Carl Armfelt (019)
(oorspronkelijk artikel:Hoe een schoonmaakster de Somalische Jeanne d’Arc werd… - 1 september 2005)
Een jaar geleden tijdens een aflevering van het VPRO-programma ‘Zomergasten’ presenteerde Ayaan Hirsi Ali, de Somalische Jeanne d’Arc in de strijd rond de liberalisering van de Islamitische vrouwen, de korte film ‘Submission I’ aan het Nederlandse volk. In de voorafgaande periode had zij die rolprent in samenwerking met de flamboyante regisseur Theo van Gogh geproduceerd, waarbij zij volgens de aftiteling verantwoordelijk was geweest voor het scenario. Zelfs het oorspronkelijke idee zou uit haar brein ontsproten zijn. Maar is dat allemaal wel zo? Zeker is in elk geval wel dat door Van Gogh cs. nog flink aan het scenario gesleuteld moest worden voordat er sprake was van een werkbaar geheel. Daarnaast blijken echter ook andere creatieve geesten uit de omgeving van Ayaan zich vooraf met de film te hebben beziggehouden. Geesten met interessante contacten
.
Op een dag ergens in 2004 kregen Theo van Gogh en Karel Gabler, de jarenlange boezemvriend van Theo en de webmaster van diens website ‘De Gezonde Roker’, een uitnodiging van Paul Cliteur om eens bij hem langs te komen voor een babbel. Dat zagen zij wel zitten, want de hoogleraar Encyclopedie der Rechtswetenschappen was een bekende columnist die af en toe stevig kebab maakte van de ongerechtigheden binnen de Islam en de tolerantie op dat terrein van links Nederland.
Bovendien had Cliteur sedert 2003 een al even strijdlustige collega op dit terrein: de als hoofddocent aan Cliteurs Leidse vakgroep verbonden Afshin Ellian. Een Iraanse academicus die in 1983 het Khomeyni-bewind ontvluchtte en neerstreek in het door de Russen beheerste Kabul. Een verhuizing die zelfs inspecteur Clouseau zou bevreemden. In de zes jaar die volgden studeerde Ellian in de Afghaanse hoofdstad medicijnen tot hij in 1989 -het jaar waarin de Russen door de Osama-CIA combine uit Afghanistan werden verdreven- een invitatie ontving om naar Nederland te komen. Door wie en waarom is onduidelijk, maar in dit verband uiterst intrigerend.
Nieuwsgierig trokken Van Gogh en Gabler trokken dan ook niet lang daarna naar Leiden voor een ontmoeting bij Cliteur thuis. De voorgestelde babbel bleek te gaan over een filmproject: ‘Submission I’. Na al een tijdje te hebben gedelibereerd over het idee stopte een auto met inhoud voor de deur van Cliteur. Die inhoud bleek te bestaan uit ‘la femme terrible’ van de VVD en een paar hotemetoten van die partij. En het gesprek over Submission kreeg in huize Cliteur een wat wijdser vervolg.
Vraag blijft echter wel wie de echte auctor intellectualis was van het later hier en daar als provocerend ervaren filmpje. Ayaan Hirsi Ali, Cliteur, Ellian of iemand anders? Iemand die al wat langer het klappen van de zweep kende op het gebied van het manipuleren van de publieke opinie? Geen academische vraag gezien het gevolg ervan. Zowel wat betreft de verdere escalatie van de maatschappelijke controverse tussen de islamitische bevolkingsgroep en de volbloed Nederlanders, als de dood van Theo van Gogh. Zat er van meet af aan een plan achter of was het een spontane brainwave van een Somalische doctorandus, die ondermeer vecht voor de preservatie van het islamitisch vrouwelijk geslachtsdeel als entiteit? Of ontstond er een plan ná die brainwave en uit welke koker zou dat dan zijn gekomen?
Rechtse rakkers
Paul Cliteur is naast een door velen bewierookte columnist, VVD-coryfee, filosoof, hoogleraar en fanatiek dierenrechtenactivist ook nog een pijler onder ‘Civis Mundi’. Een al 44 jaar bestaand politiek-cultureel tijdschrift waarover een vriend van Cliteur al sinds mensenheugenis de scepter zwaait: S. W. Couwenberg. Voormalig hoogleraar publiekrecht aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en tegenwoordig aanhanger van een ’nieuwe politiek’. Wat dat ook mag zijn.
Civis Mundi was in vroeger dagen sterk gelieerd aan het Oost-Westinstituut, een studiecentrum aan de Van Stolkweg 10 in Den Haag. Een burcht vol communistenvreters waar bijvoorbeeld ook het Dienstencentrum 1945 was gevestigd. Bij beide lieflijke instellingen speelde oud-verzetsman en voormalig BVD-topper C.C. van den Heuvel een prominente rol. Een man die subversieve activiteiten niet uit de weg ging en bijvoorbeeld levendige contacten onderhield met kernleden van het Belgische Centre Politique des Indépendants et cadres Chrétiens (CEPIC): Een verzameling ultra-rechtse rakkers die in de jaren zeventig en tachtig via allerlei duistere clubjes bij onze zuiderburen voor een atmosfeer zorgden waarin een staatsgreep niet tot de onmogelijkheden behoorde.
Wapenleveranties
Als intermediair werd bij tijd en wijle de ‘rogue agent’ van de CIA Carl Armfelt ingezet. Een vriend van Van den Heuvel uit het Zeeuwse Eede, die naast het uitvoeren van het nodige snuffelwerk en het ontwikkelen van activiteiten voor de beruchte World Anti-Communist League (WACL) ook nog wapens leverde aan allerlei revolutionaire splinterbewegingen in Europa en het Midden-Oosten en er verder geen been in zag om valse dollars in omloop te brengen. Een vriend om van te houden (1).
Couwenberg en Van den Heuvel werkten in die Koude Oorlog-jaren eveneens gebroederlijk samen binnen het in oktober 1961 op instigatie van de CIA gestichte internationale informatiebureau Interdoc. Ook al gevestigd aan de Haagse Van Stolkweg 10. Het bureau had de opdracht een databank aan te leggen met gegevens over KGB-activiteiten, acties van linkse groeperingen, verdachte linkse personen etcetera etcetera. Aangeleverd door de aangesloten westerse inlichtingendiensten. Niet voor de kat zijn Stradivarius, dat moge duidelijk zijn. Als met Interdoc gelieerde persbureaus, kranten, tijdschriften en andere media informatie nodig hadden op dit terrein dan kregen ze die toegespeeld. In veel gevallen zelfs als ze er niet om hadden gevraagd.
Bomaanslagen
Een van de klantjes van Interdoc was het Portugese Aginter Press dat onder leiding stond van frisse heren als Yves Guillou en Stefano della Chiaie. De eerste was voor hij uit Algerije uitweek naar Portugal actief geweest binnen de dood en verderf zaaiende OAS (Organisation de l’Armée Secrète) die zich verzette tegen De Gaulle’s besluit om Algerije te schrappen als Franse kolonie en op die gronden zelfs pogingen ondernam om het toenmalige Franse staatshoofd eerder dan de bedoeling was het hoekje om te helpen.
Della Chiaie, alias ‘the black bomber’, mocht er ook zijn. Zo was hij in 1962 in Italië de stichter van de Avanguardia Nazionale, de para-militaire arm van de extreem-rechtse politieke partij Moviemento Sociale Italiano. In die hoedanigheid was hij betrokken bij een paar bomaanslagen in Bologna en Milaan, twee couppogingen en een aanslag op een gevluchte Chileense politicus en zijn vrouw in Rome. Om nog maar te zwijgen over zijn levendige contacten met de om moverende redenen in Zuid-Amerika verblijvende Klaus Barbie, de slager van Lyon.
Niemand zal van verbazing geïmplodeerd zijn toen bij een onderzoek na de Portugese Anjerrevolutie in 1974 Aginter Press helemaal geen persbureau bleek te zijn, maar een opleidingsinstituut voor rechtse terroristen en een boekingsbureau voor huurlingen. Leuke cliënt dus. Gewoon een eer om in je kaartenbak aan de Van Stolkweg te hebben.
Listig manipuleren
Hoe dit ook verder moge zijn, we kunnen met een gerust hart concluderen dat Van den Heuvel en Couwenberg zich heel wat jaartjes bezighielden met het listig manipuleren van de pers. In samenwerking met de CIA en andere jolige clubs van dit genre. Na de ineenstorting van het Oostblok is de noodzaak om politiek links van alles in de schoenen te schuiven sterk afgenomen. Maar sinds het door Washington minimaal gedoogde optreden van Osama’s Flying Circus op 11 september 2001 is er een nieuwe gezamenlijke vijand voor het vrije westen opgedoken cq. gecreeërd: het islamitisch fundamentalisme.
Na de moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 raakte Nederland in hoog tempo geradicaliseerd en hoewel de dader, dierenrechtenfanaticus Volkert van der Graaf, geen Koran-consument was, richtte het Volksempfinden zich al spoedig op het Islamitische volksdeel. Gesteund door lieden als Couwenberg, diens goede vriend en Civis Mundi-collega Paul Cliteur en de neocons van de VVD in Den Haag, die zich in november 2002 hadden meester gemaakt van een bevlogen anti-islamitische woordvoerder: Ayaan Hirsi Ali.
De zwarte madonna
De van goede Somalische huize komende Ayaan arriveerde in 1992 in Nederland. Ze had de benen genomen nadat haar vader haar had uitgehuwelijkt aan een neef in Canada. Via baantjes als schoonmaakster, postsorteerder en vrijwilliger in het Asielzoekers Centrum in Lunteren werd zij tolk bij de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) en Justitie. Zij studeerde af in de politicologie aan de universiteit van Leiden en werd uiteindelijk in september 2001 medewerkster van de Wiardi Beckmanstichting, het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Arbeid. Daar participeerde zij in een onderzoek naar de emancipatie en integratie van Islamitische vrouwen in Nederland. Gefundenes Fressen dus voor Ayaan.
Toen kwam 12 september 2002. In een uitzending van ‘Rondom Tien’ kreeg Ayaan het aan de stok met de imam van de gevangenis in Breda. Door haar denigrerende uitlatingen over de Islam raakte de discussie dermate verhit dat de imam stomend als een Turkse sauna het beeld uitstapte en vertrok. Direct daarop ontving de zwarte Madonna de nodige bedreigingen en die vormden de aanleiding tot overleg met de AIVD, de politie en de Wiardi Beckmanstichting. Die kwamen tot de conclusie dat Ayaan beter een tijdje kon onderduiken. Nou kan je dat met een beetje goede wil doen in een tuinhuisje in Surhuisterveen of Uddel maar het werd een adres in de Verenigde Staten. Zonder twijfel na ruggespraak met functionarissen van de Amerikaanse ambassade in Den Haag en Washington. Gezien de achterliggende reden en de inmiddels geproclameerde ‘War on terrorism’ moet dat geen problemen hebben opgeleverd. Integendeel zelfs. Wat propaganda betreft een kans voor een open doel van acht meter breed.
In de armen van Zalm
Ayaan zou volgens verschillende bronnen in de Verenigde Staten zijn ondergebracht bij kennissen van Leon de Winter, de bekende schrijver, Elseviercolumnist en adjunct fellow van het sinds jaar en dag met de CIA en het Pentagon verbonden Amerikaanse Hudson Institute in Santa Barbara. Wie die kennissen van De Winter waren en waar ze woonden werd niet naar buiten gebracht, want voor je het weet heb je een vliegende sidekick van Osama voor je deur. Ondanks aanbiedingen van helaas onbekende zijde om aan de overkant van de plas opinieleider (!) te worden en/of te promoveren aan een universiteit naar keuze, keerde ze terug naar Nederland toen de kust weer een beetje veilig was bij Scheveningen en omstreken. Om elke eventualiteit te vermijden werd ze wel dagelijks omringd door veiligheidsmensen. Na die terugkeer liet Hirsi Ali direct de slappe hap van de Wiardi Beckmanstichting barsten en stortte zich in de armen van Gerrit Zalm en Jozias van Aartsen, de partijbonzen van de VVD. Niet helemaal verwonderlijk, want al geruime tijd voor haar trip naar de VS was zij in diepe gesprekken verzeild geraakt met Neelie Kroes, de koningin van de commissariaten en gewaardeerd medewerker aan de Erasmus Universiteit. En die zal haar zeker hebben aangeraden over te stappen naar de liberale regeringspartij. Vanwege de grotere mogelijkheden om op de trom te slaan. Hirsi Ali maakte midden november 2002 haar entree op het Binnenhof als fractiesecretaresse bij de VVD, maar na de verkiezingen van januari 2003 belandde zij in het pluche dankzij 30.000 voorkeurstemmen. En toen was de one-issue berin los. Het leek of Nederland maar één probleem kende: het Islamitische gevaar. Er was geen imam of er was een vlekje aan. Jongeren werden massaal geronseld voor de jihad. Alle Islamitische vrouwen dreigden hun clitoris te verliezen. Er werd een verdedigingslinie opgetrokken rond de verkeerstunnel bij Schiphol. Alle torens boven de 100 meter kregen afweergeschut. Leiden was in last.
De Hofstadgroep
We hadden alleen nog geen fatsoenlijk georganiseerde terreurgroep, maar daar werd aan gewerkt door de AIVD. Die had namelijk een paar opgewonden moslimmetjes een woning bezorgd in Den Haag en dat zag er goed uit. Naar eigen waarnemingen radicaliseerden ze prima en breidden ze zo kwiek hun kennissenkring uit dat ze een eigen naam verdienden: de Hofstadgroep.
Toen kwam 2 november 2004. Ruim twee maanden na de eerste vertoning van ‘Submission I’ werd Theo van Gogh als een beest vermoord op het fietspad van de Amsterdamse Linnaeusstraat. Door Mohammed Bouyeri, een lid van de Hofstadgroep. Over het hoofd gezien door de AIVD, als je het geloven mag. Op het lichaam van Theo waren door Bouyeri een paar epistels vol gezwollen retoriek geprikt. Een daarvan was een dreigbrief aan het adres van de al dan niet vermeende scenarist van ‘Submission’. Opnieuw dus voldoende aanleiding om haar diezelfde dag nog te evacueren. Met een Orion van de Nederlandse Marine verdween ze voor een paar maanden uit het zicht. Op weg naar Het Amerikaanse Naval Air Station in Brunswick, zoals De Winter’s Elseviers Magazine zo nauwkeurig wist te melden. En weer kregen we niet te horen waar zij na aankomst werd ondergebracht.
Begin januari dit jaar kwam Hirsi Ali terug op Nederlandse bodem en werd voorzichtig opgeborgen op het Marinecomplex in Amsterdam, toevalligerwijs het hoofdkwartier van de Marine Inlichtingendienst. Weliswaar veilig maar op den duur onleefbaar. Zoals haar eigen is of ingegeven zocht ze na een tijdje met het nodige lawaai de openbaarheid om een verhuizing af te dwingen.
Succes verzekerd
Ondertussen had zij onder gevoelig applaus haar rentree in de Kamer gevierd alsof het de terugkeer van koningin Wilhelmina na vijf jaar oorlog betrof. En in aanwezigheid van een legbatterij aan persvertegenwoordigers. Want Ayaan is nu eenmaal altijd prijs. Of ze nou het salaris van politieagenten wil verdubbelen, in een Haags restaurant een busje pepperspray demonstreert of een parlementaire enquête wil instellen naar de dood van Theo van Gogh, succes verzekerd. Mocht die enquête overigens op enig moment toch zijn beslag krijgen, dan is mogelijk daarbij ook de vraag valide waarom Ayaan de 18.000 euro die Theo van Gogh uit eigen zak heeft betaald om ‘Submission’ te produceren, nooit heeft terugbetaald.
Mohammed Bouyeri is inmiddels tot levenslang veroordeeld. Ten tijde van het proces was het paradepaardje van de VVD en inmiddels wereldwijd bekend schrijfster van anti-fundamentalistische boekwerken voor de zoveelste keer niet onder ons. En wederom langdurig omringd door lieden uit de sfeer van veiligheids- en inlichtingendiensten. Vraag is onderhand niet of die gebruikmaken van Ayaan bij het bespelen van de Nederlandse publieke opinie. Vraag is in hoeverre. En of dat ook al het geval was bij de totstandkoming van ‘Submission I’.
(1) Zie voor meer over Armfelt en Van den Heuvel bijvoorbeeld de artikelenserie "Het schaduwcommando van de prins" op deze site.
(Dit artikel is eerder verschenen in Must Magazine nr. 4 van september 2005)
Morgenster, augustus 2005