De Beverwijk files (005)
Willemien was geen verzetsleider. Geen verzetsheld. Net zo min als haar schoonzoon dat was, die in ieder geval voor de oorlog voor twee Duitse inlichtingendiensten in de weer was en tijdens de oorlog een sollicitatiebrief naar oom Adolf stuurde, die volgens getuigen mede-ondertekend was door prinses Juliana. Maar wie wil daar nog van weten? Geen poedel. Als koning Willy dus postuum zijn opstelletje over zijn ferme overopoe voorleest applaudisseert het Thialfvolk met net zoveel enthousiasme als bij een rondje 29 van Sven Kramer. Wat een koning! Gelukkig hult niet iedereen zich in het oranje in de eerste week van mei. En Peter van Haperen zeker niet. Lees en zing daarna onder leiding van juf de Breij opnieuw “Zing, vecht, huil, bid lach, werk en bedonder”. Misschien lucht het op. (JP)
Willem Alexander: het duistere verleden en de excuses. (2)
door Peter van Haperen
We komen toch even terug op de door Jan Snoek geschreven roemruchte toespraak van koning Willem Alexander Sombermans. Weet u het nog, zijn beste speech ooit.
Als je alle commentaren mag geloven was dat inderdaad zo. Op sociale media en door journalisten van allerlei allooi, werden we getrakteerd op de prachtigste superlatieven op het lyrische af. Maar wat voor geweldige uitspraken had de koning dan wel gedaan om al dat applaus en de lovende kritiek te verdienen?
Heel eenvoudig, de koning had zich kritisch uitgelaten over zijn overgrootmoeder Wilhelmina. De koninklijke spreekbuis van het NOS-journaal Kysia Hekster kon er niet over uit: zo oprecht, zo krachtig, zo indrukwekkend! Een echte historische toespraak. Lodewijk Asscher, precies, de nazaat van een van de leiders van de Joodse Raad, wiens familie met de Duitsers meewerkte om andere Joodse families naar de concentratiekampen te sturen met de bekende fatale gevolgen, sprak zelfs van een: ‘adembenemend goede toespraak’. Wat waren dan die adembenemende woorden?
“Ook vanuit Londen, ook door mijn overgrootmoeder, toch standvastig en fel in haar verzet.”
Hoe standvastig en fel in haar verzet was koningin Wilhelmina dan geweest? Je mag verwachten dat Willem Alexander daar alles vanaf weet. Niet voor niets heeft onze koning ‘Vaderlandse’ geschiedenis gestudeerd, en dan nog wel in Leiden onder niemand minder dan de bekende hoogleraar H.L (Henk) Wesseling.
Alleen wilde het niet zo erg vlotten met die studie. De toenmalige prins van oranje was volgens buurtbewoners in Leiden, meer bezig met kattenkwaad uithalen en feestjes bezoeken dan met studeren. Hij kreeg daar ook zijn bijnaam ‘Prins Pils’. Onze prins genoot zeer van het studentenleven en kon een glaasje (teveel) wel waarderen. Dat glaasje leverde soms ook wel problemen op. In 1988 haalde onze ‘Koninklijke Pilsdrinker’ de kranten door met zijn Ferrari in de Leidse singel te belanden. De prins had teveel gedronken. We hebben hier later niets meer over gehoord. Of de prins hierdoor een strafblad kreeg of dat de verzekering weigerde uit te betalen, zoals normaal is na rijden onder invloed en daarbij ook nog een ongeluk veroorzaken. U mag het zeggen maar ik heb mijn twijfels. Moeder Beatrix had zo haar connecties.
Maar terug naar de studie. De prins was op de middelbare school geen hoogvlieger geweest. Dat was in Leiden ook niet het geval. De hoogleraren onder leiding van de al eerdere genoemde Henk Wesseling hadden er moeite mee om de stof tot de prins door te laten dringen. Dit ondanks dat Willem Alexander voornamelijk privé-colleges kreeg om hem niet ‘nog meer’ af te laten gaan ten opzichte van zijn medestudenten.
De prins was volgens Wesseling ‘beslist geen intellectueel’ en zelfs dat was nog een understatement. Voor de ‘pretstudie’ geschiedenis had onze toekomstige koning maar liefst zes jaar nodig en wist alleen te slagen door de welwillende medewerking van de hoogleraren. Dat hadden ze beter niet kunnen doen. Onze koning had het niet in zich om zelfs maar de redelijk recente geschiedenis onder de knie te krijgen en grijpt wat zijn overgrootmoeder en haar standvastigheid en verzet in de Tweede Wereldoorlog betreft, terug op de geschiedvervalsing van historicus Loe de Jong. We zullen de koning wat helpen met de hiaten in zijn geheugen over de rol van zijn overgrootmoeder tijdens de oorlog en het echte verhaal over haar heroïsche verzetsverleden.
De vlucht van Wilhelmina naar Engeland
De mythe dat Wilhelmina en de andere oranjes met grote tegenzin maar gedwongen door de omstandigheden, Nederland moesten verlaten is al lang achterhaald. Hier waren al vanaf september 1939 uitgebreide voorbereidingen aan vooraf gegaan. Vooral prins Bernhard hield zich hier mee bezig tijdens zijn (zogenaamde) inspectiereizen. Ook de Belgische koning Leopold III die kort voor het uitbreken van de oorlog nog tweemaal naar Nederland kwam, speelde een rol in de vluchtroutes, zoals door Bernhard gepland. Een van de vluchtroutes voerde langs de Belgische kust naar Frankrijk. De andere vluchtroute zou gaan over zee naar Engeland. Hiervoor lagen in de vroege meidagen volgens afspraak twee Britse oorlogsbodems klaar. Een in IJmuiden, de andere in Hoek van Holland en zo is het gegaan. Bernhard vertrok als eerste met zijn gezin met de torpedobootjager ‘Codrington’. Een dag later was het de beurt aan Wilhelmina die vertrok met de andere Britse torpedobootjager H.M.S. Hereward. Wilhelmina ging niet alleen, maar in gezelschap van de directie van Philips, en hoe kan het anders, de directie van Koninklijke/Shell. Op de dag dat Wilhelmina arriveerde in Engeland ging zij met de hele familie inclusief de kleinkinderen gezellig dineren bij de ‘Von Hannovers’, de oorspronkelijke naam van de (Engelse) Windsors. Wat een geweldige planning voor zo’n ‘onvoorbereide’ vlucht, bijna niet te geloven.
Zo onvoorbereid was die vlucht dan ook niet. De koningin wilde onder geen beding naar Engeland, ze kon toch haar volk niet in de steek laten? Waar dacht ze dan dat de directieleden van Philips en Koninklijke/Shell naar toe zouden gaan? Toch wel vreemd, ze kwam zeer tegen haar zin aan in de Engelse haven Harwich. Wonder boven wonder staat daar, in oorlogstijd, een trein in vol ornaat gereed om haar naar Londen te brengen. Na aankomst in Londen was er, tot ieders verrassing, een erewacht aanwezig om haar te verwelkomen. Maar de koningin zelf was niet verrast! Integendeel, Wilhelmina deed het voorkomen of zij in Engeland was voor een staatsbezoek en inspecteerde de erewacht op de ‘zo van haar’ bekende arrogante wijze. Hierna vertrok zij met haar familie voor het vermelde gezellige diner met de Engelse Duitsers. Gelooft u echt nog in het verhaal van de onvoorbereide vlucht?
De onverzettelijke verzetsheldin
Wilhelmina, Moeder des Vaderlands, als de spreekwoordelijke haas trok ze aan haar stutten terwijl onze soldaten als leeuwen vochten en sneuvelden op de Grebbeberg om het land te beschermen tegen de vijand. Maar Wilhelmina vocht mee op haar eigen manier. Volgens Loe de Jong heeft Wilhelmina met haar ferme toespraken voor radio Oranje en haar slogan ‘hou vol landgenoten’ ons zo’n beetje op haar eentje door de oorlog heen gesleept of zou zelfs, min of meer, onze bevrijding hebben bewerkstelligd. De waarheid lag toch iets genuanceerder. Even over haar radiopraatjes: over de periode van 1940 -1945, in totaal nog geen zes uur. In 1942 kon ze drie maanden helemaal geen radiopraatje houden omdat ze bij Juliana in Canada aan het vakantievieren was. Toen had ze even geen tijd voor al dat oorlogsgedoe in Europa. Ze was ook maar een gewoon mens vertelde ze tegen de gastfamilie die haar ophaalde van het vliegveld. Toen even later de gastheer stopte voor een verkeerslicht kwam toch de ware aard weer naar boven met de gedenkwaardige woorden: ‘Beste man, u kunt gewoon doorrijden, ik ben tenslotte de koningin.’
Wilhelmina was wat wereldvreemd, ze had zich nooit zo beziggehouden met het gepeupel in haar vaderland en had geen flauw idee wat er zich tijdens het oorlogsgebeuren afspeelde. Ze had geen enkel besef van de internationale politiek. Daar had ze zich in Nederland nooit mee bemoeid dus waarom zou ze dat vanuit Engeland doen. Alles was gebaseerd op hoe ze over zou komen bij het Nederlandse volk om na de oorlog weer op dezelfde manier door te gaan met potverteren. De zogenoemde invloed die ze zou hebben op de bondgenoten bestond alleen in haar fantasie. Met Churchill sprak ze meestal twee keer per jaar, maar die zei steeds dat hij niets voor haar kon betekenen omdat hij zelf afhankelijk was van de Amerikaanse president Roosevelt. Die ontmoette ze in 1942 samen met Eelco van Kleffens, haar minister van Buitenlandse Zaken. Minister van fantasieland.
Roosevelt moest helemaal niets hebben van Wilhelmina en liet weten geen persoonlijke gesprekken meer te willen voeren met dat rare over het paard getilde mens. Ook de brieven die ze aan hem stuurde werden niet beantwoord. Niemand van de politieke of militaire leiders trok zich iets aan van de excentrieke vrouw gekleed in een baalzak. Maar vergis u niet, ook dat was een spel. Tijdens haar ‘vakantie’ bij Juliana in Canada, was ze heel chic gekleed en gekapt en voor die tijd een elegante modebewuste verschijning. Waarom dan al die komedie van een sober leven en net als haar onderdanen in Nederland op rantsoen? Dat was ook niet te zien aan haar figuur. Nee, Wilhelmina kwam niets te kort en was alleen voor de bühne solidair met haar hongerlijdende landgenoten.
In haar verbeelding dacht ze echt dat ze macht had over de echte wereldleiders. Haar regering in ballingschap had grote moeite om dat in goede banen te leiden en lagen dan ook permanent met haar in de clinch. Een wereldvreemde vrouw, ondemocratisch en anti parlementair met onredelijke uitbarstingen als ze haar zin niet kon doordrijven. Tijdens die veel voorkomende driftbuien als gevolg van gebruik van geestverruimende middelen, was er geen land met haar te bezeilen. Ze deed uit de hoogte, voelde zich boven een ieder verheven, was buitengewoon koppig en eigenwijs. De ministers vroegen zich regelmatig af of Hare Majesteit wel helemaal normaal was. En dit zou de onverzettelijke standvastige moeder van het verzet zijn geweest?
De historicus Gerard Aalders stelde het heel duidelijk:
Wat blijft er van Wilhelmina over als we haar ontdoen van al de mythes en imponerende daden waarmee biografen, geschiedschrijvers maar ook spindoctors haar hebben omgeven? Het antwoord is eenvoudig: ‘Een hoop lucht in een baalzak.’