Skip to main content
  • Archivaris
  • 435

De zelfbenoemde feministen

Direct responses op dit bericht

door Jasmijn van Mil

Er is in Nederland nog maar weinig belangstelling voor feminisme. Het idee heerst dat de Nederlandse vrouw wel zo’n beetje is uitgeëmancipeerd. Er wordt wat gemord over deeltijdbaantjes en glazen plafonds en de internationale dag van de vrouw wordt in kleine kring nog gevierd maar feminisme krijgt over het algemeen weinig aandacht in de Nederlandse samenleving. Er is één uitzondering, één groep vrouwen over wiens emancipatie bijna iedere Nederlander een mening heeft: moslima’s.
Over weinig lappen stof wordt zo fel gestreden als over de hoofddoek: de teneur van het debat is dat alle moslimvrouwen slachtoffer zijn. Of zoals Samira Bendadi, schrijfster van een boek over feminisme en islam, zegt: “De moslimvrouw wordt onderdrukt. Of ze nu in Kandahar of Parijs woont, ze wordt gesluierd, besneden, uitgehuwelijkt en, als ze overspel pleegt, gestenigd. De verantwoordelijke voor de situatie is geïdentificeerd. De islam. Weg met de islam en alle problemen worden opgelost. [… ]Voor de ‘vrije meningsuiting’, voor de ‘vrouwenrechten’, tegen de ‘radicale islam’.”

Nederland migratieland
In Nederland en andere Westerse landen wordt ‘de islam’ meer en meer als een probleem gezien. De aanslagen van 11 september 2001 worden vaak als oorzaak hiervoor gezien, maar in Europa is islamofobie eerder een reactie op de grootschalige arbeidsmigratie uit islamitische landen vanaf 1960. Jarenlang werd ervan uitgegaan dat deze arbeiders hier een aantal jaren kwamen om geld te verdienen, om dan weer terug te gaan naar het land van herkomst. In plaats van terug te keren hebben de migranten geprobeerd hier een leven op te bouwen. Als een samenleving verandert moet iedereen een manier bedenken om hiermee om te gaan. Lang werd het idee van ‘behoud van eigen cultuur’ aangehangen, maar dit had twee negatieve effecten: witte Nederlanders voelden zich bedreigd door het onbekende, en tegelijkertijd werden subtielere vormen van discriminatie onzichtbaar: willen mensen echt bij elkaar in de (achterstands)buurt wonen, of is er sprake van gettovorming?
In verschillende landen in West-Europa hebben de gevolgen van migratie tot spanningen in de samenleving geleid en in Nederland domineert deze problematiek al ruim tien jaar het publieke debat. Bolkestein was één van de eersten die er over begon, gevolgd door Pim Fortuyn, die het ‘lef had dingen aan de kaak te stellen’ door te ageren tegen de multiculturele samenleving. Het debat blijft zich verharden.
Mensen kijken niet raar meer op van racistische uitspraken van Geert Wilders, terwijl Hans Janmaat om soortgelijke uitspraken voor discriminatie werd veroordeeld. Reële problemen met bijvoorbeeld criminaliteit worden toegeschreven aan culturele factoren, maar bijna niemand besteedt aandacht aan de sociaal-economische positie van islamitische migranten. Alle problemen worden geweten aan de islam, alsof alle oorzaken cultureel en religieus van aard zijn. De culturalisering van de ongelijkheid is daarmee een feit. Generaliserende opmerkingen over een hele bevolkingsgroep zijn niet langer taboe, racisme is salonfähig geworden.

De hoofddoek
Één van de thema’s die terug blijft komen is de positie van de moslimvrouw. Islamitische vrouwen, zeker zij die een hoofddoekje dragen, zouden onderdrukt worden door mannen. De islam zou een extreem vrouwvijandige religie zijn en de hoofddoek is zogenaamd het symbool bij uitstek van onderdrukking. Raar dat dit zo'n issue is, als je bedenkt dat problemen met 'nieuwe Nederlanders' meestal draaien om het gedrag van jonge mannen. Weinig Nederlanders zullen ooit lastig zijn gevallen door een moslima-met-hoofddoek. Ook zijn deze vrouwen niet verantwoordelijk voor het 'gevoel van onveiligheid'. Toch wordt het kleine lapje stof als één van de grootste integratieproblemen van ons land gezien en er gaan stemmen op om hoofddoekjes in openbare ruimtes te verbieden. Als reden wordt genoemd dat dit de emancipatie en integratie zou bevorderen, maar hoe het weren van vrouwen daaraan bijdraagt blijft onduidelijk.

Voor het eerst sinds het begin van de tweede feministische golf zijn er ook veel mannen die beweren zich in te zetten voor de emancipatie van vrouwen. Het gaat ze echter niet om vrouwen in het algemeen, nee, het gaat specifiek om de moslimvrouw. Zij wordt immers onderdrukt, door haar man en door haar religie. De nieuwe feministen werpen zich op als verdediger, bevrijder zelfs, van de zielige moslima's die niet voor zichzelf op kunnen komen maar de hulp van een sterke en galante blanke man nodig hebben. Mannen als Paul Scheffer, Herman Philipse en Paul Cliteur verdedigen fel ‘het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw’, waarbij ze de Nederlandse en Westerse samenlevingen afschilderen als een ideale wereld waarin gelijkheid al bereikt is. Ook homoseksualiteit is bij ons geen taboe meer, de gelijke rechten van homo’s zouden hier gewaarborgd zijn, alsof geen homo ooit door een blanke gediscrimineerd werd en wordt. Dat homoseksuele leraren en leerlingen niet welkom zijn op bepaalde christelijke scholen wordt voor het gemak vergeten, evenals het feit dat er in het Nederlandse parlement een partij is vertegenwoordigd waarvan vrouwen geen volwaardig lid mogen worden: de SGP. Als een moslimpartij vrouwen zou weren zou het land te klein zijn, als christenen hetzelfde doen is het kennelijk niet zo erg. Dat mannen zich luidkeels opwerpen als verdediger van het feminisme zou je kunnen zien als een positieve ontwikkeling, ware het niet dat deze mannen het feminisme slechts gebruiken als vehikel voor hun islamofobie.

Feminisme?
Het is een raar soort feminisme dat deze mannen uitdragen. Ze richten zich slechts op één bepaalde groep. Of beter: ze gooien allerlei verschillende vrouwen op een grote hoop. Het feminisme heeft al tijdens de tweede golf afgeleerd alle vrouwen als een geheel te zien. Er is niet zoiets als 'de vrouw', onderlinge verschillen zijn groter dan de overeenkomsten. Dit heeft het feminisme enorm verrijkt en geleid tot interessante wetenschappelijke ontwikkelingen, maar het heeft bovenal tot doel gehad te zorgen dat iedereen, ongeacht sekse, etniciteit of wat dan ook, zich thuis kan voelen in het feminisme. De ‘nieuwe feministen’ richten zich echter op een klein clubje en erkennen niet dat er voor andere vrouwen in Nederland ook nog het één en ander verbeterd kan worden op bijvoorbeeld gebieden als gelijke lonen en bestrijding van seksueel geweld. Geen enkele vrouw zou een hoofddoekje moeten dragen als ze dat niet wil, maar hoofddoekjes verbieden is net zo verkeerd als het afdwingen van het dragen ervan. Laat vrouwen zelf beslissen over hun uiterlijk!
Het is te makkelijk om vrouwenonderdrukking binnen de islam te bagatelliseren. Er zijn vrouwen die in naam van de islam worden onderdrukt, er staan zeer seksistische teksten in de koran en de sharia kan zeer vrouwonvriendelijke vormen aannemen. Religies in het algemeen staan nu eenmaal niet bekend om hun progressieve ideeën.
Het denken van deze zogenaamde nieuwe feministen getuigt van een koloniale instelling, er spreekt een gevoel van superioriteit uit: ‘wij zullen die arme vrouwtjes wel even bevrijden, dat kunnen ze zelf natuurlijk niet.’ Het gaat alleen om culturele bevrijding, alsof dat het enige probleem zou zijn. Over het algemeen zijn de sociaal-economische standpunten van de nieuwe feministen behoorlijk rechts.
Het zijn juist de immigrantenvrouwen die slecht betaalde baantjes hebben, bijvoorbeeld in de schoonmaak. Het zijn juist deze vrouwen die vaker dan anderen voorzieningen als blijf-van-mijn-lijf-huizen nodig hebben, waar nota bene Ayaan Hirsi Ali op wilde bezuinigen. Als je daadwerkelijk wilt dat deze vrouwen emanciperen moet je ze ook de mogelijkheden bieden!
De nieuwe feministen zijn niet zo zeer voor de emancipatie van de vrouw als wel tegen moslims. De positie van moslima’s is voor hun slechts een stok om de hond te slaan. Of hij nu een terrorist is, een rotjoch (die worden niet voor niks al ‘straatterrorist’ genoemd), of een huisvader, moslims zijn allemaal vijanden van de nieuwe feministen. Feminisme en emancipatie is niet iets wat je een ander kan opleggen, dat moet je zelf doen. Dat geldt niet alleen voor vrouwen of voor moslims, ook mannen, ook blanken moeten hierover nadenken, hier mee bezig zijn. Het zou natuurlijk geweldig zijn als meer mannen zich daadwerkelijk bezig hielden met feminisme, maar wat daarbij altijd centraal moet staan zijn de vrouwen zelf, niet een groep mannen die denkt het beter te weten.

(geschreven voor “Grenzeloos”, het blad van SAP, tot voor een aantal jaren geleden de 'Socialistische Arbeiderspartij', sindsdien 'Socialistische Alternatieve Politiek', zie www.grenzeloos.org)

Dit bericht is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 435, 2 juli 2010