De dood van een spion (003)
woensdag 29 november-2006
Gisteren meldden wij al dat poloniumslikker Alexander Litvinenko ook zijn sporen had uitgezet in een kantoorgebouw in het Londense Mayfair. Het bleek te gaan om het adres Grosvenor Square 25, waar de voormalige FSB-officier een enigmatisch bezoekje bracht aan een paar internationale security en risk control ondernemingen, Titon en Erynis. Geen bedrijfjes die je morgen zou inhuren voor de viering van je 25-jarig huwelijksfeest, maar we zullen maar zeggen dat ook dirty work gedaan moet worden. Nou is inmiddels naar buiten gekomen dat het betrokken gebouw eigendom is van Boris Berezovsky. De oligarchangel van de Russische media die net als polo-Alexander zijn moederland schielijk moest verlaten toen Putin het Jeltsindrankorgel in de remise had gereden. Gelukkig had ie zijn centen nog en kocht daarmee ondermeer Grosvenor Square 25. Daar bleef het niet bij, want Boris had heel véél centjes meegejat, sorry, meegenomen. Hij kocht voor zichzelf ook wat leuke kantoorruimte op Downstreet 7. Zwaarbewaakte ruimte. En daarmee komen we wel op het terrein van Titon en Erynis. Maar laten we geen voorbarige conclusies trekken. Ook niet uit het feit dat Alexander ook dààr zijn nucleaire sporen heeft achtergelaten. Want Boris en Alexander waren goeie vrienden met een gemeenschappelijke vijand: Vladimir Putin, de schurk in het Kremlin. Tenminste, zo is het ons altijd voorgeschoteld. Maar dit soort heren heeft vaak dubbele agendas. Zelfs ten opzichte van elkaar. En stel, dat Boris dat laatste in de smiezen heeft gekregen, dan was Alexander disposable en kon van zijn vroegtijdig heengaan een dramatische publiciteitsstunt worden gebroddeld. Waarbij die schooier in het Kremlin met zijn gezeik in de energiesfeer de inktzwarte Piet kreeg en dat was mooi meegenomen. Dat laatste is puur speculeren, maar hé, mogen wij ook eens? Stay tuned.