Skip to main content

Riool (012)

26 maart 2017

woensdag 14 december-2005
Hij kwam heel even voorbij in de Luxembourg-operette van Bureau Misdaad op de avond van de 17e november, notaris Martijn Le Coultre. Dat wil zeggen, je zag zijn naambordje in een tuin. Dat was alles. Wat magertjes, want onze Martijn is geen onbeschreven blad. Al voor de berichten uit dat hij als tussenstation zou hebben gediend in de afpersingszaak rond Erik de Vlieger, was er al eerder een steen in zijn notariële vijver terechtgekomen.
Op 6 februari 1999 kreeg hij zowel thuis in Laren als op kantoor in Hilversum bezoek van een roedel FIOD-neuzen die de dossiers meenamen van een verdachte cliënt uit Blaricum. Een vastgoedondernemer met een officieel adres in Zuid-Afrika, tot 1996 een stek in ‘t Gooi en sinds 1996 in België. Volgens de jongens van de belasting had ie de zaak belazerd door met valse documenten hogere hypotheken los te wrikken bij Nederlandse geldzakken. En u voelt het al, die documenten zouden ”virtuoos” in elkaar zijn gehangen door Martijn.
Verder had de stenenschuiver ernstig geknoeid op fiscaal terrein en dat is in het land van Zalm, waar het terugdringen van de staatsschuld mythische vormen heeft aangenomen, een doodzonde.
Aan de inval was een jarenlang onderzoek voorafgegaan, want ook bij de FIOD houden ze van lang en lekker. Eind 1998 verzochten ze Martijn om even te mogen snuffelen in de dossiers van zijn cliënt. Nee, mocht niet van Martijn. Geheimhoudingsplicht hè. Maar omdat het OM de notaris als medeplichtige beschouwde aan het illegaal vissen in de kweekvijver van Zalm kregen de jongens van de FIOD toestemming voor hun verrassende gastoptreden in Hilversum en Laren.
Rapen gaar. Opeenvolgende rechtzaken. De ene hoofdbef oordeelde zus, de andere hoofdbef zo. Maar uiteindelijk werd Martijn eind 2003 vrijgesproken van onoirbare praktijken. Wel kreeg ie twee weken voorwaardelijk voor het wat al te nadrukkelijk opleggen van zwijgzaamheid bij zijn personeel. Zijn cliënt kreeg acht maanden en dat was net zo lang als zijn verblijf achter het voor-arrestelijk gaas. Dus konden de notaris en zijn Zuidafrikaans-Belgische uitbater op de stoep van het Hof een high five uitwisselen.
Tuurlijk had Le Coultre’s nering averij opgelopen en desgevraagd verzuchtte hij:
“Als ik vooraf had geweten wat er allemaal met deze ene cliënt gemoeid zou zijn, had ik hem vriendelijk gevraagd maar buiten te blijven”. Of Martijn diezelfde gevoelens heeft voor zijn cliënt die als candid camera- en geluidsman optrad voor voornoemde Luxembourg-operette?
Weten we niet, maar we denken wel dat God hem hoort brommen. Stay tuned.

Klik hier om uw reactie toe te voegen
26 maart 2017