Cantrade en de ABP-affaire
Eind 1982, net toen Ruud Lubbers aan zijn regeringsmarathon was begonnen, pakten zich de eerste wolken samen van de ABP-depressie die langdurig voor zeer zwaar weer in Nederland zou zorgen. Via daverende processen en als klapstuk een parlementair onderzoek kwam aan het licht dat heel wat witte boorden zich schuldig hadden gemaakt aan het oneigenlijk aftappen van grote hoeveelheden florijnen uit het schier onmetelijke geldfust van het op één na rijkste pensioenfonds ter wereld. De bekendste figuur werd Ed Masson, de direkteur van de afdeling beleggingen die ook een tijdlang de afdeling effecten onder zijn hoede had gehad. En over die laatste afdeling gaat deze bijdrage.
In 1988 verscheen naar aanleiding van het schandaal het boek "De ABP-affaire. De journalistieke jacht op fraudes in de bouwwereld" van de hand van de twee Volkskrant-journalisten Pierre Heijboer en Hans Horsten (1). Daarin beschreven zij ondermeer op welke manier allerlei hoge jongens van de ABP en de bouwwereld elkaar douceurtjes of liever douceurs toespeelden binnen een zo goed als gesloten circuit. Via slimme constructies werden de prijzen van honderden bouwprojecten aanzienlijk opgekrikt om de toch al rijkelijk gevulde beurzen van de betrokken heren extra te vullen. Dat de latere eigenaren of huurders van hun bouwsels en in het algemeen de belastingbetalers door deze louche praktijken de boot in werden geholpen, maakte op de betrokkenen net zoveel indruk als de voeten van een mier op gewapend beton. Het boek toonde verder aan dat ook een stel achtenswaardige topdogs uit het Haagse centrum van de macht eveneens betrokken moest zijn geweest bij het spekken van eigen, al dan niet geheime bankrekeningen.
Struys
De beide journalisten stoelden hun verhaal niet alleen op de inhoud van officiële dokumenten maar ook op de aanwijzingen van een een kleine batterij informanten, waarvan een tweetal interessant is voor dit verhaal: "Joris van de Wereld" en "Struys" (beide codenamen).
Om met de laatste te beginnen: Struys werkte bij het ABP en kreeg zijn gevederde codenaam omdat de gesprekken tussen de journalisten en de betrokken ABP-er veelal plaatsvonden in het bekende Maastrichtse café "In den ouden Vogelstruys". Daar ontmoette Heijboer hem weer eens in het midden van 1986 voor een gesprek over "bepaalde figuren in de centrale beleggingsraad en raad van toezicht van het ABP". Een citaat daaruit:
Struys: " Waarom denk je dat alle aandacht in de ABP-zaak wordt geconcentreerd op Masson en die andere ambtenaren van het ABP....?".
Heijboer: "Ja, waarom? Om die zaak tot die ABP-ers te beperken?"
Struys: " Natuurlijk! Ik weet dat het Openbaar Ministerie veel verder had willen gaan. Maar men mocht niet! Die opdracht is van heel hoog gekomen. En dat is niet zo vreemd. Luister. Ik zal je zeggen waar het om gaat. Het ministerie van Volkshuisvesting heeft voor miljarden guldens te veel subsidies betaald op bouwprojecten van het ABP. Dat is geen sprookje, dat heb ik uit een zeer betrouwbare bron".
Later bleek dat Struys goed geïnformeerd was. Het betrokken ministerie had inderdaad jarenlang te hoge subsidies verstrekt en noch de vraag waarom dat was gebeurd, noch waar dat extra geld was gebleven werd bevredigend beantwoord. Om de zaak te bedekken zou het onderzoeksteam van het Openbaar Ministerie van hogerhand te horen hebben gekregen dat het verder geen financiële bijdrage meer zou krijgen voor zijn werkzaamheden als het verder zou neuzen in de richting van de rijkssubsidies. Die bijdrage werd uiteraard ter beschikking gesteld door het Ministerie van Justitie dat toen onder leiding stond van Frits Korthals Altes. De huidige voorzitter van de Eerste Kamer, die eerder al eens zandzakken voor de deur had gegooid in de Slavenburg-affaire (2).
Gerrit Brokx, de staatssecretaris van Volkshuisvesting kreeg uiteindelijk de zwarte Piet voor de subsidiezaak. Hij moest vertrekken. Bij gebrek aan enig bewijs voor de ongehoorde druk die het Ministerie van Justitie op het O.M. zou hebben uitgeoefend bleef Korthals Altes uiteraard zitten.
Maar Struys had tijdens het al gememoreerde gesprek met Heijboer nog meer pijlen op zijn boog. Opnieuw een citaat:
Struys: "En wat dacht je van de afdeling effecten van het ABP? Daar gaat veel meer geld om dan in de sector beleggingen. Als je geen scrupules kent heb je er een pracht van een gelegenheid om rijk te worden. Want je kunt met zo'n smak geld in de hand gemakkelijk de beurskoersen beïnvloeden. Je hoeft maar iemand op het juiste moment de goede tip te geven over je volgende grote transacties en hij koopt of verkoopt. En vervolgens is het kassa: samen delen. Begrijp me goed, dat over die effecten is niet meer dan een theorie" (3).
Joris
Om die theorie te toetsen ging Heijboer te rade bij een andere uitstekend geïnformeerde bron, Joris van de Wereld, en liet hem zijn aantekeningen lezen.
Van de Wereld: "Wat die man daar zegt over de afdeling leningen en effecten van het ABP is helemaal waar. Voor wie het goed in elkaar kon steken lag daar een enorme sjoemelmogelijkheid. Sommige ABP-ers en de leden van de centrale beleggingsraad zijn van tevoren op de hoogte van de lange-termijnplannen die het ABP heeft op de geldmarkt. En grote financiële acties van het ABP beïnvloeden de koersen. Wat doe je dus? Je zorgt dat je een betrouwbare bankrelatie hebt in bijvoorbeeld Zwitserland. Wanneer je die tijdig inseint kun je samen goede zaken doen." (4)
Vervolgens noemde Van de Wereld de naam van zo'n bank. Een dochter van de Schweizerische Bankverein (nu UBS) met een Nederlandse directeur. Heijboer schreef de namen wel op, maar ze werden jammer genoeg niet in het boek vermeld. Kleintje Muurkrant kwam er kortgeleden achter dat het om de bank Cantrade ging. De Nederlandse directeur was Dirk van Riemsdijk. En daarmee belandden wij op bekend terrein. Cantrade was "bad news". Een bank waar zowel onder- als bovenwereld zijn zwarte geld kwijt kon (5). En als de informatie van Struys juist was zouden dus leden van de toenmalige Raad van Toezicht en/of de centrale beleggingsraad van het ABP langs de hierboven beschreven voorkennis-route zich hebben verrijkt in een listig een-tweetje met Dirk van Riemsdijk cs. In dat licht is het haast logisch dat minister van Binnenlandse Zaken Rietkerk midden 1983 naar aanleiding van Kamervragen oud-minister van Volkshuisvesting drs. J. Gruijters aanwees om een onderzoek te plegen naar de toen nog wat vage berichten over fraude en chantage binnen het ABP. Gruijters was lid van de centrale beleggingsraad. Diens rapport beperkte zich dan ook tot een aantal zijns inziens flagrante gevallen waarin Masson en belegger Willem Meijer de hoofdrol speelden. Meijer werd door Gruijters zelfs aan de schandpaal genageld door hem openlijk van chantage te betichten. Dat lokte op juridisch terrein uiteraard repercussies uit van de zijde van Meijer en leidde tot verdere vertroebeling van het beeld rond de affaire. Gruijters' rapportage had dus wel degelijk de juiste toon gezet voor de witte boorden en in het verdere verloop van de affaire zou het mogelijke gesjoemel met Cantrade dan ook buiten beeld blijven. Uiteindelijk werd Masson vrijgesproken. Het leven van Willem Meijer, die in 1982 in wezen aan de wieg van de affaire had gestaan, kreeg in de jaren die volgden Kafka-achtige trekjes. Langzaam maar zeker werd hij op zakelijk gebied van de weg af gereden. Zijn rit eindigde bij een praatpaal waarin hij tot nu toe vergeefs zijn kennis heeft gespuid over de duistere praktijken in het wereldje van de Nederlandse haute finance.
(Update Cantrade en de ABP-affaire 14 november 2000)
Ook een andere hoofdrolspeler in het ABP-drama, Niels Hemmes, ging het na het vallen van het doek niet erg naar den vleze. In de casus versus de in het al eerder gememoreerde boek "De ABP-affaire" als BV-verzamelaar gekenschetste zakenrelatie van Masson was het merkwaardigerwijs wel tot een veroordeling gekomen. Hemmes werd verrast met een straf van vier maanden voorwaardelijk en een boete van 50.000 gulden wegens valsheid in geschrifte bij het presenteren van een "bemiddelingsnota" bij het ABP ter hoogte van een kleine vijf ton. Daarmee behoorde zijn profijtelijke contact met het ABP tot het verleden en was zijn reputatie dermate geschaad dat het vrolijk rinkelen van de kassa een steeds bescheidener plaats innam in zijn zakelijke leven. En dat was volgens insiders inderdaad merkwaardig te noemen. Want de volgens hen eveneens van de Cantrade-route gebruikmakende Rotterdamse zakenman zou in diens hoogtijdagen regelmatig niet alleen Masson en andere ABP-bonzen aan boord van zijn zeewaardig jacht hebben ontvangen maar ook gretige lieden die tot de fine fleur van politiek-Den Haag behoorden. Bij verschillende gelegenheden zou het meestal in de haven van het Zuidfranse La Nagoule voor anker liggende jacht het karakter van een jolige loveboat hebben gekregen door de aanwezigheid van appetijtelijke jongedames, die menigmaal met de aanwezige hoogwaardigheidsbekleders op de kiek werden gezet (6). Desondanks ging Hemmes als een van de weinigen voor het luik.
Dit in tegenstelling tot een van de andere Rotterdamse tenoren uit het ABP/Cantradecomplex die zelfs volledig door Justitie met rust werd gelaten: Jan Otten. Ook met deze voor de familie Lubbers geen onbekende ondernemer onderhield Masson intensieve contacten. Die werden onderandere gecultiveerd tijdens geanimeerde ontmoetingen in de bar La Grotte op de Westzeedijk nummer 76 (7). Slechts één keer rook de pers aan deze stilgehouden verbinding. Dat was in verband met het opjagen van de stichtingskosten van het Amsterdamse Reigersbos-project om extra subsidiemiljoenen van Den Haag los te weken en met het aannemen van steekpenningen door de mede door Otten bestuurde stichting Verantwoord Wonen (8). Als uit al dit moois één conclusie kan worden getrokken dan is het wel, dat een scheidingslijn tussen onder- en bovenwereld bijna nergens zo rigoureus werd weggegumd als bij de affaire rond de ABP en Cantrade.
Noten:
1. Verschenen bij Sijthoff, Amsterdam, 1988.
2. Zie voor Korthals Altes' merkwaardige akties in die zaak het boek "Voorheen Slavenburg" van Robert van de Roer, uitgeverij Balans, Amsterdam 1988.
3. Zie voor deze citaten uit het boek van Heijboer en Horsten de pagina's 106 en 107.
4. Zie voor dit citaat pagina 111. Zie voor meer over Van de Wereld en het ABP het artikel Achterzijde van het Beursschandaal / deel 2 in Kleintje Muurkrant 319 en Schaduwcommando van de Prins / deel 6 in Kleintje 342.
5. Zie daarvoor in KM 327 het artikel Achterzijde van het Beursschandaal / deel 7 in Kleintje Muurkrant 327 en het op 17 juni van dit jaar in De Morgenster verschenen "Retourtje Cantrade" dat later ook in Kleintje nummer 346 te lezen was.
6. Eén van die dames zou de verloofde zijn geweest van Bennie van de Marel. De zoon van de in februari 1978 van de aardbodem verdwenen multi-miljonair Jan van de Marel en zakenpartner van tot weinig vrolijkheid aanleiding gevende heren als gok- en porno-exploitant Henk Rijstenbil en krottenkoning Harry Hilders sr. Zie voor deze materie onderandere ook de artikelen Schaduwcommando van de Prins in Kleintje Muurkrant 342 en "Retourtje Cantrade" in Kleintje 346. Onze vragen aan Hemmes over deze kwestie bleven onbeantwoord.
7. Die bar bevindt zich niet ver van het adres Westzeedijk 108 waar het kantoor van mr. G.J. Dolk is gevestigd. Zoals we al eerder meldden legde Cantrade-topman Van Riemsdijk daar regelmatig bezoekjes af in verband met het vaststellen van beleggingsstrategieën. Hoewel er strikt genomen weinig chocola van valt te maken zijn we toch geneigd die geografische omstandigheid als niet toevallig te beschouwen.
8. Zie het artikel "Een miljoen op de post onvoorziene kosten" van Henk Blanken in de Volkskrant van 25 juli 1987. In dat artikel werd overigens nergens de link met de ABP-affaire gelegd.
9. Zie "Rond de Hakkelaar zitten nog grotere jongens" en "De Octopus BV" van Gerlof Leistra in Elseviers Magazine uit de maanden januari/februari 1997.
Morgenster, 14 november 2000
