verhoogde hij zelf de prijs met een gemiddelde van 20 tot 25 procent !! De situatie begon grotesk te worden en Blesing jr. kreeg de zekerheid dat hij of in de maling werd genomen of met een nieuw soort en zeer uitgekookte oplichter te doen had. Wie schets dan ook zijn verbazing toen de uitgezochte schilderijen netjes bijeen gezet werden, het totaalbedrag op een kladje opgeteld werd en dr. Pramananda een enorme rol bakbiljetten uit zijn zak haalde en welgeteld dertigduizend Hollandse guldens neertelde in grote bankbiljetten van duizend. Hij moest daarvan nog ongeveer 250 gulden terugkrijgen en Blesing jr. kreeg dus de kans te zeggen dat hij even wisselen moest. Bij de buren van de lijstenfabriek Rembrandt ging hij met het pak naar binnen en probeerde daar te zien of het soms vals geld kon zijn. Noch hij, noch de daar aanwezige procuratiehouder zag er echter iets bijzonders aan en hij kon dus weinig anders doen dan weer teruggaan en dr. Pramananda zijn 250 gulden geven. Met een nonchalant gebaar zei deze echter het maar te houden voor de moeite, gaf zijn kaartje met naam en adres en vertrok met zijn schilderijen in de auto, die al die tijd was blijven wachten. Achter bleef een Blesing jr. die met een verdwaasde blik Reede zat aan te kijken, die in duidelijke taal te kennen gaf dat ook hij zoiets van zijn leven nog nooit had meegemaakt. Kort hierop kwam eindelijk Blesing sr. de winkel binnen en werd hem het hele verhaal in geuren en kleuren verteld en ook het kaartje van dr. Pramananda ging (helaas) even rond. Op dat moment hadden noch Blesing sr. noch jr. er een flauw vermoeden van dat dr. Pramananda een hoogst interessante en vermoedelijk ook zeer belangrijke persoon was. Voor hen was op dat moment de zaak eigenlijk afgedaan en hadden ze bezoek gehad van een halvegare die zeker veel zwart geld had verdiend en er iets voor wilde kopen".
Een oosterse wonderdokter die in 1944 bij Blesing zijn poen omzet in schilderijen en tot de kennissenkring behoort van twee andere schilderijenhandelaren: Pieter Menten en prins Bernhard. Bizar. Meer een volgende keer. Stay tuned.