Censuur en propaganda
De kranten waren er de afgelopen tijd vol van toen men de voormalig Bosnisch-Servische generaal Ratko Mladic arresteerde in een dorpje in de Vojvodina, een streek ten noorden van de Servische hoofdstad Belgrado. Gejuich overal, want eindelijk heeft men de man die, als we sommigen perslui mogen geloven, verantwoordelijk was voor de etnische zuiveringen en moordpartijen in de gewezen Joegoslavische deelrepubliek Bosnië. Genocide, roept men luidkeels van verontwaardiging. Het leek alsof we twintig jaar terug werden geslagen toen de burgeroorlog en de vernieling van Joegoslavië van start ging. Een verhaal, als we onze media weeral mogen geloven, van wit en zwart, van slechte Serviërs versus de goede rest. Niets is echter minder waar, en de werkelijke daders voor deze oorlogsmisdaden lopen nog steeds ongehinderd vrij rond, soms, zoals in het geval van de vroegere Amerikaanse president Bill Clinton, zelfs als gevierde politici. Maar dat wekt geen enkele verbazing. Voor de media is Ratko Mladic de hoofdverantwoordelijke van de slachting van om en nabij de 8000 onschuldige burgers uit Srebrenica en de duizenden eveneens onschuldigen die vielen bij de belegering van de hoofdstad Sarajevo. De werkelijkheid is echter minder zwart/wit dan wat toen en ook nu weer te horen is. Het echte verhaal toont een beeld van veel gruwel langs beide zijden, zowel in Srebrenica en het platteland eromheen als in Sarajevo en de rest van die Bosnische deelrepubliek. Maar die nuances kreeg men zelden of nooit te horen. Geen duizend-en-één schakeringen van grijs maar het verhaal van de goeden versus de slechten, dat kregen wij voorgeschoteld. Neem die belegering van Sarajevo. Voor de komst van Tito in 1945 was Sarajevo een grotendeels door moslims bewoonde stad. Als gevolg van de industrialisering na 1945 waren veel plattelandsbewoners afgezakt naar deze provinciale hoofdstad op zoek naar werk. Deze nieuwkomers, veelal Serviërs, woonden in de klassieke flatgebouwen in de buitenwijken, eigen aan elke moderne grootstad. Toen de burgeroorlog uitbrak vielen die Servische wijken dan ook in handen van de Bosnische Serviërs terwijl de andere door vooral moslims bevolkte wijken in handen vielen van president Alija Izetbegovic, de nationalistische regeringsleider van Bosnische moslims. En zoals bij elke burgeroorlog begon er een bloedig gevecht tussen die verschillende wijken, van burgers tegen burgers want het is een burgeroorlog. En daar de buitenwijken voordien grotendeels door Serviërs bewoond werden, ontstond dus een gevecht van de Servische buitenwijken tegen het stadscentrum en die buitenwijken waar de troepen van Izetbegovic baas waren. Alhoewel die buitenwijken dan weer van buiten de hoofdstad werden aangevallen door troepen van Izetbegovic. Dus simpel stellen dat Sarajevo het slachtoffer was van een belegering door de Serviërs klopt wel maar verhult een andere waarheid. Ook de Servische wijken van Sarajevo werden belegerd en waren het slachtoffer van bombardementen en sluipschutters. Met zoals in het centrum van de hoofdstad veel gedode kinderen en ouderlingen en heel veel gruwelijk geweld. Maar dit gebalanceerde beeld wordt zelden of nooit opgeschreven. Oorlog is nu eenmaal geweld en kent feitelijk geen grenzen. De Serviërs belegerden Sarajevo, dat is de officiële versie. Punt, einde discussie. En dus kregen wij het leed van de mensen uit het stadscentrum van Sarajevo desnoods urenlang te zien. Dat van de Serviërs in de buitenwijken nooit. De beelden hiervan bestonden maar bereikten niet of amper de westerse televisieschermen. Censuur en propaganda.
Dit bericht is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 438, 1 juli 2011