Octopussy (119)
donderdag 28 oktober-2004
In den beginne was er Mars. Een stichting die onder leiding van ene J. Hinloopen de belangen van de investeerders in de water makende Costaricaanse citrusplantages van de onderneming TNA veilig zou stellen. Maar Mars kon zijn broek niet omhoog houden en zocht financiële steun. Toen verscheen deus ex machina De Bode op het toneel met een veel aantrekkelijker ogend reddingsplan. Hoe een en ander verliep kunnen we destilleren uit een brief van Hinloopen van 13 september jl.:
Nadat het bestuur van onderstaande stichtingen op de bijeenkomst van 2 juni 2004 in Hoevelaken duidelijk werd dat de aanwezige investeerdersin overgrote meerderheid vertrouwen uitspraken in de plannen van de heren J.J. de Bode en M. Suurs zijn kort na deze vergadering beide heren aan het werk gegaan om een reddingsplan uit te werken. Stichting Mars heeft daarbij pas op de plaats gemaakt om de heren niet voor de voeten te lopen.
In de periode daarna hebben veel investeerders hun steun betuigd aan VVI Fecundo, waarvan het bestuur nu wordt gevormd door bovengenoemde personen en de heer L.K. Inmiddels heeft een grote meerderheid van de investeerders zich ook door middel van een mandaat gebonden aan deze vereniging.
Temeer daar de heren De Bode en Suurs om ons overigens niet bekende redenen het door hun beoogde reddingsplan niet op eigen kracht hebben doorgezet, ontstond voorkeur om medewerking te verlenen aan een overname door een kapitaalkrachtige partij met belangen in de agrarische sector. Maar dan wel onder voorwaarde dat een gekwalificeerde meerderheid van de investeerders hieraan eveneens wilde meewerken. Het bestuur van VVI Fecundo heeft in belangrijke mate aan deze voorwaarde voldaan.
In vervolg daarop hebben alle bestuurders van onderstaande stichtingen hun bestuursfunctie per 1 september overgedragen aan deze partij, te weten Rofuda S.A.L. gevestigd in Beirut in Libanon, met een vertegenwoordiging in Nederland. De overdracht is vervroegd om reden dat in Costa Rica afgelopen week grote betalingen verricht moesten worden. Was dat niet gebeurd, dan zou het faillissement in Costa Rica niet meer afwendbaar zijn geweest.
De vertegenwoordiger van Rofuda zal deze week een bezoek afleggen aan de plantages in Costa Rica om nader onderzoek te doen naar de eigendommen en schulden van de Costaricaanse vennootschappen. Rofuda geeft er de voorkeur aan om dit uitgebreide onderzoek in rust te volbrengen. Na afronding van dit onderzoek zal deze vertegenwoordiger naar verwachting in oktober de investeerders nader informeren over zijn bevindingen. Wij hopen dat deze overname voor u als investeerder een redelijke uitkomst zal bieden.
Bij VVI Fecundo als uw investeerdervereniging en belangenbehartiger kunt u vanzelfsprekend altijd uw vragen kwijt. Na verzending van deze mail heeft het secretariaat van Stichting Mars in Den Haag haar werkzaamheden beeïndigd. Voor eventuele vragen verzoeken wij u zich daarom verder tot VVI Fecundo te wenden.
Met vriendelijke groet,
Namens het voormalig bestuur van:
Stichting Mars / Stichting Furia / Stichting Waarborg Furia / Parque Guell S.A.
Jan Hinloopen.
Dus als we het goed begrijpen is de Libanese onderneming Rofuda (naar verluidt een fabrikant van sinaasappelsap) de grote geldschieter en in wezen dus de baas van die wirwar aan clubs en stichtingen die geacht werden en worden de droom van de vertwijfelde investeerders in stand te houden. Vraag is dan meteen: wat voor voordeel heeft zon sinaasappelenpers bij het drijvend houden van een schip met een gat onder de waterlinie? Als je voldoende poen tot je beschikking hebt om een verzameling plantages in Costa Rica op de been te houden dan heb je zon club van leeggehaalde certificaathouders niet nodig. Je laat gewoon de boel failliet gaan en neemt voor een sinaasappel en een ei de hele boel over. Liefdadigheid is meestal niet de voornaamste drijfveer binnen deze handel. Dus wie of wat gaat er schuil achter Rofuda? Stay tuned.