Actueel maart 2000
Haider's outing nadert
26 maart 2000
Een paar dagen geleden verschenen in zowel het Oostenrijkse dagblad Der Standard, de Berlijnse Tageszeitung (TAZ) en de Britse Guardian berichten dat Jörg Haider, de omstreden topman van de Oostenrijkse liberale partij FPÖ, homosexueel zou zijn. En dat hij in Slowakije zijn groene blaadjes verorbert, omdat in Oostenrijk nog een wet van kracht is die homosexueel contact met jongeren beneden de 18 verbiedt. Dit grote gerucht over Haider's sexuele voorkeur ging blijkbaar al geruime tijd rond in de Weense homoscene, maar men was er niet erg happig op om dat naar buiten te dragen. Een woordvoerder van Hosi (Homosexual Initiative, de grootste homo-pressiegroep in Oostenrijk) daarover:
"Wij weten nu al zo'n tien jaar dat Haider homo is. Aan de ene kant is het positief dat geruchten niet langer politieke carrières kunnen ruïneren. Aan de andere klant was het beter geweest als Haider zelf wat eerder tot een "outing" was gekomen". De scene is nu namelijk bang dat de krantenberichten in Oostenrijk tot eenzelfde hetze zullen leiden als tegen buitenlanders. Het wordt in Wenen niet uitgesloten geacht dat Haider's aftreden als partijvoorzitter van de FPÖ in januari van dit jaar alles te maken had met de groeiende geruchtenstroom over diens homo/pedo-relaties. En niet met een tactische manoeuvre zoals in de internationale pers werd gesuggereerd.
Extra pikant is de vermelding in de bijdrage van TAZ dat Haider warme relaties onderhoudt met de vaak in Oostenrijk verblijvende zoon van Gadaffi. Alleen al dat feit moet voor een aantal geheime diansten "red alert" hebben veroorzaakt en extra prioriteit hebben verleend aan het bijhouden van een "fagfile" over Haider. Teineinde druk te kunnen uitoefenen als dat nodig mocht zijn bij het uitbuiten van Haider's Lybië-connectie. Zo komen wellicht zijn regelmatige "studiereizen" naar de VS ook in een ander licht te staan.
Ook in ons land zijn dit soort chantagepraktijken niet onbekend. Zo onderzocht de rijksrecherche vorig jaar nog 24 gevallen waarin sprake was van sexgerelateerde chantage. Het ging uiteraard niet om bootwerkers of vakkenvullers maar om hooggeplaatsten (onder wie politici). Sommigen van hen hadden hun gerief gehaald met minderjarige jongens in homosexclubs. In december verklaarde Minister Korthals dat de rijksrecherche geen doorslaggevende bewijzen (foto's, films?) had gevonden. Daarom deze oproep namens de minister: "Come out, come out, wherever you are".
Noot: Zie over deze materie ook de Morgenster van 12 februari en 16 maart jl.
Nieuw licht op de woestijn
25 maart 2000
De Iraakse leider Saddam Houssein zal bij niemand in de westerse wereld het diepe verlangen opwekken om hem eens te verrassen met een langdurige knuffel. Dat is wel eens anders geweest.
In de jaren tachtig werd hij door diezelfde westerse wereld volgestopt met waanzinnige credieten, waarmee hij met name in de VS en Groot-Brittannië dan weer enorme hoeveelheden afzichtelijk wapentuig kon aanschaffen. Plus de benodigde grondstoffen voor de opbouw van een chemisch/ biologisch/ nucleair wapenarsenaal. Het was de bedoeling dat Saddam met zijn gloednieuwe speelgoed grote schoonmaak zou houden onder de fundamentalistische ayatollah's in Teheran, die het westen eind 1979 zo te kakken hadden gezet.
Toen de wedstrijd Irak-Iran in 1988 in een gelijkspel eindigde bleek Saddam zich echter in het geheim ontwikkeld te hebben tot een tovenaarsleerling die al bijna in staat was een eigen atoombom uit zijn hoge hoed te schudden. En technisch in staat te zijn om bijvoorbeeld Israël met een bosje raketten te verrassen. Hoewel de leveranties met het bekende Magere Hein-stempel rustig doorgingen werden in Washington uiterst dualistische plannen gesmeed. Saddam Houssein zat namelijk ernstig om geld verlegen en had om op korte termijn de gaten in zijn huishoudboekje op te vullen zijn begerige blikken gericht op de rijkdommen van zijn mininuscule, olierijke buurman Koeweit. De regering-Bush gaf via haar ambassadeur in Baghdad subtiele signalen dat zij geen stampij zou maken als Irak bij buurman zou binnenvallen (1). En dat gebeurde dan ook eind juni 1990 met als rechtvaardiging de smoes dat Koeweit stiekem olie had getapt uit Iraakse bronnen. Washington beschuldigde Baghdad van aggressie, liet vervolgens de tegoeden van Koeweit - dat een flink gedeelte van zijn geldstroom via de Pakistaanse Bank for Credit and Commerce International (BCCI) liet lopen - bevriezen en bereidde zich samen met Londen daarna redelijk op het gemak voor op Operatie Desert Storm.
Die ging op 16 januari 1991 van start. Dankzij CNN konden miljoenen zich onder het genot van een glas bier en zak chips vergapen aan het als spektakelstuk gepresenteerde bombardement van Baghdad. Zo doen we dat. Lekker puh. Moet die Saddam maar luisteren. Later zou ene Milosevic dezelfde boodschap krijgen. Wie niet mee wil doen aan de nieuwe wereldorde krijgt dat op zijn brood. Desnoods met geweld. Eind februari was de strijd gestreden. Irak lag vanaf dat moment aan de VN-ketting en likte zijn wonden. Dat laatste deed Koeweit ook, zij het zonder ketting. Om die wonden te helen was geld nodig en de Koeweitse regering ging dan ook naarstig op zoek naar haar miljarden in het buitenland. Die speurtocht verliep moeizaam want de financiële administratie was door de Iraakse inval knap in de war geraakt. Om over de administratie van de BCCI, die in al haar filialen gebruikmaakte van Amerikaanse PROMIS-software, maar te zwijgen (2). Begin juli van datzelfde jaar werd die bank in feite geheel onnodig, schielijk opgeblazen. Niemand weet exact hoeveel kapitalen daarmee onder het hoogpolig vloerkleed zijn verdwenen. Pas lang na die traumatische gebeurtenissen in 1990/1991 zou de Koeweitse regering beseffen hoe het westerse spel in elkaar had gezeten en zich afvragen wie van de Iraakse inval allemaal hadden geprofiteerd (3).
Volgens berichten uit de Amerikaanse pers van de afgelopen week beschikte de crisis rond Irak van december 1998 eveneens over een dubbele bodem. Richard Butler, het toenmalig hoofd van het VN-team in Irak, was in het begin van die maand bezig met het concipiëren van zijn eindrapport over de bevindingen van zijn team bij het navlooien van mogelijk geheime Iraakse wapenopslagplaatsen. In feite had hij maar bij vijf van de in totaal ruim driehonderd inspecties moeilijkheden ondervonden van de zijde van de Iraakse regering. Agenten van de regering-Clinton oefenden naar nu pas blijkt invloed uit op Butler om de tekst van zijn rapport wat aan te scherpen en aan te dikken om langs die weg een reden te vinden om samen met de regering-Blair de voorraden uit hun ijzer- en staalwinkel aan te spreken en Baghdad opnieuw plat te gooien. Butler wist uiteraard van die vkornemens en trok zijn team uit de Iraakse hoofdstad terug. De hondstrouwe internationale pers meldde dat het VN-inspectieteam door Saddam het land was uitgetrapt. Op 16 december kwam Operatie Desert Fox op gang. Hij duurde vier dagen. In die tijd werden in naam van onze westerse democratie 415 kruisraketten op Irak losgelaten. In de anderhalve maand die Desert Storm duurde was er "slechts" sprake van 291. Net als in Lybië en Servië lukte het echter niet om de leider van het platgegooide land weg te krijgen. Het wachten is op Operatie Desert ...
Noten.
1. Zie het boek Spider's Web van Alan Friedman (Faber & Faber Ltd., Londen, 1993).
2. Die software met een geheime achterdeur stelde de Amerikaanse National Security Agency en de CIA in staat om avontuurlijk verdiend kapitaal op te sporen en volgens sommige experts ook om stiekem rekeningen leeg te halen. De Amerikaanse journalist Danny Casolaro had sterke aanwijzingen gevonden dat dat ook met geld van Koeweit was gebeurd. Vlak voordat hij een buitenlandse trip zou maken waarbij hij onder andere Koeweit zou aandoen, werd hij op 10 augustus 1991 in Martinsburg, Virginia gezelfmoord. Zie ondermeer het artikel "De Bank" (deel 2) in Kleintje Muurkrant 333 en "Trojaans paard" in actueel nieuws - deze rubriek dus - van 19 februari j.l.
3. Alleen in Spanje kwam een grote affaire binnen dit kader aan het licht. Zie het artikel "De Bank" (deel 1) in Kleintje Muurkant 332.
Sores voor Tanri
23 maart 2000
Er pakken zich donkere wolken samen boven het hoofd van de Indonesische zakenman Tanri Abeng. Zoals wij al schreven in de Morgenster van 27 februari jl. (zie het artikel "Holland Overzee") wordt de voormalige minister van staatsbedrijven tijdens het interim-bewind van president Habibie ervan verdacht een rol te hebben gespeeld bij het schandaal rond de Bank Bali. De bank kwam vorig jaar in ernstige moeilijkheden toen bleek dat zo'n tachtig miljoen dollar verdwenen was via ongedekte leningen. Een deel daarvan zou zijn overgeheveld naar de verkiezingskas van Habibie.
Daarnaast wordt Abeng medeverantwoordelijk gehouden voor het uit zicht verdwijnen van tientallen miljoenen van een IMF-lening, het wegsluizen van 1,2 miljard dollar van de bank Indonesia naar bedrijven van de familie Soeharto via de Rotterdamse Indoverbank en het ontvangen van zwart geld bij het ver onder de marktprijs verkopen van Krakatau Steel.
Eind januari vertrok hij in verband met gezondheidsproblemen naar Nederland. Na zijn terugkeer werd hij verder aan de tand gevoeld. Een paar dagen geleden vonden de Indonesische autoriteiten op grond van de onderzoekresultaten voldoende gronden aanwezig om Abeng te verbieden zich opnieuw buitenslands te begeven. Gezien zijn innige Nederlandse contacten is het niet denkbeeldig dat ook hier in sommige directiekamers met spanning wordt afgewacht hoe de zaak-Abeng zich verder zal ontwikkelen.
De CDU-bocht via Paraguay
23 maart 2000
Begin deze week meldde Der Spiegel naar aanleiding van een artikel in het Argentijnse blad Clarin, dat opnieuw een Paraguayaanse route was ontdekt waarlangs zwart geld naar de partijkas van het CDU was gestroomd.
In een vroeger stadium was al bekend geraakt dat prins Casimir zu Sayn Wittgenstein Berleburg, de vroegere thesauriër van Kohl's partij in Hessen, en zijn schaduw Horst Weyrauch een contactman in Ascunsion hadden gebruikt om avontuurlijke bijdrages aan de partijkas van een kosher verfje te voorzien. Daartoe had de betrokken contactman ruim 200 valse overlijdensaktes van een officieel stempel laten voorzien. De aktes hadden betrekking op niet bestaande overleden Joden, die voor 1940 de benen hadden genomen uit angst voor arrestatie door agenten van Hitler's moordmachine en aan het eind van hun leven in exil hun hele hebben en houden hadden nagelaten aan het CDU. De contactman ontving per akte 5000 DM. Een aardig bedragje voor toch een eenvoudige vorm van frauduleus handelen. Maar meer dan waarschijnlijk een fractie van de bedragen die deze aktes moesten afdekken. Via de in 1991 door het geniale financiële duo uit Hessen op het Caraïbische belastingparadijs Anguila gevestigde La Salina Bank zouden de gefingeerde erfenissen naar de Zwitserse zwarte kas van het CDU zijn gevloeid. In 1994 werd de papieren bank door de autoriteiten van het eiland opgedoekt wegens gebrek aan activiteiten (zie voor de connectie met ons Koninklijk Huis het artikel "de CDU-affaire" in De Morgenster dd. 26/1 jl.).
De route die deze week aan het licht kwam via de Clarin en Der Spiegel dateerde uit de beginjaren tachtig. In 1981 reisde een delegatie onder leiding van de Duitse jurist Heinz Aigner naar Paraguay. Volgens het Argentijnse blad om deel te nemen aan een internationale anti-communistische bijeenkomst. Tot de Duitse delegatie behoorde ondermeer Hans Filbinger, in de jaren zeventig CDU-premier van Baden-Württemberg. Een omstreden politicus omdat hij als rechter van de Kriegsmarine tussen 1943 en 1945 verschillende Duitse militairen de doodstraf zou hebben bezorgd wegens desertie of anti-Nazi-aktiviteiten. Ondanks het feit dat deze beweringen nooit adequaat zijn aangetoond brachten zij wel ernstige schade toe aan zijn politieke carrière maar niet aan zijn politieke vriendschappen. Zo onderhield hij goede connecties met Otto von Habsburg, een hoogwaardige rechtspolitieke intrigant, en de Belgische "spekpater" Werenfried van Straaten, die op subversief terrein niet alleen bij onze zuiderburen zijn sporen heeft verdiend.
De delegatie van Aigner en Filbinger moet bij aankomst in het Paraguay van de fascistoïde president Stroessner een "comin'home"-gevoel hebben gehad. De leden werden behandeld als echte VIP's en het mag dan ook geen wonder heten dat Aigner in 1982 in Stuttgart het "Institut für deutsch-paraguayische Beziehungen zur Wirtschafts- und Kulturförderung" stichtte. Maar wel als een GmbH ofwel NV, want er moesten zaken worden gedaan. De GmbH bracht namelijk aandelen in omloop ter waarde van 50.000 DM per stuk. Met de opbrengst werden stukken grond in Paraguay aangeschaft. Binnen een mum (of maximaal twee mummen) van tijd werd de bewuste grond tien keer zo duur en successievelijk weer verpatst. De winst verdween in de altijd voor giften openstaande kas van het CDU. Waar zo'n tripje naar Zuid-Amerika al niet toe leiden kan.
Het Rode Kruis
21 maart 2000
Vier jaar geleden overviel een gevechtseenheid van het Indonesische leger het dorp Geselema in Irian Jaya. Zij maakte daarbij gebruik van een helicopter die alle kentekenen droeg van het Internationale Rode Kruis. Dat was afgelopen vrijdag te beluisteren in het radioprogramma Argos van de VPRO. De hulporganisatie waarin ons Koninklijk Huis is vertegenwoordigd door mevrouw Van Vollenhoven erkende ruiterlijk dat die gebeurtenis had plaatsgevonden. Hoe lang het Rode Kruis daarvan al op de hoogte was bleef in het ongewisse.
Het is niet voor het eerst dat onder die vlag oneigenlijke politiek-militaire kunststukjes worden bedreven. Vooral de Fransen hebben in het verleden daar een handje van gehad. Een paar voorbeelden:
1) Begin februari 1959 maakte de Tunesische minister van Binnenlandse Zaken Taïeb Mahiri bekend dat zijn veiligheidsdienst een tiental agenten van de Franse geheime dienst SDECE had gearresteerd. Zij waren al sedert 1947 als technici in Tunesië werkzaam en behoorden tot de "réseau Magenta". Hun hoofdkwartier was tussen 1947 en 1955 gevestigd in het kantoor van het Franse Rode Kruis en daarna via een korte tussenstop op de Franse ambassade. Tot de spionagering begin 1959 werd opgeblazen.
2) In september 1968 werd een Franse luchtbrug geïnstalleerd die de Biafraanse opstandelingen in Nigeria moest voorzien van alles wat zij nodig hadden. Vooral wapens. De luchtbrug liep via de Gabonese hoofdstad Libreville en stond in West-Afrika onder leiding van de SDECE-chef ter plekke. Hij werd bij zijn zware taak geassisteerd door de Franse militaire attaché in Libreville die tegelijkertijd voorzitter was de lokale Rode Kruis-afdeling. Zo arriveerde onder de cover van voedsel, dekens,tenten en medicamenten tonnen wapentuig in de Biafraanse jungle. Het Rode Kruis werkte bij die operatie samen met de Zweedse Caritas (waarvoor de ex-SS-er Otto Skorzeny actief was). En ook ons Koninklijk Huis, in de persoon van mevrouw De Bourbon-Parma, toonde zich erg begaan met het lot van het olierijke Biafra. Met name met dat van de zwarte kindjes.
Het gaat uiterard om incidenten, maar het toont wel aan dat er geen kruis zo rood is of er zit een vlekje aan.
Een slepende zaak
18 maart 2000
Zoals wij in mei 1999 al schreven in Kheintje Muurkrant was de ABN/AMRO eind jaren tachtig, begin jaren negentig betrokken bij een miljardenroof in Spanje. Via Koolmees Holdings en Kokmeeuw Holdings. Twee Rotterdamse BV's die als cover dienden voor het Kuwait Investment Office( KIO) en werden beheerd door een volle dochter van De Bank: de Nationale Trustmaatschappij (zie Kleintje Muurkrant nummer 339). Het Koeweitse investeringsvehikel werd in Spanje vertegenwoordigd door Javier de la Rosa. Deze bekende zakenman belegde de oliemiljarden van zijn werkgever in twee enorme industriële conglomeraten, Ercros en Grupo Torras. Via allerlei ondoorzichtige constructies en een woud van werkmaatschappijtjes wist hij vervolgens in de loop van enkele jaren ruim 5 miljard dollar daarvan naar buitenlandse rekeningen over te hevelen. Een respectabel deel van dat bedragje bleef na de ontdekking van De la Rosa's malafide praktijken onder water. Sinds 1993 staat de in aanzien zeer gekelderde zakenpief van tijd tot tijd voor de rechter om zich te verantwoorden voor de verschillende vormen van zwendel waaraan hij zich heeft schuldig gemaakt.
Hij is ook al een paar maal veroordeeld en heeft bijgevolg eveneens een paar maal een zware deur achter zich horen dicht trekken. Maar zijn gestel vertoonde dezelfde plotseling opduikende gebreken als dat van Pinochet en ook zijn gezin moest onevenredig lijden door de afwezigheid van pappa. Daarom mocht hij zijn straf verder thuis uitzitten. Mits hij nog wel even een openstaand bedragje aan de Spaanse staat wilde overmaken. Dat wilde hij wel.
De afgelopen week stond De la Rosa opnieuw terecht. Nu voor valsheid in geschrifte in het dossier Torras, waarbij gelden aan Torras waren onttrokken terwijl het al in surséance van betaling verkeerde. Er werd drie jaar geëist. De advocaten van De la Rosa vroegen vrijspraak.
Op zijn minst merkwaardig in de hele gang van zaken rond deze enorme zwendel is het feit dat de Spaanse pers totaal geen aandacht heeft besteed aan de rol van de twee Rotterdamse BV's en ook de Spaanse Justitie dit spoor niet heeft nagetrokken. Morgen toch maar even Madrid bellen.
"Klaar voor onderwater?"
12 maart 2000
In Zweden ontwikkelt zich sedert enige dagen een naar meer smakende rel. Aanleiding was een interview met de 83-jarige Casper Weinberger in de Svenska Dagbladet. Volgens deze Amerikaanse oud-minister van Defensie van de diabolische regering Reagan/Bush waren in zijn ambtsperiode (1981/1987) herhaaldelijk onderzeeërs van de NAVO de Zweedse wateren binnengevaren. Met medeweten van de Zweedse autoriteiten. Doel was de Zweedse defensie te testen op haar alertheid ten opzichte van mogelijke schendingen van het Zweedse territorium door Russische onderzeeërs. Niet helemaal denkbeeldig nadat in 1981 een Russische sub wat sullig was vastgelopen binnen Zweedse wateren. De vraag is echter welke Zweedse autoriteiten wel op de hoogte waren en welke niet. In dezelfde periode waarover Weinberger openheid van zaken gaf ontstond namelijk in de internationale pers een golf van berichten over Russische onderzeese activiteiten met een hoog Loch Ness-gehalte. Zo zouden zelfs mini-onderzeeërs regelmatig tot diep in de Zweedse fjorden zijn doorgedrongen. Mogelijk om het geheim van Knäckebröd te ontrafelen. Aangewakkerd door de sensationele berichtgeving ontstond tussen het Tornemeer en het Kattegat een ware publieke hysterie die de regering in Stockholm zelfs noopte een officiële commissie te benoemen om de zaak te onderzoeken. Die regering stond onder leiding van de sociaal-democraat Olaf Palme, die zeker geen ansichtkaarten spaarde van het NAVO-hoofdkwartier of het Witte Huis. Rook Palme een rat? Wist hij iets af van de oefeningen die de NAVO hield? Of ging hij bij het geheim houden daarvan zo ver dat hij zelfs een commissie benoemde die de "red submarine" boven water moest trekken? Dat laatste is niet echt waarschijnlijk. Wat zou inhouden dat de premier van niets wist en dat hij slachtoffer werd van machinaties van het allooi waar de toenmalige leiding van het Amerikaanse "evil empire" patent op had. Machinaties die uiteindelijk zelfs leidden tot de gewelddadige dood van Palme op 28 februari 1986 bij het verlaten van een bioscoop in Stockholm. Op de moord zijn heel wat filosofieën losgelaten.
Volgens de rechtse pers zat de PKK achter de aanslag en de Zweedse politie creeërde zijn eigen Oswald. De meest gangbare opvatting ging in de richting van een rechts complot waarbij de Zuidafrikaanse geheime dienst had samengewerkt met een Zweedse afdeling stiekem, de CIA en de World Anti Communist League (WACL). De reden voor het opruimen van Palme zou zijn geweest dat hij als voorzitter van een VN-vredescommissie, die via een moeizame dialoog een einde moest maken aan de oorlog tussen Iran en Irak, op de hoogte was geraakt van de geheime wapenleveranties aan beide landen en niet van zins was dat over zijn kant te laten gaan. Vooral het feit dat ook de Zweedse wapenfabrikant Bofors - onder andere via zijn filiaal in Zuid-Afrika - bij de leveranties betrokken was, moet hem mateloos hebben geïrriteerd. Aan Amerikaanse zijde was één van de mensen die volledig op de hoogte waren van het toedienen van wapeninfuzen aan beide partijen minister van Defensie Caspar Weinberger.
Waarom deze oude ijzervreter nu ineens komt met zijn onthulling over de NATO-onderzeeërs is een raadsel. Mogelijk wilde hij een bizar gebaar van goede wil maken na Putin's uitspraak dat Rusland bereid was toe te treden tot de NATO. Maar inmiddels is hij al op de vingers getikt en heeft hij voor de Zweedsa televisie een zwakke poging gedaan om zijn eerdere uitspraken wat af te zwakken. Vergeefs. In Zweden is de beer los.
Henry
8 maart 2000
In de laatste dagen van februari jl. bracht de vroegere Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger een bezoek aan Jakarta.
Het huidige loodsmannetje van onze prinselijke waterexpert binnen de Olympische organisatie werd door de Indonesische president Wahid met gemengde gevoelens ontvangen. Per saldo behoorde Kissinger tot de internationale kliek die tijdens het bewind van zetbaas Suharto zo'n enorme roofbouw heeft gepleegd op de welige financieel/economische sawa van Indonesië. Onder het adagium van "if you can't beat them, join them" verzocht Wahid aan Kissinger hem als adviseur ter zijde te willen staan om die sawa te herstructureren. Het is als vragen om een vuurtje aan de duivel en die zei uiteraard geen nee. De Bilderberg-agent wilde voor zijn adviezen zelfs geen honorering. Hij deed het gratis en voor niks. Maar dan moest Wahid wel beloven de maatschappij Freeport-McMoRan Indonesia met rust te laten. Het Amerikaanse moederbedrijf Freeport-McMoRan graaft over de hele wereld naar koper en goud en Henry zit in het bestuur van deze mondiale schatgraver. Sedert 1991 is de Amerikaanse maatschappij ook actief in Indonesië's wingewest Irian Jaya en springt daarbij even slordig om met het milieu als met de locale bevolking, die voor een deel het stadium van de peniskoker nog niet achter zich gelaten heeft. En als het aan Henry ligt blijft dat ook zo, want elke geëmancipeerde Papoea gaat geld kosten.
Bij het ondertekenen van het contract in 1991 ontfermde het moederbedrijf zich over 81,28 procent van de aandelen van haar Indonesische dochter. De Indonesische staat kreeg 9,36 procent van Sinterhenry en zijn pietermanknechten en een even groot percentage kwam bij Indocopper Investama Corporatioj in de schoen. Maar van die aandelen Indocopper berust 49 procent eveneens bij Freeport, zodat Kissinger's slokop de facto over ruim 85 procent van het totale aantal aandelen beschikt. De resterende 50,48 procent van Indocopper zit in de portefeuille bij Nusamba Mineral Industries, een covermaatschappij van de Suharto's. Een restpartijtje van 0,52 procent van de grote koek wordt beheerd door Suharto-vriendelijke zakenlui onder wie de van corruptie beschuldigde Tanri Abeng, die eind januari naar Nederland afreisde in verband met zijn gezondheid (voor meer over deze heer zie het artikel "Holland Overzee" in De Morgenster).
In het oorspronkelijke contract dat Freeport tekende stond dat zij binnen twintig jaar 51 procent van haar dochteraandelen moest hebben overgedragen aan de Indonesische staat, Indonesische bedrijven of Indonesische burgers. Tenzij de Indonesische regering tussentijds deze voor elke buitenlandse onderneming geldende regel zou schrappen. En dat gebeurde in 1994, toen het Suharto-regime decreet nummer 20/1994 uitvaardigde waarin buitenlandse investeerders het recht kregen Indonesische bedrijven voor de volle honderd procent in bezit te hebben. Wahid probeert nu dat besluit voorzichtig terug te draaien. Zo werd aan Freeport verzocht alsnog twintig procent van haar aandelenkapitaal over te dragen aan de bevolking van Irian Jaya en/of een concessie in een van haar wingebieden en/of wat meer banen voor lokale arbeidskrachten. Nu Henry gratis adviseur is geworden van Wahid zal er van die verzoeken weinig terecht komen. Ook klachten aan het adres van Freeport over haar goedkope interpretatie van de geldende milieuvoorschriften zullen meer dan waarschijnlijk in de ambtelijke molen verdwijnen zonder sporen achter te laten. Ironisch is het wel dat de Wereldbank begin deze week min of meer het bevel gaf de slecht lopende kopermijn Ok Tedi in Irian Jaya te sluiten op milieu-technische gronden. Maar daarbij gaat het om een Australisch/Canadese maatschappij, die niet kan beschikken over een beetje fatsoenlijke Bilderberger. Waar een lid van zo'n club al niet goed voor is.