Skip to main content

De Bank (001)

07 mei 1999

In Spanje sleept zich al jarenlang een proces voort tegen topondernemer Javier de la Rosa. Hij wordt ervan beschuldigd zijn voormalige opdrachtgever Kuwait Investment Office (KIO) circa 5 miljard dollar afhandig te hebben gemaakt ten faveure van derden en van zichzelf. In de slagschaduwen van deze wijdvertakte affaire gingen inmiddels talloze reputaties met het grootvuil mee, sneuvelde de regering Gonzalez en gingen een paar grote bedrijfsconcentraties ten onder. Ook Nederland heeft in dit drama een rol gespeeld. We gaan terug in de tijd.

door Jan Portein

In juli 1990 was voor iedereen zelfs zonder bril duidelijk dat de Iraakse leider Saddam Hoessein snode plannen koesterde ten aanzien van Koeweit. Een deel van zijn troepenmacht, die in het verloop van tien jaar dankzij de gezamenlijke inspanningen van Reagan, Bush en Thatcher tot aan het tandvlees bewapend was met shit waarvan wij in Nederland een iets beter idee hebben gekregen sedert de enquête rond de Bijlmerramp, trok zich samen aan de grenzen van zijn minuscule zuiderbuur. Voor president Bush cs. een uitstekende gelegenheid om hun bord weer schoon te wissen en Saddam Hoessein de rol van de Hitler van het Midden Oosten aan te meten. Op 25 juli liet April Glaspie, de Amerikaanse ambassadeur in Baghdad, subtiel aan de Iraakse regering weten dat de Verenigde Staten neutraal stonden bij een eventueel gewapend conflict tussen Irak en Koeweit (1). Er waren in die tijd zelfs berichten, dat zij in opdracht van Washington aan Saddam had laten weten dat de regering Bush stilzwijgend akkoord zou gaan met een Iraakse annexatie van Noord-Koeweit. De dag na Glaspie's slinkse diplomatieke zet zou een Amerikaans team met een hoog CIA-gehalte zich met Mach-spoed naar Moskou hebben begeven om president Gorbatsjov een document te laten ondertekenen waarin hij akkoord ging met Russische afzijdigheid bij een mogelijk geallieerd optreden versus Saddam Hoessein (2). Op 2 augustus vielen de Iraakse troepen Koeweit binnen en konden Bush en zijn verzamelde westerse trawanten zich opmaken voor hun grote schoonmaakbeurt. Tegelijkertijd maakten zij gebruik van de totale verwarring bij de Koeweiti's om ze her en der op forse schaal lichter te maken. In Spanje kwam een puntje van de ijsberg boven water.

De vogeltjesmarkt...
Eén van Koeweit's belangrijkste investeringsvehikels in de wereld is KIO. Op het moment van de Iraakse inval werd het totaal belegde vermogen van Koeweit op 170 miljard dollar geschat. Rond een derde daarvan was aan de zorgen van KIO toevertrouwd. Het beheer van die iets meer dan 50 miljard dollar was grotendeels in handen van het hoofdkantoor in Londen, dat op papier werd geleid door sjeik Fahad Mohammed al Sabah en zijn rechterhand Fouad Khaled Jaffar. In het dagelijkse management had een aantal vertegenwoordigers van Britse banken echter wel drie vingers in de naar olie smakende pap. Ook toen in 1988 werd besloten tot de uitbreiding van KIO's invloed in de Spaanse industriële wereld. Dat laatste kon niet zonder slag of stoot. In de Spaanse Wet op de Buitenlandse Investeringen was namelijk opgenomen, dat aankopen door buitenlandse regeringsinstanties officieel aangemeld moesten worden en vervolgens op hun merites beoordeeld door de Spaanse, op dat moment socialistische, ministerraad. Dat zag men in de top van KIO blijkbaar niet zo zitten. Er werd daarom gekozen voor een sluiproute om Spanje te betreden. Via de Rotterdamse BV's Koolmees Holdings en Kokmeeuw Holdings, die sinds 1986 op bescheiden schaal op het Iberisch schiereiland actief waren. Omdat de regering Gonzalez ervan uit ging dat zich onder de vleugels van deze twee Rotterdamse vogels (Nederlandse) particuliere beleggers hadden verzameld, strooide zij volgens de vigerende Spaanse regels op dat gebied ook nog ten overvloede met subsidiezaad in de hokken van Koolmees en Kokmeeuw na een paar spectaculaire overnames binnen de Spaanse industrie, die hard aan modernisering toe was. Zo breidden de gevederde vrienden van KIO nog in 1988 met een investering van 2 miljard gulden hun nest uit in de Spaanse olie-industrie en voegden de door hen beheerste bedrijven in die sector aaneen tot de petrochemische reus Ercros. Het jaar daarop vergrootten zij vervolgens met ruim 4 miljard gulden hun aandeel in Grupo Torras, één van de belangrijkste industriële conglomeraten in Spanje, tot 72 procent. En daarmee had KIO zijn eigen maingate in Madrid gecreëerd zonder dat ooit haar naam was gevallen (3).
Ten tijde van de Iraakse aanwezigheid in Koeweit werden deze illegale wegboekingen uiteraard nog geïntensiveerd. Daarbij vergat De la Rosa zijn vrienden niet. Hij maakte bijvoorbeeld in 1990 honderd miljoen dollar over naar de Zwitserse rekening van Manuel de Prado, de Spaanse ambassadeur in Zwitserland en adviseur van koning Juan Carlos. Naar goed internationaal voorbeeld maakte De la Rosa bij zijn transacties gebruik van de diensten van verschillende internationale banken en van brievenbusfirma's op de Bermuda's, de Bahamas, Gibraltar, de Kanaaleilanden en in Nederland om het spoor van het gesluisde geld zoveel mogelijk uit te wissen (bijvoorbeeld Doferas Finance, Sierra Nevada Holding, Intermutual Trustees en Wienerwald BV). Voor een deel overigens vergeefs.
Naar De la Rosa later verklaarde had hij al die overboekingen uit de middelen van Grupo Torras en Ercros gepleegd in overleg met de hoogste leiding, i.c. Al Sabah, Jaffar en de top van de Nederlandse BV's. Honderden miljoenen zouden deels zijn gebruikt om politieke goodwill voor Koeweit te kweken (in gewone mensentaal "smeergeld"), deels voor geheime oorlogsuitgaven, omdat aanvankelijk de Koeweitse tegoeden bij de banken na de inval van Irak waren bevroren. Al Sabah en Jaffar protesteerden luid tegen deze al te grofkorrelige voorstelling van zaken. Vanuit het Nederlandse vluchtcentrum werd - althans in de openbaarheid - niets vernomen.

Modder
De la Rosa werd bij zijn frauduleuze praktijken geassisteerd door de voormalige advocaat en politieke intrigant Mario Conde, die zich in 1986 een warm plekje had verworven in de top van Banesto. Een bank die zich in de periode daarna in een warme populariteit bij de Spaanse kleine man mocht verheugen door lage rentes op leningen en het sponsoren van een fameuze wielerploeg rond Tourwinnaar Miguel Indurain. In 1992, toen het gifgas in Irak en Koeweit was opgetrokken, begon in Spanje de boel te kraken.
Ercros, Grupo Torras en Banesto raakten in de rode cijfers, zij het dat het grote publiek daar nog geen weet van had. Dat veranderde toen KIO zowel in Engeland als Spanje een proces tegen De la Rosa aanhangig maakte en de Spaanse Justitie ook bij Mario Conde aanklopte. Het frauduleuze duo verdedigde zich op Zuideuropese wijze: via de schandaalpers en via ondergrondse acties. Zij kregen daarbij de steun van een voormalig lid van de Spaanse geheime dienst Cesid, die in 1991 voor het laatst de garage van zijn werkgever uitreed met een bestelbusje vol uiterst gevoelige dossiers. Daaruit zou ondermeer zijn gebleken dat de dienst jarenlang prominente Spanjaarden onder wie koning Juan Carlos had afgeluisterd. Toen de stille chantage van de zijde van De la Rosa en Conde in de richting van de Spaanse overheid in hun ogen te weinig effect sorteerde, begonnen zij druppelsgewijs te spuien uit het spaarbekken van
de Cesid-dossiers via El Mundo. Een krant waar hun vriend Pedro J. Ramirez de functie van hoofdredacteur vervulde. Zowel koning Juan Carlos als de regering van Felipe Gonzalez kwamen in zwaar weer terecht. Met name de berichtenstroom over de kwestie rond de GAL, de doodseskaders die tussen 1983 en 1987 onder verantwoordelijkheid van de socialistische regering zeker 27 (al dan niet vermeende) leden van de Baskische ETA vermoordden, zorgden voor veel politieke commotie en vormden de opmaat voor de definitieve val van het socialistische bewind in Spanje in 1996. Jose Maria Aznar, de conservatieve opvolger van Felipe Gonzalez, behoorde net als De la Rosa en Conde tot de intimi van El Mundo's hoofdredacteur. Het duurde tot 1997, toen een paar hoge functionarissen uit de regering-Gonzalez in de GAL-kwestie tot gevangenisstraffen waren veroordeeld, voordat Ramirez een koekje uit eigen trommel kreeg. In november van dat jaar werden namelijk op ruime schaal video-tapes verspreid waarop Ramirez en een buitenechtelijke dame met extatische bijgeluiden een respectabel programma aan rek- en strekoefeningen afwerkten. Daarnaast rouleerden binnen een wat beperkter kring tapes met vertrouwelijke gesprekken tussen Ramirez en premier Aznar, die de onderonsjes tussen onze Rijks Voorlichtings Dienst en het crème van Nederland's hoofdredacteuren degradeerden tot uitjes naar het Land van Ooit.
Het gooien met modder had uiteindelijk in het justitiële steekspel rond de KIO-affaire weinig resultaat. Grupo Torras, Ercros en Banesto legden het loodje en zowel De la Rosa als Conde belandden na tussenvonnissen van tijd tot tijd achter de tralies. In afwachting van hun definitieve berechting. Ook de processen tegen andere leidinggevende leden van de drie bedrijven duren nog voort. Eén van hen was IOC-topman Juan Antonio Samaranch. Als lid van de Raad van Bestuur van Ercros wordt hij ervan verdacht mede-verantwoordelijkheid te dragen voor het onttrekken van 25 miljoen dollar uit de liquide middelen van zijn bedrijf toen dat al in surséance van betaling verkeerde. Eén en ander op instigatie van topman De la Rosa. De uitspraak in dit proces laat voorlopig nog even op zich wachten. Met het oog daarop heeft de regering-Aznar het verzoek van Samaranch om de Spaanse kroonprins toestemming te geven om net als Willem van Alexander toe te treden tot het Internationaal Olympisch Comité voorlopig in de ijskast gezet. Een heel wat voorzichtiger beleid dan onlangs in het Haagse Torentje werd uitgebroed. Daar kreeg onze koninklijke H2O-expert van poldermodelleur Kok al witte rook nadat het bestuur van de Olympische club een paar bobo's had gedumpt die zich wat al te nadrukkelijk in de smeerkuil hadden gemanifesteerd. En Henry Kissinger, Oranje-adept uit het Bilderbergcircuit en gabber van opa Bernhard, de leiding kreeg over een commissie die de club van Samaranch in de toekomst moet behoeden voor het uitlekken van nog meer vuiligheid. Terwijl Kok via zijn redelijk gehonoreerde raadslieden bij Algemene Zaken toch aardig op de hoogte moet zijn van de perikelen rond KIO in Spanje. Al was het alleen maar omdat KIO's Nederlandse speerpunten Kokmeeuw en Koolmees dochters waren van de Nationale Trustmaatschappij, die de administratie en de dagelijkse leiding verzorgde (6). Op haar beurt ging (en gaat) de Nationale Trustmaatschappij weer als volle dochter van de ABN/AMRO door het leven. Wat inhoudt dat de ultieme controle op De La Rosa's activiteiten bij functionarissen van deze Nederlandse top-bank berustte. Dat biedt twee opties: De Nationale Trustmaatschappij (cq. de ABN/AMRO) was op de hoogte van de monumentale zwendel in Spanje op rekening van KIO. Of bij de Nationale Trustmaatschappij zat men hardop te snurken. In beide gevallen was de maatschappij mede-verantwoordelijk voor het plunderen van de KIO-kas. Maar tot nu toe houdt iedereen zijn snaveltje toe. Wellicht omdat men stiekem graantjes heeft meegepikt.

Moeras
Er is eveneens een imposante stilte gevallen in de affaire rond de van beursfraude verdachte Eddie Swaab. Eén van de cliënten van deze whizkid was KIO. Het Nederlandse Clickfonds-onderzoek bracht aan het licht dat Swaab's in 1985 in Londen gevestigde Financial Trading & Consultancy opvallend grote winsten had geboekt bij valutatransacties. De Nederlandse speurneuzen vermoedden dat Swaab's successen op dit terrein voor een deel voortvloeiden uit gefingeerde verliesboekingen op rekening van KIO. Swaab onderhield onder andere contacten bij de Londense Rothschildbank waar hij ooit gewerkt had. Dit de laatste jaren zo nauw met de ABN/AMRO samenwerkende financiële bolwerk (7) was net als onder andere de BCCI, de Banca Nazionale del Lavoro, de Bank of America, de Republic National Bank of New York en de Bank of New York/Intermaritime Bank diep betrokken bij het Iran/Contraschandaal en Irakgate. Het feit dat het Brits-Amerikaanse politiek-financiële establishment de ineenstorting van BCCI forceerde in dezelfde periode waarin Koeweit langzaamaan de contouren van de mega-fraude rond KIO begon te ontdekken, doet vermoeden dat deze affaires op financieel vlak met elkaar te maken hebben. En dat de ABN/AMRO in dit geheel een tot nu toe bedekt gebleven aandeel heeft gehad. Maar net als in het geval van SASEA en bij de door ons al eens aangestipte onaangenaam geurende gebeurtenissen rond Bank Cantrade (8), waarin welgestelde Nederlanders ongestraft een uiterst kwalijke rol hebben gespeeld, zal ook deze KIO-affaire langzaam in het justitiële moeras verdwijnen. En de verantwoordelijke zakkenvullers zullen voor de zoveelste maal de dans ontspringen. Maar wie uit bittere nood zwart rijdt of bij één of andere grootgrutter een pak melk vergeet af te rekenen, wordt gebrandmerkt voor het leven. Want verschil moet er zijn.

Noten:
1. Zie "Spider's Web" van Alan Friedman, London: Faber and Faber, 1993.
2. Zie "Defrauding America" van Rodney Stich, Reno: Diablo Western Press, 1994.
3. De mededeelzaamheid van de BV's over hun activiteiten was niet groot. De boeken werden bijgehouden door Touche Ross. Dit accountantskantoor werd ingeschakeld bij de financiële afwikkeling van de affaires rond Banco Ambrosiano en BCCI. In beide gevallen werd Touche Ross ervan verdacht de verliezen van de grote investeerders zoveel mogelijk te hebben beperkt ten koste van de kleintjes. Zie daarvoor onder andere het boek "Swiss Connection" van Gian Trepp, Zürich: Unionsverlag, 1996. 4. Het Zwitsers filiaal van de Republic National Bank of New York was eerder dat jaar pas in het leven geroepen. De bank zelf dateert uit 1966. Eigenaar Edmond Safra, een Zwitsers bankier wiens naam in verband werd gebracht met grootscheepse drugshandel, de Iran/Contra-affaire en Irakgate, behoort tot Prins Bernhard's Pandaclub.
5. De Bank of America was mede-oprichter van de BCCI en streek tot praktisch het einde de revenuen van zijn stille aanwezigheid binnen deze Pakistaanse bank op.
6. Kokmeeuw en Koolmees zijn begin dit jaar zonder ruchtbaarheid ten grave gedragen.
7. Een ander opvallend samenwerkingsverband dat de ABN/AMRO onlangs is aangegaan was dat met de nauw met de CIA gelieerde Mellon Bank. Topman Paul Mellon behoort net als Safra tot Prins Bernhard's Pandaclub
8. Zie het artikel "Aan de achterzijde van de beursfraude" in Kleintje Muurkrant nummer 327.

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 332, 7 mei 1999

Klik hier om uw reactie toe te voegen
07 mei 1999