Terreur onder valse vlag
van Gladio tot Irak
In de maritieme oorlogsvoering was het varen onder valse vlag een veelgebruikte strategie om de vijand om de tuin te leiden. Schepen camoufleerden zich om ongemerkt een vijand te benaderen. Aanvallen uitgevoerd die, door de valse vlag, van een externe vijand leken te komen (1). Het aannemen van de kleuren van de vijand wordt in de twintigste eeuw volop door militaire denktanks overgenomen en verfijnd. Via clandestiene aanvallen, meestal in de vorm van terrorisme, wordt een vijand verdacht terreur te plegen, waardoor de eigen regering publieke legitimiteit krijgt om 'ten oorlog' te trekken tegen deze vijand. Aldus kan geopolitieke dominantie verkregen worden. Een campagne van schijnterreur opent daarvoor de weg.
door Thomas Deflo
Gladio betrof een geheim Europees netwerk dat na de Tweede Wereldoorlog onder NATO-voogdij dergelijke false flag-operaties hield. Tijdens de Koude Oorlog specialiseerde het netwerk er zich in de schuld voor zelf opgezette terreuraanslagen op de communistische vijand te schuiven. Verknocht aan deze dialectische strategie, werden dergelijke onfrisse gewoonten weer opgerakeld nadat 't communisme al op de knieën was gedwongen. Tijdens de jaren tachtig organiseerden CIA-agenten door heel Europa terreurcampagnes die van een communistische vijand leken te komen. Zo konden de Verenigde Staten legitimiteit winnen om in te grijpen en ten strijde te trekken tegen elk overblijvend rood gevaar. Daarom werd dit netwerk ook 'stay behind' genoemd: nazinderende linkse sympathieën in Europa moesten voorgoed ontmoedigd worden. Eind jaren tachtig - temidden de tumultueuze rakettencrisis - werden dergelijke acties vooral in België weer opgekrikt. Via 'linkse' terreur (de CCC) en 'zinloos' geweld (de Bende van Nijvel) poogde het vernieuwde Gladio-netwerk de bevolking in een rechtse, meer pro-Atlantische richting te duwen, meer precies om een Amerikaanse nucleaire defensie tegen de USSR op Belgische bodem te kunnen concretiseren. Gelijkaardige operaties vonden plaats van Turkije over Italië tot in Duitsland. De valse vlag-strategie werd immers ook als noodzakelijk euvel gezien om burgers ervan te overtuigen dat Amerikaanse bescherming voor Europa onmisbaar was. Dat tientallen tot honderden mensen bij die aanslagen het leven lieten, was volgens de VS-doctrine gewettigd. Het meest opzienbarende voorbeeld van deze strategie was de aanslag in het treinstation van Bologna in 1980. Een aanslag die 85 slachtoffers en evenzoveel uiteengereten gezinnen eiste. De aanslag werd in de schoenen geschoven van een illustere extreem-linkse groepering, maar bleek na grondiger onderzoek het werk van neo-fascisten uit het Italiaanse Gladio-netwerk. De bedoeling was de communistische partij aan populariteit te doen verliezen.
Het plegen van terrorisme met handlangers die zich voordoen als de vijand werd door verscheidene historische regimes met succes beoefend. Vandaag is het vechten onder valse vlag weer helemaal terug van weggeweest. In een Reporter-artikel over Gladio besluit journalist Georges Timmerman: "in het licht van de nieuwe oorlog, dit keer tegen het moslimterrorisme, blijft de geschiedenis van Gladio wel bijzonder leerzaam en relevant" (2). Het is duidelijk dat, na de communisten, de Islamwereld de nieuwe vijand is in de ogen van de Amerikaanse rechterzijde. Omdat de neoconservatieve, zeg maar reactionaire Amerikaanse 'realisten' ervan overtuigd zijn dat de Islamcultuur de Westerse cultuur bedreigt, maar vooral omdat de Islamwereld op het gros van de energiebronnen zit, moet de mensheid tot de visie gebracht worden dat moslims een groot gevaar voor de vrije wereld vormen. Er zijn voldoende aanwijzingen dat de Gladio-strategie daarvoor weer uit de kast wordt gehaald. De slachtpartijen die door terroristen sinds 2001 worden uitgevoerd, van Bali tot Londen, vertonen telkens parallellen met de terreur onder valse vlag uit de jaren tachtig, toen de veiligheidsdiensten zelf als aanstekers dan wel uitvoerders van het terrorisme in Europa fungeerden. De valse vlag-operaties worden voorafgegaan door een periode van infiltratie en indoctrinatie. In de praktijk betekent dit dat fundamentalistische moslimgroeperingen sterk geïnfiltreerd en zelfs gecommandeerd worden door agents provocateurs - clandestiene agenten die poseren als moslimfundamentalisten of -sympathisanten, maar eigenlijk via achterpoortjes op Amerikaanse, Britse of Israëlische loonlijsten staan. Deze agenten dienen als trekpleister om nietsvermoedende terreurkandidaten te ronselen en hen vervolgens ertoe aan te zetten en logistiek te ondersteunen om aanslagen te plegen. Indien het aan kandidaten ontbreekt organiseren de agenten desnoods zelf de bloedbaden en zorgen ervoor dat sporen dan naar hun rekruten leiden.
Een overzicht
* De bomexplosie in een discotheek op het eiland Bali in 2002, met bijna 200 slachtoffers, werd verondersteld door de Jemaah Islamiah-groep te zijn gepleegd. De inspirator van deze groepering is Riduan Isamuddin, een figuur die net zoals Bin Laden door de Verenigde Staten werd gefinancierd tijdens de mujahedeen-strijd tegen de Russische bezetter in Afghanistan. De leiders van deze Jemaah Islamiah-groepering onderhouden sindsdien zekere banden met de Indonesische inlichtingsdienst, die volgens een rapport van het Indonesisch militair commando nauw met de CIA samenwerkt (3).
* Mei 2003. De aanslag in Davao, op de Filippijnen, geeft nog meer aanwijzingen voor valse vlag-operaties. Een reeks aanslagen wordt in de schoenen geschoven van het zogenaamde Moro Islamitisch Bevrijdingsfront. Binnen het Filippijnse leger komen echter insiders naar voren die meer weten: er ontstaat een muiterij waarbij goedmenende soldaten naar buiten brengen dat het staatsleger en de Amerikaanse inlichtingsdiensten betrokken waren bij deze aanslag, alsook bij bombardementen op de eigen infrastructuur (4). De Filippijnse verdenkingen worden gevoed door een bizar incident het jaar ervoor, op 16 mei 2002. Amerikaans staatsburger Michael Meiring laat per ongeluk explosieven op zijn hotelkamer ontploffen en raakt daarbij aan beide benen ernstig gewond. Nog voor hij goed en wel hersteld is wordt Meiring uit het ziekenhuis weggegrist door een duo dat zich volgens getuigen identificeerde als FBI-agenten en wordt hij naar Amerika overgevlogen. Men wacht in Davao nog steeds op zijn uitlevering (5).
* Wie herinnert zich niet de terreur op de treinen in Madrid op 11 maart 2003, waarbij bijna tweehonderd doden vielen? Ook hier blijkt dat de logistieke ondersteuners van de aanslag, Rafa Zuher en Emilio Suarez, mollen waren van de Spaanse veiligheidsdiensten, namelijk als informanten werkten voor gespecialiseerde eenheden binnen de Guardia Civil (6+7). De mededaders van de aanslagen - enkele Marokkanen en Tunesiërs - blazen zichzelf op 3 april tijdens een huiszoeking op handige wijze op. Drie kort daarop gearresteerde Marokkanen worden bij gebrek aan enig bewijs van betrokkenheid weer vrijgelaten. Anderen worden voor de rechter gedaagd in april 2006. Er is nog geen vonnis uitgesproken. Het Spaanse volk zou niet schreeuwen om meer veiligheid, maar zou de regering-Aznar bij de daarop volgende verkiezingen wegstemmen.
* Het meest recente voorbeeld van een soortgelijke infiltratie werd geleverd bij de aanslagen in Londen op 7 juli 2005. Het vermoedelijke brein achter de terreur, Rashid Aswat, werd uiteindelijk door onderzoekers als jarenlange informant van de Britse geheime dienst MI-6 ontmaskerd. Al-Masri, die fundamentalisten ronselde in Londense moskeeën, was jarenlang een NATO-troef in de oorlog tegen de Serviërs en had zelf verklaard regelmatig ontmoetingen te hebben gehad met dezelfde overheidsdienst (8, 9+10).
* Sinds elf september 2001 dient de navenante terreur natuurlijk als hefboom om olie- of gasrijke gebieden te controleren. Van Afghanistan over Oezbekistan tot Irak en Indonesië worden kort na de aanslagen in New York verse Amerikaanse en NATO-troepen geïnstalleerd. Irak is vandaag het schouwspel van een koelbloedig volgehouden "strategie van de spanning". Een ontwikkelende broeihaard van terroristen is immers niets liever dan wat de Amerikaanse neoconservatieven willen. Daarvoor wemelt het in Irak van de dubbelagenten die, onder het mom van islamterreur, de ene na de andere bomactie op poten zetten (11). Het geval Musab al-Zarqawi is een interessant voorbeeld: net als Osama bin Laden was hij een jihadist die tegen de communistische USSR vocht in Afghanistan... en dus evenzeer op de CIA-loonlijst stond (12).
* De zogeheten opstandelingen in Irak, een samenraapsel huurlingen uit de oude Baath-milities, worden aangespoord om guerrilla-gevechten met de Amerikaanse troepen op te zetten. De ongeregelde milities blijken door het Amerikaanse leger te worden bewapend (13). Dezelfde Amerikaanse dialectische tactiek is herkenbaar: via de rebelse aanvallen kunnen demografische spanningen gecreëerd worden en kan het Amerikaanse leger ingrijpen in gebieden waar het Sjiitisch fundamentalisme te veel aan populariteit dreigt te winnen.
Aanvallen opzetten onder valse vlag is een truc zo oud als de straat, maar wordt sinds de tweede helft van de twintigste eeuw door het Westers veiligheidsapparaat met veel verve gehanteerd. De false flag-strategie biedt de mogelijkheid de volksgemeenschap te overtuigen van een zeker gevaar, en aldus de noodzakelijkheid van politionele/militaire bescherming af te dwingen. In het achterhoofd van de inlichtingendiensten - vooral bij de talrijke extremistische elementen die er zich sinds 2001 in bewegen - speelt voortdurend de gedachte dat hun nut in een vredevolle wereld nihil is: ze hebben liefst vijanden, en om ons daarvan te overtuigen gaan ze een heel eind op gebied van mensenlevens. Of al dat bloedvergieten ook de moeite loont, is betwistbaar. De moderne, vrijgevochten burger is beter ingelicht dan tijdens de vorige eeuw en doorziet de trucs van het spel. Bovendien valt de wereldgemeenschap minder makkelijk met geweld te chanteren. Ten derde luidt de vraag of de westerlingen inderdaad bereid zijn in de oog-om-oog-tand-om-tand logica van de inlichtingendiensten te stappen en een hele cultuur te diaboliseren... tot en met genocide-taferelen goed te dunken. Dat de terreur onder valse vlag desondanks nog steeds als efficiënte strategie wordt gebruikt, heeft veel te maken met de rol van de Westerse massamedia, die helaas bijna even ver van neutraliteit zijn verwijderd als media onder totalitaire regimes, en zich eraan gewennen de waarheid secundair te vinden tegenover interne bedrijfsbelangen, overheidscontacten, en ideologie.
Philip Agee, ex-CIA agent, formuleert het als volgt (mijn vertaling, nvda): "Van bij het begin van het bestaan werd de CIA gebruikt om in het geheim tussenbeide te komen in de interne zaken van andere landen. Haast geen enkel land vormde daarop een uitzondering (...) Er was behoefte aan controle. De geheime Amerikaanse politiek bestaat erin niets aan het toeval over te laten, lees: aan de wil van het volk - in welk land dan ook. Het volk moet onderricht worden, geleid worden, zodat het vatbaar wordt voor Amerikaanse controle. Controle was de sleutelterm. Niets werd gedaan uit altruïsme of idealisme" (14). De scheepvaartstrategie van de valse vlag is eigenlijk een archaïsche militaire tactiek die enkel nog bij hoofde van geweldenaars legitimiteit bezit. Zelfs vanuit het standpunt van CIA, MI-6 en Mossad moet men zich toch de vraag durven stellen over de efficiëntie van dergelijke bloedbaden. Als methode om de moslims in een kwaad daglicht te stellen steekt het succes van één krantencartoon alvast schril af tegen de immer voortdurende bommencampagnes. Het moet de agenten die al dat geweld als triggers helpen concretiseren tot nadenken stemmen.
Bronnen:
1. Wikipedia, false flag. Google search, false flag operations.
2. Georges Timmerman, Het Spiegelpaleis van de Gladiatoren, De Morgen, 14 mei 2005.
3. Michel Chossudovsky, Who was behind the Bali 2002 bomb attack?, Global Research, 14 oktober 2005.
4. Naomi Klein, De Rebellen van Manilla, Nologo, 13 augustus 2003.
5. Operatie Greenbase: Strategie van de Spanning (1), Kleintje Muurkrant, 13 oktober 2004 & Operatie Greenbase: Strategie van de Spanning (2), Kleintje Muurkrant, 18 oktober 2004.
6. Michel Chossudovsky, Madrid 3/11 train bombing suspects linked to Spanish Security Services, Global Research, 20 juni 2004.
7. Spain suspects 'were informants', BBC News, 29 april 2004.
8. Britain recruited terrorists, Meacher claims, Asian News, 30 september 2005.
9. Michael Meacher, Britain now faces its own blowback, The Guardian, 10 september 2005.
10. Michel Chossudovsky, London 7/7 Terror Suspect Linked to British Intelligence?, Global Research, 1 augustus 2005.
11. Frank Morales, The provocateur state: is the CIA behind the Iraqi insurgents - and global terrorism?, Global Research, 10 mei 2005.
12. Michel Chossudovsky, Who was Abu Musab al Zarqawi?, Online Journal, 12 juni 2006.
13. Syed Saleem Shahzad, US fights back against 'rule by clerics', Asia Times Online, 15 februari 2005.
14. Philip Agee, USA & International Terrorism, speech in ABF House in Stockholm op 24 september 2001.
(Thomas Deflo - Antwerpen - www.bloggen.be/thomasdeflo)
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 415, 21 juli 2006