De achterzijde van het beursschandaal (002)
De Operatie Clickfonds, het justitieel onderzoek naar frauduleuze praktijken op de Amsterdamse Beurs, heeft zich tot nu toe geconcentreerd op de vraag wie via zogenaamde coderekeningen bij het Zwitserse Mississippi-concern van de Neder-
lander Dirk de Groot zwart geld heeft witgewassen en de belasting heeft getild. Op de lijst van verdachten prijken ook de namen van drie Duitsers. Twee van hen behoorden ooit tot de direktie van de gerenommeerde Dresdner Bank. De derde maakte deel uit van Dresdner Finance in Amsterdam. Het lijken wat fremde Ente in de Amsterdamse beursbijt. Maar dat is schijn. Hun bank was al in de jaren zeventig geen onbekende in het duistere geld-circuit. Een mooie aanleiding voor een korte
trip door deze schemerwereld.
Bussum
Zoals inmiddels bekend is werd het idee van de code-konstruktie door vermogensbeheerder De Groot al in de vroege jaren zeventig voorgelegd aan de leiding van het gerenommeerde Amsterdamse effektenhuis Van Haften en Co. De momenteel op hun proces wachtende beursmusketiers en Yab Yum-tijgers Adri Strating en Han Vermeulen namen daar in die tijd de posities in van direkteur en bijzonder procuratiehouder. Voor zover nu naar buiten is gebracht viel De Groots kwartje toen nog niet. Pas jaren na hun vertrek bij Van Haften op 31 december 1974 zouden Strating en Vermeulen het idee van hun bemiddelde client in de praktijk hebben gebracht via de zogenaamde Mississippi-accounts. Mogelijk, maar niet waarschijnlijk. Volgens Timothy Thomason, een goede vriend van de familie De Groot, wisten de zogenoemde tweehonderd van Mertens ("het waren er eerder tweeduizend") namelijk al eind jaren zestig van de mogelijkheden die Mississippi bood. En maakten er gebruik van. Zo ook Thomason. De uit Canada afkomstige doctorandus was in de jaren zestig samen met zijn vrouw initiatiefnemer bij de vorming van de International Broadcast Society. Een club die door het uitwisselen van programma's tussen landen uit verschillende werelddelen (inclusief het oostblok) de kwaliteit van het aanbod van radio en teevee op een hoger plan wilde krikken. Een roerend voornemen dat zelfs de Binnenlandse Veiligheids Dienst in beweging bracht. Een poging om Thomason te strikken voor een samenwerkingsverband leed echter volgens hem al in een vroeg stadium schipbreuk. De doelstellingen van Thomasons hemelbestormers en die van de Haagse mollen waren niet te combineren. Binnen de IBS groeide bij de leden inmiddels het idee om via een zeezender hun visie met betrekking tot een meer volwassen programma-aanbod gestalte te geven. Min of meer daartoe aangemoedigd door de milde houding van de Nederlandse overheid tegenover Radio Noordzee en Veronica, die toen al geruime tijd vanuit zee een stukje van de ether onveilig maakten met popmuziek en reclame. Maar het ontbrak Thomason cs. aan voldoende financiële middelen. Eind jaren zestig kwam er licht in de duisternis. Via een accountant, een familielid van zijn vrouw, maakte Thomason kennis met Dirk de Groot. Hij legde zijn plannen voor aan deze voor hem toen nog onbekende internationale financier. Door middel van een iets serieuzere programmering met veel middle-of-the-road muziek dacht de IBS-topman de konkurrentieslag te kunnen aangaan met Noordzee en Veronica. De Groot zag er blijkbaar wel wat in en informeerde bij een paar van zijn Mississippi-clienten of zij wat venture-capital wilden fourneren voor Thomasons initiatief. Hij vond een stel gewillige oren en Thomason kon aan de slag. Hij richtte in Bussum een imposant kantoor in en liet vervolgens via een lokaal advokatenkantoor in Liechtenstein de Kangaroo Pioneering Company en de Salt Water Foundation registreren. De reden voor die konstruktie is niet moeilijk te raden. De IBS schafte twee schepen aan. Allereerst de coaster "Zeevaart", die werd omgedoopt tot "King David" en als eerste in de wereld het ruime sop koos onder Liechtensteinse vlag. Daarnaast werd de kleinere, als bevoorradingsschip geplande "Twee Gezusters" gekocht die het Panamese dundoek kreeg toebedeeld en verder door het leven ging als "Kangaroo". Op 1 mei 1970 verscheen Radio Capital voor het eerst in de Nederlandse ether met een proefuitzending. Op 10 november van dat jaar -na vele ups en downs- was het voor de zender al einde oefening. Toen sloeg de King David namelijk van zijn ankers en strandde 's ochtends om zes uur op de kust bij Noordwijk. De firma Wijsmüller trok het schip nog wel vlot, maar de verzekeringsmaatschappij manouvreerde de IBS-claim in de fuik van de kleine lettertjes en Capital Radio ging ter ziele. De Mississippi-investeerders waren hun geld kwijt en het echtpaar Thomason zijn spaarcentjes. Maar ondanks dit echec bleven de Canadese ether-piraat en De Groot buddies for ever.
Geen groot verhaal misschien, maar het staat model voor wat later zou uitgroeien tot het schandaal dat wij nu voor een klein deel hebben leren kennen. Tegelijkertijd vormt het eens temeer het bewijs, dat de Mississippi-route toen al ruim en breed bekend was bij de "tweeduizend" van Mertens en een groeiende populariteit genoot. Dat De Groot dus bij de in die tijd als deftig bekend staande Van Haften en Co. geen gehoor zou hebben gevonden, wekt groeiend ongeloof. Temeer omdat zich niet eens zo erg lang na de overname van dit effectenhuis door de Friesch Groningsche Hypotheekbank in januari 1975 zich gebeurtenissen voordeden die het begrip deftig van een andere dimensie voorzagen.
Monaco
Bijvoorbeeld in 1978. In de herfst van dat jaar vroeg een direkteur van de Dresdner Bank aan een goede zakenrelatie in Nederland of hij een koper wist voor een pakket aandelen Daimler Benz ter waarde van 100 miljoen gulden. Die relatie was Ed Masson, het toenmalige hoofd van de afdeling Leningen en Effecten van het Algemeen Burger Pensioenfonds (ABP). Rond dat pakket moet een maffia-aroma hebben gehangen, want Masson schakelde voor het aftasten van de markt een man in die niet bepaald een vlekkeloze reputatie genoot: Guido Marcus Haak. Hun eerste kontakt zou tot stand zijn gebracht door een wederzijdse relatie, een aannemer uit Utrecht. Er kan hier sprake zijn geweest van een bewust gekozen omweg om andere grote haaien niet attent te maken op het smakelijke aas aan de Dresdener hengel. Volgens de in dit milieu goed ingevoerde Joris van de Wereld, de "deep throat" van de Volkskrant in de ABP-affaire, stond de uit Goes afkomstige Haak namelijk op goede voet met Pietro Antonio Ursone. Een man van Siciliaanse bloede die wellicht om die reden bekend stond als de Peetvader. De vaak tijdens zijn wandelingen door Wassenaar met een Garibaldi-hoed getooide Ursone nam in de jaren zestig voor de Haagse onroerend goed-molog en voormalig "verzetsheld" Reinder Zwolsman de honneurs waar in Italie. In een wat later stadium klom hij op tot president-commissaris van de Hollandsche Beton-groep (HBG). De facto de hoofdaannemer van het ABP. De verhouding tussen Ursone en Haak zou zelfs zo goed zijn geweest, dat de Zeeuwse scharrelaar in tijden waarin hem de grond wat al te heet onder de voeten werd meermalen zijn toevlucht zocht in het luxueuze optrekje van de "Peetvader" in Monaco. De HBG-bons was een geziene verschijning in het belastingparadijs van prins Rainier. Mede daarom vervulde hij er in de periode tussen maart 1972 en september 1976 zelfs de funktie van Nederlands honorair consul. Naast Guido Haak ontving hij in zijn appartement ook vele vertegenwoordigers van het Nederlands bedrijfsleven en goede kennissen als Ruud Lubbers en HBG-adviseur Norbert Schmelzer. Of Ed Masson ook tot Ursone's gasten heeft behoord aan de rustieke boorden van de Middellandse Zee is niet duidelijk. Vast staat wel, dat hij op het moment van de schermutselingen rond het aandelenpakket Daimler Benz al geruime tijd uitstekende betrekkingen onderhield met de top van Ursone's HBG. Die werden voor een gedeelte in stand gehouden door steekpenningen die via een rekening van een met de HBG gelieerde firma bij Banque de Suez in Luxemburg hun weg vonden naar Massons eigen BV De Heem in Den Haag. Dankzij de uitstekende relaties die Haak zowel met de ABP als de HBG onderhield was het voor direkteur K.H.A. van Arem van Van Haften en Co geen enkel punt om Massons vertegenwoordiger te voorzien van een schriftelijke machtiging alvorens hem met het Daimler Benz-pakket de boer op te sturen.
In het volgende Kleintje wordt beschreven hoe het Guido Haak verder verging en op welke wijze de Dresdner Bank betrokken raakte bij een grootscheepse drugsannex zwart geld-affaire in het diepe zuiden van Spanje.
Jan Portein.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 319, 22 maart 1998