Een specht maakt nog geen zomer (005)
Hoe belegger M. Farrer door Specht erin is geluisd vermelden de officiële stukken waaruit wij putten helaas niet. Maar in januari 1998 ging diens BV June Investment zwaar het schip in. Farrer maakte voor het niet bestaande pakket obligaties van de Bayerische Landesbank met een nominale waarde van 10 miljoen gulden via vederlichte rechtspersonen als Agig Foundation en Puxis BV ruim 8 miljoen gulden over op de rekening van ... Convoy Vastgoed.
Het aloude beleggingsvehikel van Willem Endstra. Die stelde het bedrag vervolgens ter beschikking aan Specht, waarop de verheugde Duitse zwendelaar op 9 januari opdracht gaf aan de “onderwereldbankier” om twee miljoen daarvan over te maken op de kantoorrekening van advocatenkantoor Schut & Grosheide. Mogelijk deels als betaling voor de geleverde rechtshulp. Specht’s advocaat had overigens per 1 januari 1998 al afscheid genomen van zijn werkgever en opereerde vanaf die datum vanuit het ressort Haarlem. Op 6 maart werd hij daar zowel ten kantore als ten eigen huize verrast met een politie-inval waarbij niet alleen bescheiden werden meegenomen die aan de zaak Specht waren gerelateerd maar ook hijzelf. Op 14 mei maakte de politie eveneens zijn entree bij Schut & Grosheide en nam 47 genummerde bescheiden die duidelijkheid gaven over de herkomst en de bestemming van het geld in beslag. Maar omdat Specht’s advocaat in beklag was gegaan inzake de huiszoekingen werden ze in een verzegelde envelop achtergelaten onder de hoede van een mr. P. in wie wij mr. M. Pannevis menen te herkennen. Wij vroegen hem om inlichtingen, maar kregen te horen dat hij een weekje weg was. Jammer. Maar we hebben geen haast.