Skip to main content

De Lange

22 februari 2000

Op 1 juni vorig jaar troffen Amsterdamse politiemensen in een verlaten flat aan de Vrijheidslaan een leuke voorraad moderne wapens aan. Zij zouden zijn gewaarschuwd door buren die klaagden over wateroverlast. Op 1 september voltrok zich een identiek scenario aan de Nachtwachtlaan. Opnieuw een lekkende kraan en een grote hoeveelheid modern wapentuig, ditmaal aangevuld met een voorraadje van ruim 200.000 extc-pillen met het logo "Tom en Jerry". Er deden zich wat de wapens betrof twee vragen voor:
a) waar kwamen zij vandaan? en
b) wie was de eigenaar?

Om bij de tweede vraag te beginnen: Telegraaf-reporters kwamen via dezelfde buren te weten dat in de bewuste appartementen "mediterrane types" hadden gewoond. Maar Vrij Nederland meldde in een continuing story in de edities van jongstleden januari dat het om een "safe house" ging van de 39-jarige ex-commando Mink Robert Kok, alias "de Lange". Een groeidiamant uit ons criminele wereldje wiens naam pas echt landelijke bekendheid kreeg toen de commissie Kalsbeek hem in 1999 aanwees als een IRT-infiltrant binnen het Delta-onderzoek versus de erven Klaas Bruinsma. Kok zou niet alleen betrokken zijn geweest bij het "begeleid doorvoeren" van softdrugs maar stiekempjes ook van minimaal 150.000 kilo cocaïne. Veel daarvan verdween dankzij de organisatorische gaven van de Russisch-Israëlische mafia richting Oost-Europa dat net bevrijd was van het communistische juk.

Geheime Diensten

Nu leek tot voor kort het gebruik van de term "safe house" voorbehouden te zijn aan geheime diensten, maar vooral sedert de openbaringen rond Oliver North cs. met hun wapens- en drugstransacties is zelfs bij volstrekte leken op dit gebied het besef doorgedrongen dat de grens tussen geheime diensten en geledingen uit de onderwereld vaak moeilijk is te trekken. Dus ook in dit geval is het heel goed mogelijk dat de in verband met bovenstaande vondsten op 15 september gearresteerde Kok in deze Amsterdamse "safe houses" agenten van een mediterrane dienst ontmoette.
En is zijn ontboezeming dat de wapens en de xtc niet van hem waren wellicht volledig juist.
Trouwens, Kok's advokaat Adèle van der Plas heeft al weken geleden voor de televisie laten doorschemeren dat in de zaak rond "de Lange" inderdaad buitenlandse overheidsdiensten actief waren geweest. En op grond daarvan wist zij zelfs onder het hoofdje "staatsbelang" van de rechtbank gedaan te krijgen dat de beginfase van het proces tegen haar cliënt, dat op 13 maart a.s. van start gaat, achter gesloten deuren plaatsvindt. Een unicum, maar kennelijk beschikt Van der Plas - die bijvoorbeeld ook in het proces tegen de Volendamse hash-handelaar "Jacky" Stroek eind 1997/begin 1998 gelijksoortige ervaringen opdeed - over voldoende bewijs voor haar beweringen.
Alweer volgens Vrij Nederland hadden de vondsten niets te maken met lekkende kranen maar waren de voorraden wapens weggetipt door de BVD die de al sinds 1980 in wapen- en drugskringen gesignaleerde, vloeiend modern Israëlisch sprekende Kok al enige tijd in het snotje zou hebben gehouden. Een andere mogelijkheid is echter dat de vaak verguisde dienst een actie was begonnen tegen een al te brutaal in Nederland opererende zusterorganisatie en langs die weg op Kok stuitte. En mogelijk ging het om de Israëlische Mossad. Dat zou kunnen worden afgeleid uit een artikel van de Britse schrijver Gordon Thomas dat medio augustus vorig jaar op de voorpagina van het Saoedische blad Sharq Al-Awsat prijkte. Volgens Thomas had de Nederlandse overheid aan de Mossad verzocht om op zeer korte termijn haar basis op Schiphol te ontruimen. Aanleiding daartoe was een rapport van de BVD waarin werd aangetoond dat Mossad-agenten via datzelfde Schiphol 5 kilo plutonium naar Israël hadden gesmokkeld. De Israëlische dienst zou direct aan het verzoek hebben voldaan en hun agentuur hebben verplaatst naar Londen. Nu wordt Thomas hier en daar niet voor vol aangezien, maar vast staat wel dat hij tot de kennissenkring behoort van oude Mossad-kanonnen als Rafi Eitan en Mike Harari die beiden furore maakten binnen het Iran/Contra-netwerk. Het feit dat het spoor in de zaak rond de wapenvondsten in Amsterdam naar Jordanië en de Verenigde Staten leidde, zou er op kunnen wijzen dat dat oude netwerk opnieuw of nog steeds functioneert.
Hoe dit ook zij, onder de in Amsterdam aangetroffen wapens bevonden zich tientallen exemplaren die alleen werden geleverd aan overheidsinstellingen als het leger en opsporings- en veiligheidsdiensten. Het ging onder andere om raketwerpers, riotguns, Beretta- en Heckler & Koch-machinepistolen, Minimi- en P 90-mitrailleurs met lasersights van het Belgische bedrijf FN, een uniek prototype FN-assaultgeweer en onbetekenend lijkende snuisterijen als geluiddempers en kogelvrije vesten. VN liet een bij de zaak betrokken wapenhandelaar zeggen dat het aantreffen van zo'n partij uiterst gespecialiseerde wapens - en dan met name het FN-prototype - zeer bijzonder is. Werkelijk?

De Bende van Nijvel

In de nacht van 31 december 1981 werden uit de kazerne van de Belgische anti-terreurgroep Diane in Etterbeek een flinke hoeveelheid wapens ontvreemd. Die bestond uit vijf tot de nieuwste generatie behorende automatische riotguns, vijf FAL-machinegeweren, twee pistolen en vijftien Heckler & Koch-mitrailleurs, waarvan tien met geluiddempers. Van dit toen nagelnieuwe type Heckler & Kochs bestonden nog maar twintig exemplaren en ze waren uiteraard niet in de particuliere handel. Een groot deel van de buit werd later teruggevonden tijdens het onderzoek naar de Bende van Nijvel.
Op 30 september 1982 kreeg wapenhandelaar Daniël Dekaise uit Waver om half elf 'sochtends ongenood bezoek. Twee gemaskerde en gewapende mannen dwongen de aanwezige cliëntele en Dekaise zelf plat op de vloer te gaan liggen. Toen ze een paar minuten later de winkel verlieten hadden zij doelbewust een vijftiental zeer gespecialiseerde wapens bij elkaar gezocht. Daartoe behoorden één Beretta- en twee Ingram-machinepistolen met bijbehorende geluiddempers, die Dekaise zelf net had ontworpen. Hij had een paar weken daarvoor de prototypes getoond aan de Amerikaan Robert Gray. Geen onbekende in het Iran/Contra-circuit. Een deel van de buit werd teruggevonden tijdens het onderzoek naar de Bende van Nijvel.
In de nacht van 9 op 10 september 1983 werden uit de zeilmakerij Wittock-Van Landeghem in Temse zeven hypermoderne kogelvrije vesten gestolen door drie gemaskerde en gewapende mannen. Het ging om prototypes waarvan een paar test-exemplaren in gebruik waren bij het Nederlandse leger. Verder wist niemand van het bestaan van deze nieuwe vesten af. Laat staan waar zij lagen. Ook deze diefstal werd later toegeschreven aan de Bende van Nijvel.
In de periferie van de verhalen rond de Bende figureerden niet alleen Belgische agenten, rechts-extremisten en onderwereldfiguren, maar ook vertegenwoordigers van de Amerikaanse drugsbestrijdingsorganisatie DEA. Zeker in die periode vrijwel allemaal oud-CIA agenten met hun oude vertrouwde politieke agenda. Zij hadden in de jaren zeventig bij onze zuiderburen de methodes van drugsbestrijding geïntroduceerd, die later ook in Nederland ingang zouden vinden en zouden leiden tot het IRT-schandaal. Pseudokoop, infiltratie door gebruikmaking van figuren uit de onderwereld zelf, "begeleide doorvoer", het zelfstandig opzetten van handel in drugs en wapens. Het hele palet. Aan Belgische zijde stonden de operaties onder leiding van de door de DEA opgeleide rijkswachtcommandant Léon Francois wiens speciale eenheid in 1982 zijn Waterloo vond.
Francois en zijn mannen werden beschuldigd van grootscheepse drugs- en wapenhandel ten behoeve van hun eigen bankrekeningen. De straffen waren uiteindelijk net zo miniem als het kleine ding van Manneke Pis bij tien graden vorst. De bij de smokkel betrokken DEA-agenten genoten diplomatieke onschendbaarheid. Verschillende leden van Francois' speciale eenheid speelden volgens verschillende Belgische onderzoekers vervolgens een prominente rol in de organisatie rond de Bende van Nijvel. De zaak-Francois liep volgens hen naadloos over in die van de Bende.

Iran/Contra en het vervolg

Inmiddels was de regering Reagan/Bush samen met figuren uit de Israëlische geheime dienst-wereld begonnen met geheime wapenleveranties aan Iran in ruil voor Amerikaanse gijzelaars. Een paar jaar daarna kwamen in Midden- en Zuid-Amerika ten behoeve van de Nicaraguaanse contra's de wapens voor drugs-transacties van de firma Ollie North op gang. Met assistentie van o.a. CIA- en DEA-agenten (!) en de al genoemde Israëliërs Rafi Eitan en Mika Harari. Eén van de landen waar deze combine grote activiteit ontplooide was Costa Rica. De leiding van de DEA in dat land berustte in die tijd bij Robert Nieves. En het leidt geen twijfel of hij had weet cq. maakte deel uit van de firma North. Zijn "CIA-counterpart" was Joe Fernandez, die samen met Oliver North door de Costaricaanse regering de status van persona non grata kreeg aangemeten toen hun betrokkenheid bij de drugsdoorvoer al te manifest werd. Nieves bleef achter, maar eind jaren tachtig werd hij naar de Verenigde Staten teruggeroepen en benoemd tot directeur Internationale Operaties van de DEA. In wezen werd hij daarmee volledig verantwoordelijk voor de stormachtige ontwikkelingen die zich vanaf beginjaren negentig in Nederland voordeden op het gebied van drugsbestrijding of wat daar voor doorging.
Een paar weken geleden meldde het doorgaans goed ingelichte blad INT (Intelligence) van de in Parijs gevestigde Olivier Schmidt dat Mink Kok in de eerste helft van de jaren negentig tijdens zijn groeiende activiteiten voor het IRT binnen het Delta-complex via een aantal "cut outs" zijn orders zou hebben ontvangen van Robert Nieves. Dat ook bij deze combinatie wapens en drugs bij elkaar hoorden als Willem Alexander en Maxima bleek in 1992 toen in een Friese boerderij naast een grote partij softdrugs ook 100 kilo semtex werd aangetroffen. Geen goedje dat in de schappen van Albert Heijn is terug te vinden. Kok werd in de buurt van de boerderij aangehouden, maar bij gebrek aan bewijs weer op vrije voeten gesteld.
Eind 1993 donderde het IRT-bouwsel krakend in elkaar. Maar het is niet waarschijnlijk dat de combinatie DEA-Kok daarmee eveneens uiteen viel. In 1994 trof de Amsterdamse recherche een leuke partij wapens, springstof en cocaïne aan in de Newtonstraat. Twee heren werden gearresteerd. Opnieuw viel de naam van Mink Kok. Dat was geen wonder want de recherche beschikte over videobeelden van een reisje van de twee gearresteerde heren naar Amerika (!) in gezelschap van Kok. Maar verder bewijs was aanvankelijk niet voor handen. Later werden Kok's vingerafdrukken gevonden op het plastic waarin de wapens waren gewikkeld. Hij werd alsnog juridisch vervolgd en uiteindelijk in 1996 tot zes jaar veroordeeld. "De Lange"ging in beroep bij het Europese Hof en bleef dientengevolge op vrije voeten.
Ondertussen was Nieves half november 1995 opgestapt bij de DEA. Maar duimen draaien was hem blijkbaar vreemd. Hij ging namelijk onmiddellijk daarna aan de slag bij het Amerikaanse bedrijf Guardian Technologies Inc. waarvoor zijn oude buddies uit Costa Rica, Joe Fernandez en Oliver North, al geruime tijd aktief waren waren. Het bedrijf is gespecialiseerd in de productie van kogelvrije vesten. Of Guardian Technologies een cover vormt voor aktiviteiten die meer in overeenstemming zijn met de aanwezige expertise binnen het bedrijf, is de vraag. Misschien wordt dat wat duidelijker als George W. Bush, de zoon van de voormalige president en Iran/Contra chef George Bush sr., het Witte Huis betreedt.

Laatste hoofdstuk (?)

Of het officiële verdwijnen van Nieves uit de DEA-contreien gevolgen heeft gehad voor Kok moet ernstig worden betwijfeld. Eind 1997 werd in Brussel Koen Veeckman gearresteerd. Een employé van het bureau Sirène, dat internationale politieonderzoeken en undercover-operaties in Europa administratief coördineert. Uit onderzoek zou aan het licht zijn gekomen dat Veeckman al enige jaren uiterst gevoelige informatie uit de Sirène-dossiers had doorgespeeld aan Mink Kok in ruil voor voorraadjes cocaïne voor eigen neus. De dossiers die Veeckman had gelicht bevatten voornamelijk gegevens over onderzoeken naar de illegale werkzaamheden van "de Lange" zelf.
Onderandere gewapend met de kennis die hij daaruit putte zou Kok coute que coute hebben willen voorkomen dat zijn dubbelrol naar buiten kwam. Daarnaast bleek Veeckman ook op grote schaal informatie achterover te hebben gedrukt over het doen en laten van de Russisch/Israëlische mafia in België, die zich vooral in Antwerpen in een paar jaar tijd een imposante machtspositie had verworven. Met name binnen de prostitutie en bij de aan- en doorvoer van cocaïne uit Zuid-Amerika. Na zijn arrestatie verklaarde Veeckman vrij vlotjes dat hij zijn illegale praktijken had ontwikkeld ten behoeve van Kok. Deze ontkende echter in vele toonaarden. Niettemin werd hij door de Belgische Justitie op de telex gezet en niet lang daarna door de Franse politie ingerekend. Hij verhuisde naar een Belgische cel waar hij bezoek kreeg van de Amsterdamse Officier van Justitie Fred Teeven. Teeven had in Nederland aan de wieg van de "begeleide doorvoer"-methode gestaan en moet dus noch voor Kok noch voor diens DEA-contacten een onbekende zijn geweest. Hoe dan ook, er kwam in deze hoogst ongebruikelijke ontmoeting à deux een deal tot stand tussen de OvJ en Kok. In ruil voor informatie en een borgsom van één miljoen gulden zou Kok waar het drugshandel betrof vrijuit gaan. Tot verbijstering van de Brusselse OvJ Van der Seijpt stond de Nederlandse hoofdverdachte in het proces Veeckman binnen veertien dagen weer op straat en vatte zijn oude werkzaamheden weer op, alsof er niets gebeurd was. Na zijn vrijlating viel Kok's naam als potentiële koper van drugs bij twee belangrijke zaken. Bij de smokkel van ruim 1200 kilo cocaïne via de Antillen naar Nederland en een partij xtc naar de Verenigde Staten. In beide gevallen viel een reeks van arrestaties te noteren. Kok werd niet eens verhoord. Zijn positie leek onaantastbaar. Tot de BVD er vorig jaar blijkbaar genoeg van kreeg. Het proces tegen "de Lange", dat zoals vermeld in maart achter gesloten deuren begint, zal zonder enige twijfel heel wat stof doen opwaaien. Tenminste, als er wind is.

Morgenster, 22 februari 2000

Klik hier om uw reactie toe te voegen
22 februari 2000