Skip to main content
  • Archivaris
  • 414

Opleving islamofobie op komst?

Moslimangst en xenofobie zijn in elk westers land latent aanwezig, ook in Nederland. Die gevoelens zijn niet permanent manifest, maar komen in golven boven tafel. Zo was 2005 inzake de relatie tussen de autochtonen en allochtonen een roerig jaar, terwijl er dit voorjaar in deze weer sprake was van een ommekeer ten goede.

door Hans Feddema

Voor 2005 speelde de moord op Theo van Gogh mee, maar zeker ook dat een groep van acht bekende publicisten rondom VVD-kamerlid Hirsi Ali, onder wie Leon de Winter, Hans Jansen, Ellian, Jaffe Vink en Ephimenco op een wat hitsende manier de islam constant op de korrel nam. Zo ontstond polarisatie jegens de islam en haar aanhangers, waarbij de laatsten zich steeds onbehaaglijker begonnen te voelen. Kan Europa wel met nieuwkomers omgaan, vraag je je dan af, dit ook omdat in Amerika immigranten zich meer welkom voelen en daardoor nauwelijks radicaliseren. Mensen te zeer pakken op wat hen heilig is, hindert in elk geval integratie. Maar er kwam in ons land ook tegengas. Geert Mak beet de spits af en voorts moeten Ruud Lubbers en Hans Wiegel met hun pleidooien voor verdraagzaamheid en tegen "verkramping" worden genoemd. Tevens niet te vergeten de columnisten Van Doorn en Marcel van Dam van respectievelijk Trouw en de Volkskrant en de NRC-redacteuren Sjoerd de Jong en Bas Heijne. En misschien had ikzelf in die tegenbeweging ook een bescheiden rolletje.
Het effect is nooit meteen, laat staan exact te meten, ook al bleek de Deense cartoonaffaire merkwaardig genoeg in Nederland niet of nauwelijks commotie op te roepen, in elk geval veel minder dan in andere landen. Maar vooral in de aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen van 6 maart begon de anti-islam hetze in elk geval ineens te luwen, ook al dreigde in Rotterdam rondom Pastors wel even kort een nieuwe polarisatie. Mede door de verkiezingsuitslag, waarbij de allochtonen een democratische machtsfactor bleken en een van integratie getuigende weerbaarheid aan de dag legden, kon dat dreigende brandje worden geblust.
Opvallend was ook dat "de groep van acht" rond Hirsi Ali zich dit voorjaar gedeisd opstelden. Alleen Paul Scheffer schreef nog een zeurderig artikel in de NRC onder de titel "De sputterende emancipatiemachine". Daarin waarschuwde hij ons voor wat hij noemt "een terugval in de multi-culturele droom" en om vooral niet in het gewicht van de allochtone stem een bewijs van integratie te zien. Scheffer schrijft genuanceerd, maar in zijn artikelen is niettemin angst te bespeuren. Angst, zo niet voor de moslims, dan toch wel voor een te sterke positie van hen in bepaalde politieke partijen. Als zou in een multi-culturele stad niet juist een partij als Leefbaar Rotterdam met een geheel blank electoraat ons de meeste zorgen moeten baren.
De moslimangst speelde voorts ook mee in de overtrokken reactie op een "slip of the tong" van Wouter Bos in een Parool-interview, waarbij hij niet tegensprak dat een aantal van de gekozen allochtone gemeenteraadsleden wat extra scholing behoefden.
En dan komt plotseling de aankondiging van minister Rita Verdonk, dat zij zich kandidaat stelt voor het VVD-lijsttrekkerschap. Een minister die met haar harde migranten- en integratiebeleid en vooral met haar toonzetting jegens allochtonen de tegenstellingen op scherp zal zetten. Nederland kan zijn borst alvast nat gaan maken. Op hetzelfde moment presenteerden paradoxaal genoeg acht oud-politici, onder wie Hans Dijkstal, Tineke Lodders, Mohammed Rabbae, Jan Terlouw en Jos van Kemenade het manifest "Eén land, één samenleving". Ze roepen, net als trouwens ook enigszins analoog het iets later verschenen - en bij islamofoben een vreemde pavlov-reactie oproepende - rapport van de WRR (Wetenschappelijk Raad van Advies aan de Regering), op tot samenwerking, respect en een open, tolerante samenleving. In het licht van de 'verkramping' in 2005, lijkt dit een verademing. Als nieuwe Nederlanders het gevoel krijgen dat ze niet welkom zijn, slaat dat immers terug op de samenleving als geheel. Vreemd is dat Trouwcolumnist Ephimenco, behorend tot de genoemde "groep van acht" op 4 april j.l. fel van leer trok tegen dat op vrede gerichte manifest van oud-politici. Manifesten zijn eendimensionaal en gelijkhebberig en hebben de bedoeling de burgers angstig te maken, betoogt hij zonder enige spoor van zelfkritiek over zijn eigen rol in deze. En het 'papiertje' van de oud-politici zou eerder gericht zijn tegen Job Cohen en Wouter Bos dan tegen "de groep van acht" inclusief hemzelf. De druiven zijn kortom zuur. Het WRR-rapport moet het bij hem (evenals bij Hirsi Ali, die zelfs het woord "schandelijk" in de mond nam) natuurlijk ook zwaar ontgelden. Het valt ook niet mee te moeten ontdekken dat het klimaat de laatste maanden zo is veranderd. Maar er gloort hoop voor hem en zijn maten. Rita Verdonk zal, als het haar lukt Rutte te verslaan, door haar stijl en imago, en mede ook door de krachten die ze aantrekt, zorg dragen voor een andere omslag. In een groot artikel in de Volkskrant liet Hirsi Ali al weten voor confrontatiepolitiek te zijn en tegen verzoening. Een voorbode? Er zal kortom ben ik bang een nieuwe golf van angst en anti-moslimgevoelens ontstaan. En tevens nieuwe kansen voor islamofobe publicisten om daar op in te spelen.

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 414, 16 juni 2006