Skip to main content
  • Archivaris
  • 438

Van leugens tot fraude

De laatste instanties die zich schuldig zouden mogen maken aan het bewust verspreiden van onwaarheden, aan het bewust schenden van voorschriften, aan het bewust schenden van bepalingen en van wetten, zijn toch wel de organen van de Nederlandse overheid. Want wanneer het staatshoofd, de Minister-president en andere voorname bewindslieden, Kamerleden, de Nationale Ombudsman, alsmede bijzondere opsporingsambtenaren en rechters zich niet gebonden achten aan de door hen afgelegde eed, en volledig, in het nadeel van de Nederlandse burger, ongehinderd kunnen liegen en bedriegen, dan kan er toch geen sprake (meer) zijn van een democratische rechtstaat. De gedragingen van een indrukwekkende rij overheidsdienaren in het conflict “Trading Advice/Broersma” versus de overheid overstijgt in zeer ruime mate de gradatie onbehoorlijk bestuur. In deze kwestie gaat het om met opzet gepleegd bedrog, dat in de volksmond doorgaans fraude wordt genoemd. De gepleegde misdaden zijn meer dan gewone fouten, nalatigheid of ernstig falen. Het zijn bewust gepleegde zeer ernstige ambtmisdrijven, waarop jarenlange gevangenisstraf staat. Maar het op landelijk niveau blootleggen van deze fraudezaak is niet gemakkelijk, omdat dat wel eens vergaande politieke consequenties tot gevolg zou kunnen hebben. Een vermoeden van een dergelijk gevolg zou wel eens de reden kunnen zijn, waarom het staatshoofd haar doofpot ter beschikking heeft gesteld, en waarom deze zaak met vereende krachten met de mantel der illegale liefde bedekt moet blijven worden.
Gewezen zakenman Sam Broersma uit Zoutelande (geb. 1950) zoekt thans serieuze steun bij de media in zijn conflict met de overheid. Want de overheid blijft Broersma hardnekkig en onrechtmatig tegenwerken in zijn strijd, waar het gaat om het behalen van zijn wettelijk recht en het verkrijgen van een redelijke schadevergoeding. Broersma stelt zelfs, dat er helaas een zeer ernstige fraudezaak in een koninklijke doofpot van ons staatshoofd verdwenen is. Omdat dat laatste daadwerkelijk het geval is, raakt dat volgens hem iedere Nederlander, en legt het tevens een zware bijl aan de worstels van onze democratische rechtstaat. En wie zou daar de ogen voor willen en mogen sluiten. Dit bewuste falen gaat uiteindelijk toch iedere burger aan. Heftig in deze zaak is het gegeven, dat de allerhoogste overheidsdienaren willens en wetens op het deksel van deze doofpot zijn gaan zitten, en stijf blijven zitten. Doelbewust om in ieder geval een groot publiekelijk schandaal te kunnen blijven voorkomen. Broersma spreekt zelfs over een heldere en foute hoofdrol voor ons staatshoofd.
Dat het conflict voor veel volgers inhoudelijk moeilijker te begrijpen is, of zou zijn, kan natuurlijk niets afdoen aan de ernst van de zaak. Broersma wil met een bedrag van 60 miljoen euro gecompenseerd worden voor de door hem geleden schade, en hij doet de staatssecretaris van Financiën daarvoor een schikkingsvoorstel. Maar de bewindsman slaat daarop direct met ambivalent gedrag, en met vals spelen, nog verder op de vlucht. Ondersteund door zijn staatshoofd, door zijn premier, en door zijn minister van Financiën beweert hij zelfs, per brief van 20 april 2011 van het staatshoofd en het Kabinet aan Broersma, luidkeels in het onderliggend conflict geen fouten gemaakt te hebben. Maar ook dat alleen al is een eenvoudig te controleren onwaarheid, een harde leugen, zoals blijkt uit het dossier. Want de staatssecretaris heeft in deze zaak namelijk belangrijke gemaakte fouten eerder al wel toegegeven, en deels ook hersteld. Ook voor een nog niet opgelost onderdeel, een nog niet toegegeven fout, van het conflict vlucht de bewindsman verder in onwaarheden, in wetschendingen en in ernstige misleiding. Het houdt in deze zaak maar niet op, de ene leugen volgt de andere op. En ze komen er steeds weer mee weg. Niemand controleert in dit conflict het staatshoofd en het Kabinet.
Nadat Sam Broersma hij zijn bedrijf beëindigd heeft, beweegt hij hemel en aarde, om het hem aangedane onrecht en nadeel hersteld te krijgen. Het kan volgens hem toch niet bestaan, dat de staatssecretaris en zijn helpers zo maar weg kunnen komen met hun niet juiste, zelfs bedrieglijke en wetschendend gedrag. Hij zoekt, naar later blijkt volstrekt kansloos, steun bij de Nationale Ombudsman, bij zijn staatshoofd, bij het Kabinet, bij de beide Kamers der Staten-Generaal, en bij de Algemene Rekenkamer. In het strafrechtelijk traject doet hij aangifte van gepleegde strafbare zaken tegen meerdere overheidsdienaren in dit conflict. Zowel het Openbaar Ministerie als het Hof in Den Haag schuiven deze zaak graag onder het tapijt. Dat alle genoemde partijen daarvoor de wet moeten schenden, hindert hen kennelijk geen moment. Vanaf het einde van zijn bedrijf in januari 1997 heeft hij geen enkel vermogen meer. Hij leeft sindsdien zwaar beschadigd en opgezadeld met een Post Traumatisch Stress Stoornis (PTSS) onder zware omstandigheden van een bijstandsuitkering, en kan vanaf dat moment feitelijk geen noodzakelijke juridische rechtshulp meer inhuren. De Raad voor de Rechtsbijstand weigert hem toevoegingen voor rechtshulp. Een advocaat die hem wel wil ondersteunen wordt eerst grof geïntimideerd, en daarna (figuurlijk) bruusk van de weg gereden. De kantoorhouder van deze advocaat wordt benaderd, om deze advocaat te bewegen, aan sommige cliënten geen juridische ondersteuning meer te verlenen. In een lopende zaak wordt deze advocaat zelfs door een rechter gebeld (‘een Westenbergje’), om zijn cliënt een hoger beroep in te laten trekken. Nadat de advocaat aan de staatsecretaris van Financiën laat weten, een minnelijke schikking voor zijn cliënt B. met hem te willen komen bespreken, is het kennelijk genoeg voor het systeem. Eerst wordt de advocaat met een drogreden geschorst, en later wordt hij op al even simpele wijze in een bedrieglijk proces zelfs van de tableau geschrapt. Het systeem (b)lijkt nu eenmaal geen tegenspraak te willen dulden.
Over de gebeurtenissen in het genoemde conflict tot eind 2009 schrijft B. een boek met een opmerkelijke titel en met een opmerkelijk afbeelding op de kaft. Hare Majesteits leugens regeren luidt de titel met als subtitel De Staat der Nederlanden als criminele organisatie. Op de kaft prijkt in postzegelvorm een afbeelding van ons staatshoofd met een zwart balkje voor haar ogen. Ter ondersteuning van dit beeld, onderbouwt en bewijst B. in zijn boek, dat, waarom en op welke wijze ook het staatshoofd ernstige ambtsmisdrijven heeft gepleegd. Een kopie van de brief van 20 april 2001, waarin heftige (ambts)misdrijven zijn vastgelegd, is vanaf bladzijde 199 in zijn boek opgenomen. Hare Majesteits leugens regeren is een zeer dik boek geworden (723 blz.), waarin de auteur tot in de allerkleinste, soms zeer spectaculaire, details verslag doet van de hem bekende gebeurtenissen in het conflict. Interne memo’s en aantekeningen van ambtenaren van de belastingdienst en van bewindslieden geven soms zeer sensationele informatie.
Kijk op sambroersma.blogspot.com voor een drieminuten boekpromotie bij Omroep Zeeland, en een krantenartikel van journalist Henk Rijkers van het Katholiek Nieuwsblad. En zoek naar het boek “Hare majesteits leugens regeren”.

Dit bericht is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 438, 1 juli 2011