Skip to main content
  • Archivaris
  • 423

Vijfenzeventig-jarige oorlog

"Er zijn twee geschiedenissen: de officiële, leugenachtige, die onderwezen wordt en de geheime geschiedenis waar de echte oorzaken van de gebeurtenissen te vinden zijn, een schandelijke geschiedenis", Honoré de Balzac (1799-1850)

door Fré Morel

Over de geschiedenis van de 'Eerste Wereldoorlog' is veel minder bekend dan over de 'Tweede Wereldoorlog'. Over de laatste is werkelijk een stortvloed van publicaties beschikbaar en wordt men er haast letterlijk en figuurlijk mee doodgegooid. Waaròm die tweede oorlog eigenlijk gevoerd is en wat de aanleiding daarvoor was, dàt is voor velen een onbekend mysterie. Ik ben geen hoogleraar of professor van naam, ben niet verbonden aan welk toonaangevend historisch instituut of organisatie dan ook, kan niet bogen op enige academische titel en ervaring in het schrijven van geschiedenisboeken heb ik niet. Desondanks meen ik als amateur-historicus een serieuze bijdrage te kunnen leveren om de achterliggende machinaties en onderliggende motieven bloot te leggen die een rol gespeeld hebben bij het uitbreken van de 'Eerste Wereldoorlog' in het bijzonder en van de daaraan voorafgaande onlosmakelijk verbonden slachtpartijen in het algemeen. Onderzoekend en schrijvend ben ik met regelmaat op - ook voor mij - verrassend nieuwe en vaak afwijkende 'waarheden' gestoten en heb onvermoede verbanden kunnen leggen, iets dat ikzelf als zeer leerzaam heb ervaren. Ik hoop dan ook dat dit boek (zie noot onderaan dit artikel) een stimulans zal zijn voor de geïnteresseerde lezer om zèlf verder op onderzoek uit te gaan, op zoek naar de regenboog van waarheden die achter 'de enige echte waarheid' verborgen ligt.

Waarom oorlog
Zelf ben ik van ná de Tweede Wereldoorlog, ik heb die gelukkig niet hoeven meemaken, maar als zoon van een vader die (net als de vele honderdduizenden andere vaders) die oorlog wèl heeft meegemaakt hoorde ik uiteraard over de verschrikkingen en ellende die hij, en met hem vele mensen hadden meegemaakt. Die 'Tweede Wereldoorlog' die hem in vlagen zijn leven lang achtervolgde. Van jongs af aan heb ik mij toen zitten afvragen waaròm die oorlog uitgebroken was, waarom er zoiets verschrikkelijks als een oorlog bestaat en hoe zoiets dan in zijn werk gaat. In mijn jonge kinderbrein werden dan de meest fantastische en onwaarschijnlijke scenario's bedacht. Alles wat met oorlog te maken had was interessant. Net als mijn leeftijdsgenootjes speelde ik oorlogje en las zowat alles wat ermee te maken had, en dàt was nogal wat. Ontelbare kinderleesboeken en stripverhalen waren beschikbaar, waarin de 'held' altijd duidelijk te herkennen was in de rol van 'verzetsheld' of de moedige 'geallieerde soldaat', zeg maar de 'goeien', die altijd superieur waren aan de 'slechten', de vermaledijde Duitsers. Om de een of andere voor mij onverklaarbare reden hadden die Duitsers de exclusieve en ziekelijke afwijking om de hele wereld te willen overheersen en te terroriseren. Voor het kinderbrein was die 'zwart-wit' afbakening duidelijk en overzichtelijk. Tientallen jaren enthousiast speur- en spitwerk in bibliotheken, archieven, naslagwerken en de meest uiteenlopende publicaties maakte duidelijk dat de 'Tweede' Wereldoorlog onmogelijk plaats had kunnen vinden zònder de voorafgaande 'Eerste'. Sterker nog, in de loop van de jaren ben ik tot de conclusie gekomen dat er niet gesproken kan worden van twéé, los van elkaar staande, oorlogen maar dat ze één ondeelbare eenheid vormen. Beter, en historisch correcter zou het zijn als de beide oorlogen beschouwd zouden worden als één oorlog, als de 'Eenendertigjarige Wereldoorlog' van de twintigste eeuw. Een oorlog die begon in 1914 en eindigde in 1945 met daartussenin een 'gewapende vrede', te vergelijken met de twee speelhelften van een voetbalwedstrijd onderbroken door een pauze.
We kennen in onze geschiedenis verschillende voorbeelden hiervan, zoals de 'Tachtigjarige Oorlog'. Een oorlog die overigens geen 80 maar 82 jaar duurde en het gevolg was van een opstand in de Zuidelijke Nederlanden tegen de Spaanse overheersing. In 1566 braken dáár de eerste gevechten uit en pas in 1568 zouden ook de Noordelijke Nederlanden zich in de opstand mengen. Tot aan 1648 woedde de strijd, onderbroken door het 12-jarig bestand van 1609 tot 1621. Een periode van 'vrede' waarin (letterlijk volgens het woordenboek van Van Dale) 'er niet gevochten wordt'. Voor een beter historisch begrip zou de marge zelfs ruimer genomen kunnen worden en de Frans-Pruisische oorlog van 1870-1871 aan het rijtje kunnen worden toegevoegd, omdat die volgens velen de 'stamvader' genoemd kan worden van de 'Eerste'. Daarmee zou het in zijn totaliteit de 'Vijfenzeventigjarige Oorlog' van 1870 tot 1945 genoemd kunnen worden. Door deze koppeling te maken zou de geschiedenis toch tekort worden gedaan, want ook díe oorlog stond niet op zichzelf, geen enkele oorlog staat op zichzelf! Als stalen schakels zijn alle oorlogen onderling met elkaar verbonden en vormen ze een onlosmakelijk geheel van een haast onmogelijk te verbreken morbide ketting van mensenslachtingen.

Oorlogselites
Een ketting van oorlogen die niet ontstaan zijn door het toevallig samenlopen van omstandigheden, maar die, integendeel, vrijwel altijd het bloedige resultaat zijn van een belangenstrijd. Aan de bron hiervan staat een kleine groep van machtige politieke, militaire maar vooral economische bestuurselites die zich nadrukkelijk op de achtergrond houden. Grensoverschrijdende machtselites die heel bewust en weloverwogen hun eigen wereldomspannende belangen najagen door een leger van gecreëerde kopstukken naar voren te schuiven en daarmee de burgers te misleiden. Deze vrijwel onzichtbare 'wereldtoplaag' zegt de belangen van de (wereld-) burgers te behartigen, hen te bevrijden van tirannen en onderdrukking, maar is er in feite enkel in geïnteresseerd om het eigen ingewikkelde en wereldwijde web van verstrengelde belangen te beschermen en te vergroten. Belangen die het ene moment ogenschijnlijk tegenstrijdig en met elkaar in conflict lijken te zijn, maar die uiteindelijk altijd één ding gemeen hebben. Te langen leste zijn ze altijd in het voordeel van deze elites en altijd in het nadeel van de (wereld-) burgers. Om hun doelen te bereiken, schrikken ze er niet voor terug om de burgers voor te liegen, te bedriegen en grof te manipuleren. Van èlk middel kan èn wordt door hen gebruik gemaakt als een geoorloofd werktuig om het eigen doel te bereiken. Deze Machtselites zijn in feite gelijk te stellen als een soort 'Onzichtbare Wereldregering' en de meest uiteenlopende personen, organisaties, genootschappen, bedrijfstakken en belangengroepen maken hiervan deel uit. Het ultieme doel is de absolute macht en controle over alle grondstoffen, delfstoffen, handel en industrie. Kortom de absolute heerschappij over alles wat ademt, leeft, beweegt en waarde heeft op deze planeet. De belangrijkste economische, sociale en economische beslissingen worden door deze superrijke elite genomen, een machtselite die niet op democratische grondslag wordt gekozen maar die zelf uit haar eigen gelederen opvolgers aanwijst (coöptatie). Een elite die uit geraffineerde en briljante mensen bestaat. Hebzuchtige en gewetenloze mensen die samengeklonterd zijn in geheime èn machtige genootschappen die als een soort NGO's (Non-Gouvernementele Organisaties) te beschouwen zijn die almachtig zijn. Mistige, mysterieuze en geheime genootschappen zoals vroeger de Tempeliers, de Rozenkruisers, de Priorij van Sion en genootschappen als de Illuminatie en Vrijmetselaars. Genootschappen met illustere namen als Skull and Bones, Bohemian Club, maar ook getooid met andere namen die vertrouwenwekkend en tegelijk allesverhullend zijn zoals CFR (Council of Foreign Relations), RIIA (Royal Institute of International Affairs) de Trilaterale Commissie en de Bilderbergers. Organisaties waarbij zonder uitzondering de grootste wereldbankiers betrokken zijn en achter de schermen de feitelijke macht in handen hebben. Bankiers zoals de Rockefellers, de Morgans, de Rothschilds, de Baruchs, de Schiffs, de Kahns, en de Warburgs. Zij zijn allemaal terug te vinden in deze 'Wereldregering', waarvan onderanderen ook vooraanstaande politici, academici, wetenschappers, geestelijkheid, koningshuizen en adel deel uitmaken, net als NGO's (Non Gouvernementele Organisaties) zoals de Rockefeller-, Ford-, Guggenheim en Carnegie Foundation. Alles bij elkaar een niet te ontwarren kluwen die onder het mom van medemenselijkheid charitatieve rookgordijnen legt maar in werkelijkheid deze wereld willen inrichten - willen (her-) ordenen - en dat op een wijze die voor hèn het meest passend, renderend en winstgevend is. Een wereld waarin de mens gereduceerd is tot een 'consumens' - een nieuw type mens dat in feite nog maar aan drie eisen hoeft te voldoen: Ten koste van àlles (véél) produceren en consumeren en zichzelf tot in het absurde te reproduceren. Het is het volume, de omzet en de daardoor bepaalde winst die telt, de mens als middel om te komen tot absolute rijkdom, invloed en macht.

Cognitieve Dissonantie
Door geraffineerd gebruik te maken van menselijke zwakheden, als hebzucht, naïviteit en goedgelovigheid, worden de mensen tegen elkaar opgezet en uitgespeeld. Domheid wordt massaal gevoed om helder denken te belemmeren en ego's worden tot in het oneindige vergroot. De burgers worden overvoerd met halve waarheden waardoor ze het overzicht volledig verliezen en de menselijke geest wordt daardoor in onbalans gebracht. Waarheden die met elkaar botsen en door de menselijke geest opnieuw beoordeeld en op geleide wijze weer met elkaar in overeenstemming gebracht worden tot het een sluitend en hanteerbaar, geloofwaardig geheel vormt. Zo helpt bijvoorbeeld de aan de macht gebrachte middelmatigheid om valse vaderlandse gevoelens te kweken en misplaatste nationale gevoelens tot nationalisme om te vormen. Pertinente onwaarheden worden als weloverwogen officiële staatswaarheden gepresenteerd om - als men het nodig acht met miljoenen tegelijk - mensenlevens te vernietigen door hen naar voren te schuiven om het 'grotere' belang - hùn belang - te verdedigen. Geen enkele oorlog ontbrandt 'zomaar' maar wordt altijd geregisseerd en is in feite altijd terug te voeren op een belangenstrijd tussen de verschillende elkaar constant beconcurrerende elites die de wereldmarkt én -macht in handen willen hebben en houden. Wààr en wanneer wordt naar wens crisis, onrust en honger gecreëerd. Een morbide carrousel van misère en economische bloei, revoluties, oorlogen èn dreigen met oorlogen is het wapen waarmee deze elites zichzelf op hun posities houden.
Daarom is kennis vàn en òver de 'Eerste Helft', de 'Grote Oorlog' (zoals de Eerste Wereldoorlog aanvankelijk werd genoemd) absoluut noodzakelijk om te kunnen begrijpen waarom de 'Tweede Helft' kon - uit moest - uitbreken. Een deel van de totale oorlog die gaandeweg compleet 'overbelicht' en daardoor uit zijn historische voegen gelicht is. Het historisch inzicht en besef van elke burger is hierdoor - hoe onbedoeld misschien ook - vertroebeld. Deze overdaad aan gedetailleerde maar óók gesegmenteerde aandacht is er verantwoordelijk voor dat er volledig voorbijgegaan wordt aan de oorzaken van èn de enorme mensenoffers die gebracht zijn in die 'Grote Oorlog'. Informatie die van levensbelang wordt geacht, en die door bewust gebrekkige onderwijskeuzen in de loop van de tijd uit het zogenaamde 'collectieve geheugen' finaal verdwenen is. Een passende uitspraak is in dit verband die van dhr. J. van Rooyen te noemen, van 1986 tot 2002 adviseur van het CDA op het gebied van defensie en veiligheid: "Zonder kennis van de geschiedenis ontbreekt óók de kennis van het kwaad en de gevaren die de mens en de wereld bedreigen. Onwetendheid opent de poort voor de naïeve, manipuleerbare mens".
Ook aan de andere kant van het politieke spectrum werd op het belang van geschiedkundige kennis gewezen, zoals door Lenin, op het Negende Partijcongres in 1920: "Mensen die niet afhankelijk zijn van de geschiedenis bestaan slechts in de fantasie".

Miljoenenslachting
De Eerste Wereldoorlog is een enorme mensenslachting geweest, een misdaad tegen de menselijkheid die zijn gelijke niet kent. Meer dan tien miljoen jonge mannen werden op het oorlogsaltaar geofferd, bijna zeventien miljoen jonge mannen waren voor de rest van hun leven invalide, miljoenen zijn 'vermist' (een term die in feite gelijk stond met dood of vernietigd) en ontelbare mensen werden in armoede, ellende en rouw gedompeld. Velen stierven aan ziekten die het directe of indirecte gevolg waren van deze catastrofe. De mensen die het geluk hadden de gruwelen van de 'Eerste Helft' te overleven zouden daarna in de 'Tweede Helft' alsnog op een ellendige manier aan hun eind komen. Mensen die hun stem niet meer kunnen laten horen en waarvoor ik - in alle bescheidenheid - probeer via mijn pen een geluid, een waarschuwing te zijn. Door te vertellen over die menselijke catastrofe, door deze oorlog een gezicht, een naam en een plaats te geven in een geschiedenis die in feite nog zo vers en breekbaar is. 'Honderd jaar geleden' is vooral voor jonge mensen een onvoorstelbaar lange periode, maar in de geschiedenis van de aarde is het als een zucht zo kort. Net zo kort als de tijd waarin de meeste jonge jongens van hun leven mochten genieten, voordat ze als één van de naar schatting 200.000.000 (tweehonderd miljoen!) mensen in de diverse oorlogen over de hele wereld in de afgelopen 20e eeuw geslachtofferd werden.
Achteroverhangend op de bank in een behaaglijk warme kamer dit verhaal lezend is het misschien moeilijk voor te stellen hoe een oorlog er uitziet. Hoe ziet een slagveld eruit? Welke geluiden horen daarbij? Hoe ruikt het daar? Welke kleuren, welke emoties? Hoe voelen de soldaten zich aan het front? Wat is doodsangst? Het toeval wil dat men hiervan een heel klein beetje een idee kan krijgen door naar de film(s) van 'De ban van de Ring' te kijken. De schrijver van deze roman, de op 3 januari 1892 in het Zuid-Afrikaanse plaatsje Bloemfontein geboren John Ronald Reuel Tolkien, heeft samen met drie van zijn beste vrienden als soldaat aan het Frans-Duitse front gevochten in de 'Grote Oorlog'. Dit viertal: John Ronald Reuel Tolkien, Rob Gilson, Geoffry Smith en Christopher Wiseman had in 1911 samen de T.C.B.S. (Thea Club and Barrovian Society) een half-geheime leesclub opgericht. Ze werden alle vier opgeroepen voor militaire dienst en vochten bij verschillende legereenheden. Twee van de vier vrienden - Gilson en Smith - overleefden deze gruwelijke oorlog niet en om zelf niet compleet gek te worden van alle geweld en ellende begon Tolkien te schrijven. Te schrijven over de waanzin van de oorlog waarin hij en met hem nog zoveel miljoenen anderen terechtgekomen waren. De modderige 'slachtvelden' van Noord-Frankrijk en België zijn terug te vinden in zijn verhalen, het geluid van de dagenlange beschietingen met mortieren en kanonnen is in de film te horen als een angstaanjagende zwaar dreunende 'achtergrondmuziek', het angstig gekrijs en gehinnik van de vele paarden omgevormd tot de angstaanjagende geluiden van de in capes gehulde geestruiters die de ring van de ringdrager willen bemachtigen, en namen van streken en gebieden verwerkte hij in zijn verhalen. De naam van het Noord-Franse Argonnenwoud, waar hevige gevechten plaatsvonden, is bijvoorbeeld terug te vinden in de naam van Lord Aragorn, één van de vier beschermers van Frodo, de ringdrager. De bevochten Franse landstreek Lotharingen komt tevoorschijn als het Lotharian Forest en de laatste grote veldslag, de 'Slag aan de Passendaele' (door de Engelsen later omgedoopt tot de 'Hell' en 'Passion-dale' = dal van het lijden) komt in zijn verhaal terug als de beslissende veldslag van Helm's Deep. Alleen al in deze verschrikkelijke veldslag van 11 november 1917 werden 500.000 jonge mannen gedood, gewond of raakten 'vermist'. Zelf zegt Tolkien: "Ik vluchtte weg uit deze hel door mijn belevenissen in een andere vorm en met andere symbolen te beschrijven, zoals 'Morgoth' en 'Orks', het heeft mij geholpen om deze oorlog te overleven en niet gek te worden". Hij bundelde na de oorlog zijn verhalen, noemde ze "Een geschiedenis van de Grote Oorlog van de Ring" en schiep zo gruwelijke waarheid om tot fantasievolle gruwelverhalen. Ook andere frontsoldaten beschreven hun belevenissen, zoals de realistische oorlogsroman van de Duitser Erich Maria Remarque "Van het Westelijk front geen nieuws" en "Het Vuur" van de Fransman Henri Barbusse. Zij lieten de harde en gruwelijke werkelijkheid zien die een oorlog is, niets meer dan een niet te geloven slachting. Indrukwekkende boeken die nog altijd de moeite waard zijn en blijven om te lezen. Boeken die overigens, net als zoveel andere, op 10 mei 1933 op de beruchte boekverbrandingstapel gegooid werden op de 'Opernplatz' in Berlijn, in voorbereiding en aanloop naar de 'Tweede Helft'.

Absolute Waarheid
Het is overigens een pertinente misvatting dat geschiedschrijving gelijk staat aan (absolute) waarheidsbeschrijving. Voorbeelden te over kunnen hiervoor gevonden worden in de geschiedenisboeken van afzonderlijke landen. De Engelse geschiedschrijving verschilt van de Russische, die op haar beurt weer verschilt van de Amerikaanse, Franse, Chinese of Japanse. Hoe graag men het ons ook wil laten geloven, de Absolute Waarheid bestaat niet! Onder historici wordt 'geschiedenis' ook wel een 'overeengekomen leugen' genoemd en is hetgeen wij als 'waarheid' kennen in feite niets anders dan een opeenstapeling van 'overeengekomen leugens'. 'Waarheid' die maar al te vaak als 'absoluut geloof' wordt aangehangen. Geen mens ter wereld heeft de Absolute Waarheid in pacht, alleen al om het simpele feit dat één enkel mens onmogelijk alles tot in elk bepalend detail kan weten of bevatten! De 'waarheid' die ik in dit boek heb neergeschreven is het resultaat van lezen, vergelijken, onderzoeken, ontleden en het naast elkaar leggen van duizenden stukjes van de 'geschiedenispuzzel'. Een waarheid die onwerkelijker schijnt dan de menselijke fantasie bij elkaar kan bedenken. Een waarheid die ook nooit volledig kan zijn omdat er altijd weer nieuwe informatie beschikbaar komt. Al lezende zult ook u ongetwijfeld de vele verschillende waarheden en ongerijmdheden ontdekken en zien.
Edmund Dene Morel (1873-1924), lid van het Engelse Lagerhuis en een toentertijd wereldvermaarde mensenrechtenactivist schreef in 1920 over de invloed en macht van bepaalde kwaadaardige elementen in de 'Wereldsamenleving' die er telkens in slagen de mensheid zichzelf "als een kudde vetgemeste schapen" te laten slachten in nietsontziende vernietigingsoorlogen. Het lijkt alsof mensen zoiets als 'verborgen knoppen' bezitten die, als ze eenmaal ingedrukt zijn, het beoordelingsvermogen beïnvloeden en hen in een handomdraai weten te bewegen hun eigen leven en dat van hun medemens op te offeren. 'Kennis is macht' en ik hoop u door middel van dit - voor sommigen misschien wat tè encyclopedische en anekdotische - boek inzicht te verschaffen in de achtergronden en motieven die spelen. Bij het lezen van het boek zult u merken dat het met regelmaat afwijkt van wat over het algemeen in de bestaande geschiedschrijving gebruikelijk is. De persoonsverheerlijking en haast goddelijke aanbidding van personen is bewust weggelaten, er is getracht enkel de gebeurtenissen en omstandigheden zo puur mogelijk weer te geven, maar het is zèker niet bedoeld om te shockeren, te kwetsen of mensen van hun 'geloof af te brengen'. Toch heeft het samenvoegen van historische puzzelstukjes soms tot onthutsende resultaten geleid die voor velen mogelijk hun bestaande wereldbeeld kan aantasten. Voor de leesbaarheid heb ik er voor gekozen dit boek niet te voorzien van een notenapparaat, maar wel van een goed traceerbare en controleerbare literatuur en bronvermelding, welke wordt opgenomen in het laatst verschijnende deel. Daarnaast is een internetpagina opgezet waar onder andere (delen van) dit boek en alle verwijzingen zullen worden opgenomen. Data en namen zijn daarentegen wèl zoveel mogelijk opgenomen in de tekst. Mogelijk dat hierdoor de controleerbaarheid en leesbaarheid om de gunst zullen strijden, waarvoor bij voorbaat mijn excuus.

"Van Oranje Stadhouders tot IJzeren Kanselier" is geschreven door Fré Morel en is eerder deze maand uitgegeven door Uitgeverij Papieren Tijger in Breda (zie www.papierentijger.org)

Dit bericht is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 423, 11 mei 2007