Gladio en de Oranjes (002)
In het vorige Kleintje stond deel een van dit artikel, geschreven
door Ton Biesemaat
Een voorloper van O&I was eind jaren veertig de SOAN, de Stichting Opleiding Arbeidskrachten Nederland, een 'cover' voor een stay behind netwerk dat al ageerde tegen linkse kringen. Oprichter was dr. ir. Hacke, voorzitter van de ziekenfondsraad en VVD'er. Hij werkte samen met de protestants-christelijke vakbondsman Elsinga. Deze SOAN werd gefinancierd door Unilever, Shell, SHV (Fentener van Vlissingen) en KLM. Na ernstige ontsporingen werd de SOAN mede door Louis Einthoven buiten spel gezet door de start van O&I oftewel Gladio. De SOAN werd ook de hand boven het hoofd gehouden door de minister van Buitenlandse Zaken en directeur van Heineken Dirk Stikker en de machtige katholieke premier enkoningshuis-raadgever Louis Beel.
Dat topmensen uit het bedrijfsleven O&I ondersteunden en financierden wordt ook gesuggereerd in een artikel in Het Vrije Volk van 15 november 1990. Daarnaast meldde de Groene Amsterdammer zonder de leden te specificeren dat 'De Jachtclub' bestaat. Een overlegorgaan van invloedrijke personen uit bedrijfsleven en staat die O&I aanstuurden. Ook de Amsterdamse patriciërsfamilie Six was bekend met Gladio. Niet verwonderlijk is ook dat deze personen in de kringen van de hofhouding verkeerden en in het bijzonder zeer 'close' waren met prins Bernhard.
Gladio in Nederland maakte gebruik van 'cover'-stichtingen en -firma's, net zoals een geheime dienst als de CIA of AIVD dat doet (vergelijk het verhuren door de AIVD van een woning vol microfoons in de Haagse Antheunisstraat aan leden van de 'Hofstadgroep'). Een voorbeeld was de Stichting Vrede en Veiligheid die in de jaren vijftig maar ook daarna in grote oplaag het blad 'De Echte Waarheid' uitgaf. In het bestuur zaten patriciërs en politici zoals: Van Dam van Isselt (BVD, World Anti-Communist League, pro-Apartheid), Tjeenk Willink (Huët, CDA kamerlid, Pierson-bank) en Van Marken (Instituut Latijns Amerika waar prins Bernhard aan gelieerd was, Pierson-bank). De volgende politici waren in elk geval nauw verbonden met Gladio: Ad Ploeg ( kamerlid en staatssecretaris Defensie van de VVD), Max van der Stoel (PvdA minister van Buitenlandse Zaken, minister van Staat), Odo den Toom (VVD minister van Defensie), De Koster (VVD minister van Defensie) en Willem Drees (PvdA premier).
Deze namen worden opgevoerd omdat een aantal ook op de hoogte was van belangrijke schandalen en affaires rondom prins Bernhard die deels al staan beschreven in mijn boek Bernhardgate. De rol van Max van der Stoel als mensenrechtenkampioen en held van het democratische Griekenland na de dictatuur van de kolonels is opmerkelijk omdat juist het Gladio-netwerk in verband werd gebracht met de extreemrechtse staatsgreep van de kolonels! Van der Stoel zou daarna nog de wegbereider worden voor de acceptatie van mw. Zorreguita in Nederland waarbij het bloedige verleden van haar vader werd weggepoetst door prof. Baud.
Prins Bernhard kan zonder enige discussie worden aangemerkt als de peetvader van de Nederlandse Gladio. Hij werkte bij de oprichting samen met majoor Somer die hij in de Tweede Wereldoorlog liet benoemen tot hoofd van de Nederlandse inlichtingendienst BI (Bureau Inlichtingen). In mijn boek Bernhardgate toon ik met verschillende bronnen aan dat Somer net als Bernhard voor de Duitse militaire inlichtingendiensten en de SD (Sicherheitsdienst) werkte. Uiteindelijk een vreemde keus dat uitgerekend deze twee aangebrande figuren aan de basis van het Nederlandse Gladio stonden. In de hofhouding liep de al reeds genoemde Bernhard-vriend baron van Lynden rond die leider zou worden in de jaren vijftig van O&I. Zoals ook al gememoreerd probeerde deze baron van Lynden samen met prins Bernhard de spionagebank Rhodius Koenigs op te kopen. De Oranjes moeten beschouwd worden als een (schaduw)machtsfactor achter Gladio. De verwevenheid met geheime diensten treedt nog steeds naar voren met de werkzaamheden van Beatrix's zoon prins Constantijn voor de Rand Corp, een internationale 'thinktank' die deels wordt gefinancierd door de CIA. Een aspect dat in de Nederlandse media nimmer ter sprake is gekomen.
Prinses Irene en haar toenmalige echtgenoot Carlos Hugo van Bourbon-Parma waren in 1976 de leiders van de Spaanse Carlisten. Bij een massale Carlistische pelgrimstocht naar de berg Montejurra werd de stoet beschoten waarbij twee doden vielen. Doordat waarschijnlijk Irene en Carlos Hugo gewaarschuwd waren (door Gladio-hoofd Max van der Stoel!) waren ze zelf geen slachtoffer. In 1990 bleek uit Spaanse onderzoeken dat de aanslag was gepleegd door Italiaanse Gladio-leden die waren uitgeweken naar Spanje. De reden voor de aanslag was om de ooit fascistische Carlisten die naar modieus links waren afgegleden weer in het gareel te krijgen van de rechtse Carlisten-fractie onder leiding van Prins Sixto, de broer van Carlos Hugo.
Gladio is zoals al eerder beschreven een veel minder geheime organisatie dan wordt aangenomen. Niet door de onthullingen van de Italiaanse premier Andreotti in 1990 werd Gladio een spectaculaire organisatie. Dat kwam door de Gladio-verbindingen naar terreur en criminaliteit, hoe de staat, CIA en schaduwmachten via Gladio maatschappijen trachten te manipuleren. Het bestaan van een Gladio-netwerk in Nederland is mede naar voren gekomen door de vondsten van verborgen wapenopslagplaatsen. De eerste vondst door een gepensioneerde rijkspolitieman in de Wieringermeer dateert al van 1966. Die vondst kon nog min of meer worden verzwegen, ondanks dat in hetzelfde jaar Otto Heilbrun een artikel publiceerde waarin Gladio onthuld werd: The role of Guerrilla's in NATO's defence of Europe. In 1980 wordt een Gladio-wapenopslagplaats ontdekt in Limburg (landgoed van de familie Hooijer). Twee jaar later wordt een opslagplaats in de bossen bij Rheden door kinderen met een metaaldetector ontdekt. De wapens verdwijnen in het Arnhemse criminele circuit. Een handgranaat uit het Gladio-depot wordt zelfs door een openstaand raampje in het toilet van het politiebureau gegooid! In dezelfde tijd wordt ook de wapenopslagplaats in de Haagse Scheveningse Bosjes ontdekt. De wapens worden ontvreemd en om ontdekking bij een controle met metaaldetectors tegen te gaan wordt de leeggehaalde opslagplaats opgevuld met oude koelkasten. Het zijn de wapens en handgranaten zonder serienummers uit dit depot die in 1991 worden aangetroffen bij de criminelen Sam Klepper en Johnny Mieremet. Die hebben zich dan met opzet door de politie laten arresteren omdat ze bevreesd zijn voor represailles van de Joego-maffia. De ontdekkingen van de wapenopslagplaatsen begin jaren tachtig zorgen voor veel speculaties in de pers. Ook dan wordt geopperd dat het opslagplaatsen zijn van een geheime BVD-achtige organisatie. Onderzoeksjournalist Igor Cornelissen van Vrij Nederland weet in 1980 al te melden dat slechts zeven Nederlandsers weet hebben van een guerrilla-organisatie. Publicaties na de onthullingen over Gladio in 1990 spreken soms over wel 87 geheime wapenopslagplaatsen. In elk geval is door een uitzending van Peter R. de Vries over Gladio aangetoond dat vijf jaar na de officiële opheffing van Gladio er nog een wapenopslagplaats op de Utrechtse Heuvelrug aanwezig was. Daar kwamen wapens terecht die illegaal gesmokkeld waren. De Vries legde een smokkelnetwerk vast waarbij wapenhandelaren in Amsterdam, Antwerpen en Sint Niklaas waren betrokken. De Amsterdamse wapenwinkel Munts prepareerde illegaal voor deze neo-Gladio organisatie zelfs geluidsdempers. De politie heeft op onverklaarbare wijze een onderzoek naar deze opslagplaats en de activiteiten van Munts gestaakt. Opdracht van hogerhand?
Omdat de Gladio-netwerken op een 'need to know' principe en in cellen waren georganiseerd moeten slechts een beperkt aantal Gladio-agenten kennis hebben gehad van afzonderlijke wapenopslagplaatsen. Het aantal mensen dat een compleet overzicht had van alle Gladio-opslagplaatsen moet zeer gering zijn geweest. De vraag kan gesteld worden of de ontdekkingen begin jaren tachtig van Gladio-wapenopslagplaatsen waarbij wapens in het criminele circuit terecht kwamen wel zo toevallig waren (Arnhem en Amsterdam). De Gladio-wapens die werden aangetroffen bij Mieremet en Klepper hadden die al bijna tien jaar in hun bezit kunnen hebben. Daarmee kunnen deze Gladio-wapens ook terecht zijn gekomen bij de Klaas Bruinsma-groep (De Dominee) waar Mieremet en Klepper eind jaren tachtig voor werkten. Klaas Bruinsma kende, zoals iedereen weet, Mabel Wisse Smit alias 'De Marmot'. Prinses Mabel heeft schijnbaar een hele loopbaan achter de rug in de schaduwwereld met connecties naar de Bosniër Mohammed Sacirbey en de daarmee samenhangende wapensmokkel in de Joegoslavische burgeroorlog. En niet te vergeten de Servische crimineel en oorlogsmisdadiger Arkan die op jacht wou naar Mabel in Brussel.
(Bronnen: persoonlijk Gladio-archief auteur, Gladio-archief Kleintje Muurkrant in bruikleen bij auteur, interviews met anonieme bronnen. Verder de boeken: 'Netwerk Gladio' door Hugo Gijsels, 'Dossier Gladio' onder redactie van Jan Willems, 'Gladio das Erbe des Kalten Krieges' door Leo A. Müller en 'NATO's Secret Armies Operation Gladio and Terrorism in Western Europe' door Daniele Ganser. Verder TV-uitzendingen van KRO Reporter, Peter R. de Vries en de driedelige BBC Timewatch-documentaire over Gladio op dvd uit 1992. Kijk ook op www.prorepublica.nl en in de zoekmachine van www.stelling.nl/kleintje voor heel veel meer informatie en eerdere artikelen in Kleintje Muurkrant)
Dit bericht is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 437, 4 maart 2011