Een telefoontje van Paleis Soestdijk
door Peter Edel
Tegenwoordig schrijf ik over Turkije, daarvoor deed ik dat over Israël. Eerder, we praten midden jaren negentig, verscheen er nog niet veel van mijn hand. Maar ik onderzocht toen wel al van alles. Van Prins Bernhard tot de moord op John F. Kennedy. Tussen deze twee onderwerpen lijkt een wereld aan afstand te bestaan, maar ik vond een verbindende factor in de persoon van ene Tibor Rosenbaum, een zionistisch georiënteerde Hongaar die na de Tweede Wereldoorlog naar Israël verhuisde. Daar beviel het hem maar matig en al spoedig kwam hij terecht in Zwitserland, waar hij bankier werd.
Er doen wilde verhalen de ronde over Rosenbaum. Bijvoorbeeld dat operaties van de Mossad via zijn Banque du Credit international (BCI) werden gefinancierd. En dat winsten van de Amerikaanse maffiabaas Meyer Lansky door die bank zijn witgewassen.
Verder is Rosenbaum genoemd als financier van Permindex. Deze schimmige onderneming is met de CIA in verband gebracht, maar vooral via Rosenbaum ook met de Mossad. Een van de bestuursleden van Permindex was Clay Shaw. Zoals te zien was in Oliver Stones film "JFK" is Shaw de enige persoon die ooit is aangeklaagd voor de moord op John F.Kennedy. Zo kreeg Rosenbaum een plaats in het landschap rond deze dramatische gebeurtenis een halve eeuw geleden.
Maar de naam Tibor Rosenbaum valt ook als vriend van Prins Bernhard. Wim Klinkenberg noemde hem in zijn onvolprezen boek "Prins Bernhard, een politieke biografie". Bernhard leerde Rosenbaum ergens begin jaren zeventig kennen en had om een of andere reden iets met hem. Een paar jaar later liet hij hem een lezing doen op Paleis Soestdijk over internationaal betalingsverkeer. Andere genodigden waren niet onder de indruk van Rosenbaums betoog en lieten de prins weten dat ze de in Zwitserland gevestigde bankier maar een rare kwibus vonden.
Bernhard trok zich hier niets van aan en bleef Rosenbaum trouw. Toen diens BCI in problemen raakte, schoot de prins te hulp. Door kasteel Warmelo (het eerdere onderkomen van Bernards moeder), voor een spotprijs aan een onderneming van Rosenbaum te verkopen. Deze transactie kon het faillissement van Rosenbaum echter niet voorkomen, met als gevolg dat Warmelo naar de schuldeisers van de BCI verdween. Een probleem voor Bernhard, omdat het kasteel met geld van de koninklijke familie was aangeschaft. Kort daarop schreef Bernhard zijn beruchte bedelbriefjes aan Lockheed, waardoor een en ander later aan elkaar werd verbonden. Toch bleef de Warmelo-kwestie altijd een wat onderbelicht aspect van de Lockheedaffaire.
Mede omdat Rosenbaum in de VS en Nederland in een totaal verschillende context werd genoemd, raakte ik gefascineerd door hem. Bij mijn strooptocht naar informatie hoorde ook een brief aan Paleis Soestdijk, waarin ik ZKH om informatie vroeg over zijn vriend, die al geruime tijd daarvoor was overleden. Ik verwachtte een schriftelijk antwoord van Bernhards secretaris, maar het liep anders.
Hoewel het al weer even geleden is staat het me nog goed bij. Het was een warme middag in juni toen bij mij thuis de telefoon ging. Mijn toenmalige partner nam op. Peet, Paleis Soestdijk voor je, zei ze verbaasd maar ook enigszins geamuseerd. Eerst dacht ik dat ze een grapje maakt. Maar ik nam de hoorn van haar over: met Peter Edel. Ik hoorde een vrouwenstem: ik verbind u door met de prins, waarop ik hallo, hallo hoorde. Het Duitse accent was onmiskenbaar. Goedemiddag koninklijke hoogheid zei ik, zo cool mogelijk.
Bernhard had mijn brief in handen, waarop ik hem zei dat ik naar mijn werkkamer zou lopen zodat ik die ook voor me zou hebben op de computer. Daar moest Bernhard ontzettend om lachen. Sterker, hij moest overal om lachen. Ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat hij enigszins beschonken was. Wellicht was een pilsje in de warme paleistuin hem die dag iets te snel naar het hoofd geschoten. Kan gebeuren natuurlijk.
Hoe dan ook, Bernhard deed enorm amicaal. Erg veel schoot ik met het gesprek dat volgde echter niet op. Hij zei Rosenbaum een aardige man te hebben gevonden, maar zoveel had ik eerder al begrepen. Ook noemde hij nog de naam van Joop Ritmeester van Kamp, de voormalige directeur van het Nederlandse casinowezen, maar die was ik in verband met Rosenbaum ook al tegengekomen.
De enige voor mij onbekende naam waar Bernhard het over had was van een zekere Generaal Asjes, een Nederlandse luchtvaartpionier. Asjes zou volgens Bernhard na de ondergang van de BCI het geld zijn kwijtgeraakt dat hij in een project van Rosenbaum had geïnvesteerd.
Verder beriep Bernhard zich over Rosenbaum op geheugenverlies, een kwaal waar hij ook tijdens de Lockheedaffaire vaak naar verwees.
Na een paar weken stuurde ik nog een brief naar Bernhard. Toen met de vraag of een aantal bestuursleden van Permindex inderdaad lid was van de door hem opgerichte "1001 club", zoals ik ergens had gevonden. Toen kreeg ik geen telefoontje, maar een brief van zijn secretaris, die mijn vraag overigens bevestigend beantwoordde.
Niet veel later heb ik een punt gezet achter mijn onderzoek naar Tibor Rosenbaum. Vooral omdat de beweringen over hem in de VS die hem met de moord op Kennedy in verband brachten, met geen mogelijkheid hard gemaakt kon worden. Zelfs als hij daar al iets mee te maken had, is het heel goed mogelijk dat dit op een need to know basis was, waardoor hij er toch niets van af wist. Bijkomend probleem was de penetrante geur rond de bronnen waarin Rosenbaum met de moord op JFK werd geassocieerd.
In Bernhard verloor ik mijn interesse toen hij het tijdelijke voor het eeuwige verruilde. Achter zijn streken aanzitten was veel leuker toen hij nog leefde. Had je tenminste de kans nog eens gebeld te worden...
Dit bericht is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 442, 1 mei 2013