Skip to main content

De Beverwijk files (013)

28 augustus 2020

Het kon niet uitblijven. Een van de luitjes die ook bij de eerste onderhandelingen tussen een Nederlandse en Middenoostelijke delegatie over nucleaire leveranties aanschoof was de eind jaren zeventig naar Parijs verhuisde Manucher Ghorbanifar. En als er iemand van dit allooi is over wie wij in het verleden een karrevracht in de openbaarheid hebben gekieperd dan is het deze oude SAVAK-officier wel. Maar uit onderstaand relaas van Peter van Haperen blijkt dat er naast de al eerder genoemde figuren uit de schaduwwereld nog een paar duisterlingen hun opwachting maakten voor een serieus gesprek met het onder leiding van onze secretaris-genraal van Defensie Gerard Peijnenburg en Paul Lubbers staande poldergezelschap. Lees en vermijd de explosies (JP).

De nucleaire onderhandelingen op Cyprus (2)

(door Peter van Haperen)

Ja, de onderhandelaars namens Ruud Lubbers, zijn broer Paul en defensiespecialist Gerard Peijnenburg zagen inderdaad andere mogelijkheden om tot een deal te komen met hun counterparts uit het Midden-Oosten. Niet op basis van het onzinverhaal over de gestolen/verkochte 600 kilo uranium maar met een plan om de stabiliteit in de regio te herstellen na de aanval van Israël op het Iraakse atoomcentrum Osirak. Deze operatie vond plaats twee weken eerder op 7 juni 1981 (1ste Pinksterdag) en kreeg de naam ‘Operatie Opera’ mee. Maar waarschijnlijk was het meer om de belangen van Hollandia Kloos en Ballast Nedam in die ontvlambare gebieden te stabiliseren of liefst te versterken. De twee vertrouwelingen van wollige Ruud wisten in een onderonsje met Zubaidi en Assad te regelen dat vertegenwoordigers van alle betrokken partijen binnen 48 uur naar Cyprus zouden komen om op een toen nog geheime locatie de mogelijkheden af te tasten voor levering van materiaal voor het produceren van ultramoderne (kern)wapens om de agressie van Israël in te dammen door hen dezelfde wapens in handen te geven. Die kennis was al door Nederland geleverd door middel van Qadir Khan. Door Peijnenburg en Lubbers werd hen nu ook een mogelijkheid geboden niet alleen de kennis maar ook het materiaal in hun bezit te krijgen. Inmiddels was het dinsdag 23 juni 1981. De bespreking werd zonder voorbehoud gepland voor de vrijdag daarop 26 juni 1981. De exacte locatie zou bekend worden gemaakt wanneer alle betrokkenen gearriveerd waren. Dit om verrassingen en verraad te voorkomen.

Dit alles lijkt op een soloactie van een politieke groep rond Ruud Lubbers, die zeker niet gesanctioneerd was door de toenmalige regering samengesteld uit leden van het CDA, PvdA en D66. Dat blijkt ook wel door het inschakelen van Interdoc voor de beveiliging van die bespreking in plaats van dat er gebruik werd gemaakt van de officiële inlichtingendiensten, de BVD en/of de IDB (Inlichtingendienst Buitenland). Op woensdag 24 juli 1981 kreeg ik via de semafoon een gecodeerde oproep die betekende dat er onmiddellijk een telefoonnummer in Den Haag gebeld moest worden. Voor de meeste burgers lijkt, door films, boeken en tv-series het leven van een undercoveragent een opvolging van gevaarlijke acties te zijn, maar die momenten zijn zeldzaam. Een dergelijke oproep brengt dan ook gelijk een toestand van alertheid, spanning en bezorgdheid, een soort overlevingsmechanisme. De orders waren er ook naar. De opdracht was om alles waar ik mee bezig was neer te gooien, reisbenodigdheden in te pakken en binnen een uur klaar te staan op vliegveld Eelde om met een helikopter via vliegkamp Valkenburg naar Schiphol gebracht te worden om vandaar met een chartervlucht naar Cyprus te vertrekken. De tussenstop op vliegkamp Valkenburg had ten doel om een groep beveiligers en materiaal op te pikken. Een gesmeerde operatie.

Het doel van de vliegreis was de internationale luchthaven van Larnaca. In het vliegtuig werd ik bijgepraat door mijn case-officer Carl Armfelt. Er was sprake van een delicate opdracht, een bespreking over de veiligheid in het Midden-Oosten met vertegenwoordigers van diverse regiolanden, een Amerikaanse delegatie en een Europese groep die later alleen bleek te bestaan uit de Nederlanders Gerard Peijnenburg en Paul Lubbers en uit België, Jacques van Ypersele en Faez al Ajjaz, een Syrisch-Saoedische wapenhandelaar met een kantoor in Brussel. Mijn taak zou zijn om samen met een Belgische agent de veiligheid rond de vergaderzaal te waarborgen. Armfelt was zeer beducht voor een interventie door de Israëliërs die dergelijke onderhandelingen in die explosieve periode na de aanval in Irak niet zouden waarderen en mogelijk de Mossad laten interveniëren.

Na aankomst op de luchthaven van Larnaca ging alles vrij vlot. Een Engelssprekende diplomaat stond ons al op te wachten waardoor het passeren van de douane niet meer dan een formaliteit was.
Met een kleine passagiersbus werd ik met Armfelt afgezet bij het Frangiorgo hotel afgezet op een steenworp afstand van de boulevard van Phinikoudus. De beveiligers werden naar een hotel in het oude stadscentrum gebracht. Het Frangiorgo hotel was de locatie waar de bijeenkomst de volgende dag in de vergaderzaal plaats moest vinden en een invasie van beveiligingsmensen zou teveel opvallen. Alleen degenen belast met de beveiliging en de controle van de vergaderzaal op afluisterapparatuur en andere risico’s verbleven in het hotel zelf.

Vrijdagmorgen om 9 uur arriveerden de eerste genodigden bij het hotel. Vier van de deelnemers uit het Midden-Oosten waren gekleed in thobe met de keffiyeh als hoofdbedekking om hun anonimiteit te waarborgen, de vijfde die zich opwierp als de leider van het gezelschap droeg een guhtra met agal om hem op zijn plaats te houden. Het gouden borduursel op de guhtra wees op de belangrijkheid van zijn functie. Er waren twaalf gasten. Gelet op de cultuur en het onderwerp van de onderhandelingen allemaal mannen, varierend in leeftijd van begin dertig tot eind vijftig en afkomstig uit vier landen in het Midden-Oosten, twee uit België, twee uit Nederland en drie uit Amerika.

De volgende personen namen deel aan de bijeenkomst:
- Syrië, Rifad Assad, lid geheime dienst Syrië, Manzur al Kassar, Syrische wapenhandelaar
- Libië, Abuzed Omar Dorda, lid geheime dienst Libië, Moussa Koussa, lid geheime dienst Libië
- Jordaans-Palestijns, Hassan Zubaidi, onofficiële cover
- Nederland, Gerard Peijnenburg, secretaris generaal van Defensie, Paul Lubbers, Hollandia Kloos
- België, Jacques van Ypersele de Strihou, kabinetschef België, Faez al Ajjaz, wapenhandelaar
- Amerika, Albert Hakim, Iraans immigrant en wapenhandelaar, Munacher Ghorbanifar, onderhandelaar namens Reagan met Iran en Richard Secord, Amerikaans Major Generaal en adviseur Iraanse Luchtmacht tijdens het bewind van de Sjah.

Alle twaalf werden ze begeleid door een persoonlijke bewaker en door hen naar de vergaderzaal gebracht. Aan de ronde tafel in het midden van de zaal waren twaalf stoelen geplaatst met voor hen een naamkaartje in het Engels en Arabisch waar verwacht werd dat ze plaats zouden nemen. Afgesproken werd om Engels te spreken dat ze allemaal beheersten en dat er niets opgeschreven of opgenomen zou worden. Iedereen moest zijn eigen mening kunnen geven, ideeën opperen en vragen stellen zonder daar later mee geconfronteerd te worden. De aanwezigen werden verzocht om alles wat besproken werd goed in zich op te nemen en hiervan aan hun achterban een mondelinge rapportage te geven. De ruimte was behalve door ons ook door de Arabische beveiligers op afluisterapparatuur gecontroleerd en schoon bevonden. Nadat de twee mannelijke obers thee en lekkernijen hadden geserveerd en daarna net als de persoonlijke bewakers de zaal hadden verlaten konden de 12 apostelen met het beladen onderwerp over het verstekken van nucleaire technologie beginnen.

Over de details van de onderhandelingen die op Cyprus plaatsvonden is toen en ook later niet veel naar buiten gekomen. Dat was anders over de vervolgbespreking die twee weken later in Beiroet plaatsvond en die door de aanwezigheid van Oliver North een impact kreeg die nadreunde tot en met de Iran Contra-affaire.

Stay tuned

Klik hier om uw reactie toe te voegen
28 augustus 2020
De Beverwijk files