Skip to main content
  • Archivaris
  • 439

Een pleidooi voor een sterke vakbond

Het moge duidelijk zijn dat het Haventeam van de FNV onaangenaam verrast was door de nogal drastische maatregelen om FNV de nek om te draaien, die plotseling door negentien bondsvoorzitters (waarvan één al buiten dienst) zijn aangekondigd. Er moet sprake zijn geweest van geestvernauwing, leidend tot een tunnelvisie.
Dat zeggen we niet zomaar. De analyse van de heren Noten en Wijffels lijkt als uitgangspunt te hebben dat FNV, zoals wij en jullie die tot en met november 2011 een warm hart toedroegen en waarvoor wij en jullie het vuur uit onze sloffen lopen, uit de tijd is. Om dat aan te tonen, wordt in het recent uitgebrachte persbericht met name gewezen op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, waarbij FNV niet meer zou aansluiten. Het kan bijna niet anders - en een interview met beide mannen in NOVA onderstreept dat - of er wordt gedoeld op het toegenomen aantal flexkrachten, waaronder ZZP'ers. Gesuggereerd wordt, dat FNV zich ook voor ZZP'ers moet gaan inspannen.
In kranten lezen we teksten over "Het Nieuwe Werken" waarop FNV niet zou aansluiten en over "moderne werknemers" die geen vakbond nodig hebben om
voor hun belangen op te komen. Gesuggereerd wordt dat dergelijke ontwikkelingen aantonen dat een vakbond die zich druk maakt over goede lonen en acceptabele
roosters, niet meer van deze tijd is.
Wij nemen aan dat iedereen, net als wij, de voorbeelden kent van werknemers die gemangeld worden of dreigen te worden door maatregelen van werkgevers, of door het negeren van wetten en CAO-afspraken. We weten ook allemaal dat de overheid, zeker met een kabinet als het huidige, niet terugschrikt om "in het belang van 's lands economie" de belangen van werknemers verder te schaden. Denk bijvoorbeeld aan onderwerpen als pensioen en aan de ontslagbescherming.
Die kennis over hoe het werknemers in de praktijk nog steeds vergaat, maakt duidelijk dat de FNV helemaal niet uit de tijd is.
Wat wel gaande is, is dat een "typische FNV-geluid" steeds minder hoorbaar is. Dat heeft zijn weerslag op de herkenbaarheid en de aantrekkingskracht van de
vakbond. Het meest recente voorbeeld is natuurlijk de interne discussie over het pensioenakkoord, waarin slappe thee en nog slappere thee met elkaar wedijverden om een consumentenprijs.
En dat allemaal omdat de inschatting is dat wij met zijn allen onze achterban niet meer zouden kunnen mobiliseren en dat we verslechteringen voor hen hooguit kunnen vertragen, maar niet kunnen tegenhouden. Vanuit die veronderstelling (onder)handelen, noemen wij: acteren vanuit zwakte.
Dat is de grootste makke van FNV van de laatste 10 jaar. Wie niet op de kracht van zijn eigen achterban vertrouwt, de essentie van de vakbeweging, verliest zelf ook het vertrouwen van die achterban. Werkgevers maken daar gretig gebruik van.
Deze elementen missen wij in het verhaal dat Wijffels en Noten deden. We hadden gehoopt en verwacht dat zij en de 19 voorzitters onder hun leiding tot andere conclusies waren gekomen. En dat er dan zoiets op tafel zou komen als in onderstaand "alternatief" persbericht is verwoord. Als jullie het met ons eens zijn dat een duidelijker vakbondsgeluid ons voor de toekomst meer kansen biedt dan ons neer te leggen bij flexibilisering en andere bedreigingen voor werknemers, laten we dat dan ook aan Jetta Klijnsma duidelijk gaan maken. En een structuur vinden die het mogelijk maakt om onze kracht maximaal te benutten. Vernieuwen: okee, maar doe het dan goed. Er staat veel op het spel. Met solidaire groet, het Haventeam

Het "alternatief" persbericht van het haventeam
FNV weer dichtbij mensen (Dalfsen, december 2011)
De FNV zal zich in de komende jaren weer volledig richten op de belangenbehartiging voor werknemers. Daarvoor is in elk geval een structuurwijziging nodig, die de strijdbare bond zichtbaarder en herkenbaarder maakt op alle werkvloeren van Nederland. De structuurwijziging zal er eveneens in moeten voorzien dat de wensen en behoeften van werknemers – die uiteindelijk niet ver uiteenlopen – doorklinken op alle niveaus waar dat nodig is, zowel in bedrijven, bedrijfstakken en in centraal overleg als op de ministeries en in het parlement en op internationaal niveau. Een in te stellen commissie gaat hiermee aan de slag. De voorzitters van de Federatie hebben unaniem het advies van de verkenners Han Noten en Herman Wijffels overgenomen en zijn overtuigd van het blijvend belang van een sterke en strijdbare vakbeweging. De werktitel voor de vernieuwingsoperatie wordt “Power to the Union”.
Met deze Engelstalige term wordt onderstreept dat FNV traditioneel deel uitmaakt van een internationale werknemersbeweging die zich sterk maakt voor de belangen van werknemers. Maar de werktitel maakt ook duidelijk dat FNV meer greep wil krijgen op de beslissingen waarmee werknemers in de 21ste eeuw geconfronteerd worden en zullen worden. Meer nadruk op en zichtbaarheid van de extra kracht die werknemers kunnen ontwikkelen door zich in vakbonden te organiseren, zal ook de trend keren dat jongeren denken dat zij hun eigen belangen beter zelf en individueel kunnen behartigen dan samen met hun collega’s.
Jetta Klijnsma is gevraagd om als kwartiermaker aan de slag te gaan. Haar wordt nadrukkelijk verzocht om die maatregelen voor te bereiden, waarmee de focus van FNV wordt verlegd van acteren vanuit zwakte naar acteren vanuit kracht. Zij weegt dit nog af.
De voorzitters zullen hun leden oproepen om actief mee te werken aan deze vernieuwing. Hoewel het werknemers – niet in de laatste plaats dankzij vakbonden – in de afgelopen eeuw steeds beter gaat, wil dat niet zeggen dat er voor vakbonden niets meer te doen is. Ontwikkelingen als steeds verdere flexibilisering op de arbeidsmarkt (onzekerheid voor individuele werknemers) en aantasting van de oudedagsvoorzieining (onzekerheid over de oudedagsvoorziening) en voortdurende dreiging om ontslag gemakkelijker te maken (onzekerheid over de eigen baan) moeten in het belang van werknemers worden gestuit. Daaronder is ook begrepen de concurrentie die tussen werknemers en zogeheten ZZP’ers is ontstaan, en waarvan werkgevers in steeds meer bedrijfstakken profiteren.
Alle bonden zullen op termijn hun leden raadplegen over de nadere invulling van de structuur, maar de vijf gezamenlijke doelen voor de in FNV-verband samenwerkende vakorganisaties zijn als volgt:
1. De vakbond moet zichtbaar en herkenbaar zijn op de werkvloeren van Nederland.
2. De vakbond moet zich strijdbaar opstellen als het er om gaat werknemersbelangen te behartigen.
3. De vakbond moet streven naar een betere vertegenwoordiging in (nieuwe) sectoren en beroepsgroepen
4. De vakbond moet lokaal, nationaal en internationaal actief zijn en de activiteiten op deze niveaus moeten elkaar versterken;
5. De vakcentrale krijgt een door de leden van de aangesloten bonden democratisch gecontroleerde bevoegdheid om op centraal niveau afspraken te maken met betrekking tot sectoroverschrijdende belangen.

Dit bericht is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 439, 16 december 2011