Skip to main content
  • Archivaris
  • 399

Hoe omzeil je maatschappelijk verzet?

Succesfactoren voor de afbraak van voorzieningen

Tegen de huurplannen van Dekker ontstonden maatschappelijke protesten, waarna het CDA zijn steun voor de plannen introk. Eerder waren er ook protesten tegen de nieuwe bijstandswet, maar die ging gewoon door. In het laatste geval lukte het beter om groepen tegen elkaar uit te spelen.

door Dirk Kloosterboer

Op 20 januari jongstleden trok het CDA zijn steun in voor de voorgenomen liberalisering van de huren van ruim 600.000 woningen. Enig wantrouwen is op zijn plaats. Zo trekt de partij geen streep door de gereguleerde huurstijgingen, de korting op de huursubsidie en de massale sloop van betaalbare huurwoningen. Ook zullen de verschillen tussen rijke en arme buurten nog steeds toenemen. Verder wil de partij de liberalisering van de huren niet afschaffen, maar slechts opschorten. Je kan je dan ook afvragen of we niet te maken hebben met een manoeuvre om het maatschappelijk verzet de wind uit de zeilen te nemen.
Het feit dat zo'n manoeuvre nodig was, toont dat men zich blijkbaar zorgen begon te maken over de protesten. De Huurdersvereniging Amsterdam verzamelde 35.000 protestkaarten en wist met een hoogwerker eurotekens aan te brengen in het Aedes-logo op het kantoor van deze koepel van woningbouwverenigingen. De Woonbond hield zich bezig met lobby en organiseerde een protestbijeenkomst in Utrecht. Kraakgroepen organiseerden op 14 januari een landelijke woonactiedag, met kraakacties in verschillende steden. De organisatie Stop Afbraak Sociale Huisvesting organiseert een protestbijeenkomst in Amsterdam op 5 februari.

De huurplannen zouden leiden tot stijgende huren, maar ook tot een groeiende tweedeling tussen rijke en arme buurten. De plannen zijn net zo funest voor de sociale verhoudingen als de nieuwe bijstandswet, de WWB, die vorig jaar werd ingevoerd. De WWB verschraalt de bijstand en drukt steeds meer mensen in een bestaan van onzekere, slechtbetaalde baantjes, afgewisseld met een bijstandsuitkering.
Burgers zijn er meestal niet van gediend dat sociale voorzieningen worden afgebroken. Overheden hebben verschillende instrumenten om te zorgen dat er niet al te veel maatschappelijk verzet komt: moffel je eigen verantwoordelijkheid weg, probeer kritische organisaties in te kapselen en breng gebruikers van voorzieningen in diskrediet. Een klassieke manier om je eigen verantwoordelijkheid weg te moffelen is 'defunding'. Je legt de verantwoordelijkheid bij lagere overheden of bij particuliere instellingen, en tegelijk kort je ze op hun budget. Op deze manier zijn zij gedwongen om pijnlijke maatregelen te nemen, en kan je zelf je handen in onschuld wassen. Bij de WWB kregen gemeenten op deze manier de zwarte piet, bij het huurbeleid was die rol ook toegedacht aan woningbouwverenigingen en particuliere verhuurders. Het spreekt voor zich dat deze instellingen zich op hun beurt weer verschuilen achter 'Den Haag'. Zo heeft niemand het gedaan.
Dan zijn er de pogingen om kritische organisaties in te kapselen door ze mee te laten praten over het beleid. Ingrepen in de sociale zekerheid gaan standaard gepaard met concessies op het gebied van de inspraak van uitkeringsgerechtigden. In de huurplannen was opgenomen dat huurders nadrukkelijker bij het beleid betrokken zouden worden. De Woonbond en de minister zouden samen een commissie in het leven roepen die de inspraak van huurders zou moeten uitwerken. Tot zover is er dus weinig verschil tussen de manier waarop de WWB is ingevoerd en de manier waarop dat met de huurplannen had moeten gebeuren. Het ligt anders als het gaat om de beeldvorming over de gebruikers van voorzieningen. Er is wel geprobeerd om protesterende huurders af te schilderen als profiteurs die op kosten van de samenleving een te lage huur betalen, maar dit beeld is niet echt aangeslagen.

Dit ligt anders bij de bijstandsgerechtigden, maar daar is ook een lange voorbereiding aan voorafgegaan. In 2000 is het ministerie van Sociale Zaken begonnen om regelmatig persberichten te versturen waarin de bijstand in verband wordt gebracht met fraude, al dan niet in de vorm van verzwegen eigen huizen in Marokko. Dit soort beeldvorming ondermijnt de solidariteit tussen bijstandstrekkers en de rest van de samenleving. Natuurlijk speelt ook de vormgeving van de sociale zekerheid hierbij een rol. Mensen met een vaste baan hebben hun eigen sociale zekerheid in de vorm van WW en WAO. De bijstand lijkt vooral een uitkering te zijn voor mensen aan de rand van de samenleving: allochtonen, verslaafden, langdurig werklozen. Waar de ouderdomsvoorziening AOW iets van ons allemaal is, lijkt de bijstand niet iets van 'ons' maar iets van 'hun' te zijn (met de invoering van een basisinkomen of een basisuitkering zou dit natuurlijk veranderen). Deze beeldvorming miskent dat een fatsoenlijke bijstand ook belangrijk is voor mensen met een baan. De WW en de WAO bieden steeds minder bescherming, waardoor de kans om in de bijstand terecht te komen steeds groter wordt, maar er is nog iets anders. Door de uitholling van de bijstand worden mensen steeds meer overgeleverd aan werkgevers. Hoe meer ze onder druk staan om slechte banen te accepteren, hoe meer hierdoor de positie van alle werknemers verzwakt. De aanscherpingen van de bijstand in de jaren negentig zijn dan ook samengegaan met een opvallende groei van de armoede onder mensen met werk.
Het is een oude waarheid: als groepen tegen elkaar worden uitgespeeld, verbrokkelt het draagvlak voor een sociaal beleid. Het meest zorgwekkend in dit verband is de oplopende spanning tussen etnische groepen. Om deze tweedeling tegen te gaan, is het zaak om op zoek te gaan naar gemeenschappelijke belangen, bijvoorbeeld als het gaat om inkomenszekerheid, betaalbare woningen en goed onderwijs. Huurdersclubs, migrantenorganisaties, vakbonden, activisten en wie verder betrokken is bij een sociaal beleid, zullen zich in moeten zetten om solidariteit te smeden. Te beginnen op lokaal niveau.

(Dirk Kloosterboer heeft pasgeleden een boekje uitgebracht bij Uitgeverij Papieren Tijger onder de titel "Protestbewegingen: wie doet eraan mee en wanneer hebben ze effect" waarin hij dieper ingaat op bovengenoemde succesvolle overheidsstrategie van repressieve tolerantie een absolute aanrader voor alle leden van cliënten- en huurdersraden en andere zogenoemde inspraak-comités en inpak- eh inpolderorganen)

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 399, 4 februari 2005