Skip to main content
  • Archivaris
  • 426

Het Maatschappelijk Onverstand (006)

"Het streven naar deugdzaamheid verwordt tot ondeugdzaamheid, kracht tot zwakte, recht tot onrecht, goed tot slecht." (1) In verschillende filosofische scholen verwijst men naar de wet van het omgekeerde gevolg. Bovenstaand citaat van Rudolf Steiner verwoordt goed wat daarmee bedoeld wordt.

door Paleander

De reden dat Steiner dit schreef was het gegeven, dat voor en na de Eerste Wereldoorlog overal in Europa verenigingen met morele of religieuze idealen als paddestoelen uit de grond schoten, in de hoop dat men zo een tegenwicht kon vormen tegen de sociale misstanden. En omwille van de kiezers gunst omkleedden ook talrijke politici zich destijds met deze idealen.
Wie enigermate consequent en objectief de geschiedenis bestudeert, ontkomt niet aan de indruk dat de geschiedenis zich herhaalt. Natuurlijk zijn er verschillen als gevolg van veranderingen in de cultuur. Maar in principe zien we dat als gevolg van menselijk handelen dezelfde problemen opnieuw ontstaan. Het menselijk handelen is immers in principe nimmer neutraal en kan dat ook niet zijn omdat ons handelen voortvloeit uit allerlei motieven. Daarbij komt nog het gegeven dat die motieven soms noodzakelijkerwijs wel, maar vaak niet met elkaar in harmonie zijn. Rijst de vraag welke vorm hebben die motieven? Het zijn vaak ideeën, begeertes en gewoontes, die op hun beurt weer voor een deel bepaald en beïnvloed worden door de sociaal-religieuze, culturele en economische conventies van een land of cultuur. Hieruit volgt dat ook het economisch en politiek handelen van de mens nimmer neutraal is noch kan zijn. Daar het noodzakelijkerwijs onvermijdelijk is, dat vroeg of laat het ene streven in conflict komt met het andere.
Nu, welke herhaling dreigt er zich momenteel voor te doen in Nederland of liever in Europa? Als gevolg van de ideologie van de vrije markt en de privatisering van het publieke domein, zien we situaties ontstaan die doen denken aan de donkere kanten van de negentiende en twintigste eeuw. Tevens zien we dat de overheid deze ontwikkeling bevordert door het principe van ongelijkheid - inherent aan de meeste vormen van economisch handelen - tot wet te verheffen. Deze ongelijkheid treedt bijvoorbeeld zeer scherp naar voren in de nieuwe plannen om het ontslagrecht te versoepelen. Het is tekenend dat een CDA minister als Hein Donner - die van tijd tot tijd zich als levensbeschouwelijke denker profileert - deze negatieve ontwikkeling aanstuurt. Plaats dit nu eens tegen de achtergrond van de maatschappelijke ergernis over de extreem hoge honoraria en optie-regelingen van top managers. Het gegeven dat de overheid weigert hier iets aan te doen, met de argumentatie dat het niet haar taak is deze vorm van schaamteloze zelfverrijking aan te pakken. Dan is het des te bevreemdender dat het blijkbaar wel tot haar taken behoort, principiële rechten van de werknemer aan te tasten!

Ogenschijnlijk heeft de een dan meer rechten dan de ander? Wat is er gebeurd of liever welke ontwikkeling vindt er hier plaats?
Wie beseft hoe sterk het CDA verweven met het bedrijfsleven is, weet dat dit proces van de verwording van levensbeschouwelijke idealen naar liberale ideeën, een langzaam maar onophoudelijk proces is. Je kunt het vergelijken met een levensbeschouwelijke vorm van beenmergkanker, die langzaam al het beenmerg aanvreet tot er geen merg meer over is. Maar het CDA is niet de enige partij die hier aan lijdt. Ook de PvdA heeft sinds de dagen van Paars en het economisch regentenschap van Wilhelmus Kok, al haar socialistische ideeën en idealen begraven. Als er überhaupt nog iets over was om ten grave te worden gedragen.
De VVD? Je kunt van de VVD zeggen wat je wilt, maar in dat opzicht weet je waar je met die partij aan toe bent, het is heel eenvoudig: "de rijken rijker en armen armer". Dat zullen ze natuurlijk ontkennen, maar wat veel mensen blijkbaar is ontgaan is het feit dat als je kijkt naar de plannen die onder de Paarse en opeenvolgende kabinetten Balkenende maatschappelijke en economische werkelijkheid zijn geworden - met alle negatieve sociale gevolgen voor mensen met een AOW of minimum inkomen - dan zijn dat plannen van de VVD geweest. Tel daarbij het gegeven, dat wie Fortuyn stemde, eigenlijk op een super VVD-er stemde. Ook de sociaal-economische plannen van Wilders zijn rabiaat neoliberaal, zijn ideaal is het Amerikaanse bijstands-systeem, en dat betekent: géén bijstand! Daar we nu toch dreigen te ontsporen in wrange spot, is het misschien beter onze gram te luchten en een duidelijk doel voor deze spot te kiezen. Zullen we Wilhelmus van Kok kiezen? Als een seculiere vader des vaderlands verdient de man toch op z'n minst een alternatief spotgedicht of nog beter een hymne:

"Wilhelmus van Kok ben ik door andermans poen, de economie getrouw tot in de dood. Een prins der economie ben ik, vrij en onvervaard, want de koning op Wall Street heb ik altijd heimelijk geëerd. Mijn schild en vertrouwen zijt gij O' Mammon mijn heer; op u wil ik bouwen, verlaat mij daarom nooit meer. Dat ik doch vroom ten allen tijden uw dienaar mag blijven, zodat ik de tirannie van de sociale gerechtigheid mag verdrijven die mijn hart heeft doorwondt."

Maar genoeg gespot, laten we verder trekken door de woestenij van het menselijk handelen. Wat is de les die het verleden ons voorhoudt? In 2002 vond men in een kelder van een winkel in het Engelse Blackburn een aantal stalen vaten die 800 filmrollen bleken te bevatten. Korte films van de twee pioniers van de Engelse film, Sagar Mitchell en James Kenyon (2). Bij de restauratie van de filmrollen kwam niet alleen een schat aan authentiek beeldmateriaal naar voren, maar bij de presentatie op de BBC door de historicus Dan Cruickshank in de serie "The Lost World of Mitchell and Kenyon", schilderde men ook de schrijnende sociale wantoestanden aan 't begin van de twintigste eeuw: "in 1900 vond je overdag in de arbeiderswijken maar drie groepen, kinderen, zieken en ouderen. Die laatste groep bestond in de regel grotendeels uit vrouwen, daar mannen in de regel stierven voor ze 50 waren (...) Daar de drinkwatervoorziening in die tijd geenszins optimaal was, en zuiver water schaars, dronk men bier. Met alle rampzalige gevolgen van dien. Jeugd alcoholisme was een dermate serieus probleem dat zelfs de regering in die tijd daar niet omheen kon. Op de hoogtij dagen van het Engelse kolonialisme -en de zon ging nooit onder in het Britse Rijk - kampte men thuis met een reeks serieuze sociale problemen."
Problemen die een direct uitvloeisel waren van de koloniale mentaliteit. Globale economie is dan ook geen nieuw idee, maar lijkt veel op een sluipende poging het kolonialisme weer opnieuw leven in te blazen. Waar mensen in de nasleep van het kolonialisme tot het besef kwamen, dat het anders, meer menswaardig moest, en overeenkomstige sociale wetgeving en wettelijke bescherming voor de arbeiders en hun families uitvaardigde, probeert men nu middels de EU en de WTO de klok weer gestaag terug te draaien.
Maar laten we terug keren naar het begin van de twintigste eeuw. Zo kregen arbeiders in England pas begin 1900 na veel strijd, het recht op één week zomervakantie per jaar. Voor de rest betekende werken: 6 dagen per week en minimaal 12 uur per dag. Het fenomeen van de werkende vrouw was geen hard bevochten recht op gelijkberechtiging, maar een harde en bittere economische noodzaak om te kunnen overleven. Vrouwen die niet hoefden te werken waren te oud, te ziek of te rijk... Maar dat het nog erger kon bleek recentelijk tijdens de documentaire "How we built Britain" van de Engelse BBC journalist en documentairemaker David Dimbleby (3). Daarin beschreef hij hoe men halverwege de negentiende eeuw een uitweg zocht uit de afzichtelijke sociale wantoestanden die door de industriële revolutie waren veroorzaakt. Zo was de gemiddelde leeftijd van een volwassene in Manchester 26 jaar! Vele mensen leefden als holbewoners in raamloze kelders onder winkels of bedrijfspanden. Een van de weinige kelder-holen die onder een winkel nog in oorspronkelijke staat bewaard is gebleven 'behuisde' niet minder dan 26 families. Deze en andere wantoestanden, ontlokte aan David Dimbleby de uitspraak "deze mensen leefden in de hel op aarde".
Wij mogen dan met weerzin en ongeloof naar India kijken omdat daar mensen al generaties lang op de stoep, in de berm, de sloppenwijken of op de vuilnisbelt in mensonterende omstandigheden leven, wonen en werken. Maar we vergeten soms wel erg gemakkelijk dat 'de hel op aarde' onverbrekelijk verweven is, met wat wij zo mooi abstract, de sociale geschiedenis van Europa noemen.

Dat armoede in West-Europa weer aan een opmars is begonnen wordt erkend. Maar door de liberalisering van de economie en de voortgaande privatisering van het overheidswezen en publieke diensten en eigendommen, geeft men aan dat men bewust of onbewust naar een situatie toewerkt waardoor een nieuw 'arbeiders proletariaat' ontstaat - een reservoir aan lage-loon-arbeidskrachten in eigen land. U zult zich misschien afvragen waarom men de lessen van het verleden, een verleden dat voor onze grootouders en overgrootouders dagelijkse werkelijkheid was, niet leert? Omdat we sinds de tweede helft van de 19e eeuw het idee koesteren dat technologische vooruitgang synoniem is aan maatschappelijke vooruitgang. Hoewel het 'voooruitgangsgeloof', niet meer en niet minder is dan een filosofische aanname, kun je de hardnekkigheid waarmee men er aan blijft vasthouden alleen verklaren, dat we hier blijkbaar te maken hebben met een seculier geloofsdogma. Een conventie die mensen dwingt en bindt, aanzet tot blinde gehoorzaamheid en navolging. Het klinkt hard, maar op dit punt hebben veel mensen de neiging weg te vluchten in een 'Oblomov' bestaan: "laat me met rust, laat me alstublieft slapen, ik wil niet wakker worden in een wereld waarin het kwaad rondwaart, waar bar weinig of géén gerechtigheid is, waar de zwakke verdrukt wordt omwille van de hebzucht van anderen..." Wie wakker wordt en zich niet overgeeft aan gedachteloze instemming, ziet dat de wereld ondanks haar hoge en grote idealen, maar al te vaak geregeerd wordt door zucht naar macht, aanzien en rijkdom. En dat die zucht omkleedt wordt met mooie frasen over deugdzaamheid en morele en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Maar wie de gevolgen overziet, komt vroeg of laat tot de conclusie, dat al dat handelen en streven, niet zo neutraal of positief is als de woorden en haar pleitbezorgers ons zo graag en zo vaak willen doen geloven.
Want wie enige kennis van de wereld en de menselijke natuur heeft, weet dat succes en falen in het leven van veel factoren afhankelijk is, en niet puur het gevolg van individuele inspanning of falen. Toch proberen politici en economen ons telkens opnieuw te overtuigen dat succes en falen puur het gevolg zijn van ons eigen handelen. En dat, terwijl juist keer op keer de onverwachte gebeurtenissen in het leven, tonen dat wij zelden greep hebben op al de factoren die ons leven be_nvloeden. Factoren die bovendien vaak samenhangen met andere mensen. Mensen die wij wel en niet kennen, mensen dichtbij en ver weg, kortom het leven is complexer dan de gemiddelde politicus ons wil doen geloven of voor waar wilt hebben. Zou men rekening moeten houden met de menselijke grilligheid en hebzucht als leidraad van het menselijk handelen, dan zou men niet alleen beseffen dat wetten niet verhinderen dat mensen bewust de marges of gaten van de wet opzoeken, maar dat er zelfs mensen zijn die bewust die grenzen overschrijden. Daarbij komt nog dat er situaties en omstandigheden zijn, die deels door gebrekkig of falend overheids beleid zijn geschapen en in stand worden gehouden, en tevens schadelijk zijn voor de algemene volksgezondheid. Hieruit blijkt dat de verantwoordelijkheid en invloed van de overheid vele malen groter is, dan veel politici en economen willen aanvaarden. U wilt een eenvoudig voorbeeld? U wilt echt wakker worden en nadenken? Nu, veel politici en economen beseffen of willen niet beseffen dat gedachteloze instemming ook een dodelijke kant heeft. U denkt dat ik overdrijf?
Op 25 februari jongstleden toonde het Belgische nieuws een kort nieuws item over een gedeeltelijke autovrije zondag in het geïndustrialiseerde noordelijk deel van Italië. Het idee voor deze 'gedeeltelijke' autovrije zondag, (waarop alleen nog auto's en bussen die een schone motor hadden mochten rijden), was ontstaan na de publicatie van een onderzoeksrapport, waarin stond dat er in Italië statistisch gemiddeld 8000 mensen per jaar vroegtijdig overlijden als gevolg van de luchtvervuiling. Nu is dat niet het eerste rapport van die strekking en zal ongetwijfeld ook niet het laatste zijn. Wel is duidelijk dat tot nu toe geen van deze rapportages de overheid, het bedrijfsleven en de wetenschap in Europa, heeft aangezet tot het zoeken van een adequate oplossing voor het probleem. Ook onder de bevolking is er bar weinig animo, alleen belangengroeperingen, die bijvoorbeeld waarschuwen vanwege de progressieve stijging van astma onder kleine kinderen, of stijgende aantallen longemfyseem onder ouderen, laten regelmatig van zich horen. En verder? Niets. Slechts een algemene gedachteloze instemming, in de zin van: het verstand registreert een feit maar stopt het meteen op een gedachteloze manier ergens diep in onze hersenpan weg. Dodelijke gewenning, noemt men dat. Hoewel de dood een van de weinige absolute zekerheden in ons bestaan is, die vroeg of laat ook daadwerkelijk èn regelmatig ongevraagd op bezoek komt, proberen de meeste mensen hun hele leven lang, elke keer weer de dood te ontwijken. Met als gevolg dat ze ook blind en doof zijn geworden voor de dreigingen die op onnatuurlijke wijze de dood naderbij brengen. Ze verkiezen liever een vrijwillige onderdompeling in het onverstand dan hier zelfstandig over na te denken.

Waarom komen de overheid, het bedrijfsleven en de wetenschap niet in beweging? Ik weet 't, het klinkt aanmatigend, maar ik denk dat ik iets heb ontdekt. Het is op basis van statistieken en de wijze waarop deze economisch worden beoordeeld dat de overheid wel of niet handelt. U wilt een tweede voorbeeld? Enige jaren geleden maakte de BBC melding van een wetenschappelijke studie over London. Eén van de conclusies van de studie was "dat in Londen als gevolg van de luchtvervuiling, per jaar 2000 mensen vroegtijdig overlijden". Nadat de BBC het rapport bekend maakte zorgde dat enkele weken voor beroering, maar stierf daarna een stille dood. Wat was er gebeurd? De wrede abstracte cijfers van economen en statistici hadden in alle stilte binnenkamers hun werk gedaan, en de regering ervan overtuigd dat al het menselijk mogelijke gedaan werd om de luchtvervuiling aan te pakken - zonder dat de economie daardoor schade opliep. Wat vertellen die cijfers ons? De stad Londen telt 7,2 miljoen inwoners. De zogenoemde 'metropolean area' van Londen telt maar liefst 12 tot 14 miljoen inwoners. Een kloeke mega-stad met bijna evenveel mensen als heel Nederland. Statistisch echter betekenen die 2000 relateerde doden, dat in het eerste geval -bij 7,5 miljoen inwoners- maar 0,026 procent gevaar loopt vroegtijdig te overlijden. In het tweede en derde geval -bij 12 tot 14 miljoen inwoners- loopt maar 0,016 of 0,014 procent gevaar. Statistisch gezien zijn dat verwaarloosbare getallen, dat zegt men natuurlijk niet hardop, dat verhult men in diezelfde heerlijk abstracte ambtelijke taal van technocraten.
Wie als overheid verzaakt te handelen en verzuimt adequate maatregelen te nemen vanwege de mogelijke schade aan de economie, maar het wel normaal vindt dat jaarlijks 2000 van haar burgers als gevolg van niet-handelen vroegtijdig overlijden, is in de geest van de wet schuldig aan 'dood door nalatigheid'. Een te zware beschuldiging? Vorig jaar toen de Europese grenswaarden van "fijnstof" de overheid tot drastisch handelen dreigde te dwingen, waren er ineens overal wetenschappers die vaststelden dat die waarden niet goed waren gemeten. Resultaat: bouw en infrastructuurprojecten die stil waren gelegd als gevolg van de Europese fijnstof regel, konden ineens allemaal weer doorgaan. Toeval? Geenszins, want wetenschappers spreken vaak slechts het woord van diegenen wiens brood zij eten, of hopen te eten! Als er één wetenschapper waarschuwt voor iets, dan kun je er gif op innemen dat een andere wetenschapper opstaat, en bij hoog en laag beweert "dat het nog niet zeker is en het nog verder onderzocht moet worden." Resultaat: inderdaad, er gebeurt vooralsnog niets. Dat zijn nog eens kloeke daden, spelen met de levens van anderen. Begrijpen deze mensen wel wat ze doen? Soms, als ze persoonlijk met hun neus op de harde feiten worden gedrukt. Oh, u wilt een derde ontnuchterend voorbeeld in de categorie 'statistiek' horen? Een paar jaar geleden werd een hoofdambtenaar op het Duitse ministerie van volksgezondheid geconfronteerd met het feit dat de regelgeving, met betrekking tot de toelating van nieuwe medicijnen, geen rekening hield met uitzonderingsgevallen. Wat bleek, normaal worden medicijnen in Duitsland pas toegelaten en vergoed door het ziekenfonds, na een proeffase onder 2000 patiënten. Ongetwijfeld denken sommigen al bij zichzelf, maar je hebt toch van die zeldzame ziektes waar 1 of 2 mensen op 100.000 aan lijden? Inderdaad, en om één zo'n ziekte ging het, er waren afhankelijk van het vroegtijdige stervenspercentage onder patiënten, 50 tot 80 patiënten in Duitsland die aan deze zeldzame spierziekte leden. Er was geen medicijn dat deze kwaal kon genezen, maar wel een in Amerika en Canada beproefd medicijn dat de ziekte aanzienlijk vertraagde. Maar omdat er statistisch gezien geen 2000 patiënten waren werd het medicijn niet toegelaten noch vergoed. Dit tot leedwezen van de enige arts gespecialiseerd in deze kwaal. Niet om haar zelf maar vanwege haar kleine groep patiënten, die nu veroordeeld werden tot een pijnlijke lijdensweg en een te vroege dood. De verzoeken van de specialiste aan het ministerie van volksgezondheid, werden telkens op formalistische grond afgewezen. "Het medicijn voldeed niet aan de test grenswaarden", punt. Toen de verslaggeefster van het ZDF de betreffende ambtenaar op het ministerie vroeg waarom er in dit geval geen uitzondering gemaakt kon worden, antwoordde de ambtenaar dat dat de wet niet toestond, het was aan de politiek om dit te doen. Maar u had dit toch intern kunnen aankaarten? (tussen haakjes: de specialiste had geprobeerd Duitse parlementsleden warm te maken voor deze zaak, maar lauwheid was haar slechts ten deel gevallen!) De ambtenaar voelde instinctief aan in welke richting dit gesprek ging, namelijk dat hij door zijn houding mensen niet alleen tot een voortijdige dood veroordeelde, dé facto werd hij in het rijtje bijgezet van de ambtelijke moordenaars à la Adolf Eichmann! Toen de verslaggeefster hem daar inderdaad op aansprak, dat hij mensen door zijn pennenstreek tot een vroegtijdige dood veroordeelde, liep hij na het uitten van zijn geëmotioneerde verontwaardiging, kwaad weg. Was dat een daad van geestelijke wreedheid van de kant van de verslaggeefster? Of was het een pijnlijke maar onvermijdelijke confrontatie met bureaucratie en politieke lauwheid, en dat ten koste van mensenlevens? Kiest u maar. Ook hier speelden op de achtergrond de abstracte cijfers weer hun wrede rol, wat zijn de levens van vijftig of tachtig mensen op een bevolking van 80 miljoen? 50 of 80 mensen dat is maar 0,00001 procent van de bevolking, voor 'statistici' -en politici en ambtenaren varen op statistieken- is een dergelijk laag percentage volstrekt betekenisloos. Of vergis ik mij daarin? Hoewel je vaak hoort dat elk streven en elke vooruitgang van de mens offers eist, heb ik zo'n idee dat men niet dit soort offers bedoelt, of wel soms? Is de vroegtijdige dood van andere mensen acceptabel zolang het ons zelf, onze familie en vrienden niet treft? Het was dag, het was nacht, een zesde dag.

noten:
1. Rudolf Steiner in "Die spirituellen Hintergrunde der äusserem Welt"
2. news.bbc.co.uk/2/hi/uk_news/4172449.stm
3. www.bbc.co.uk/britain/programmes/hwbb5.shtml

Dit bericht is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 426, 31 augustus 2007

Het Maatschappelijk Onverstand