Skip to main content
  • Archivaris
  • 383

Nieuwe munitie voor burgeroorlog

Presidentsverkiezingen in Tsjetsjenië

Wanneer op 5 oktober 2003 de presidentsverkiezingen in Tsjetsjenië plaatsvinden is er een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de rumoerige geschiedenis van deze Noordkaukasische republiek, die nu al ruim 200 jaar in een vrijheidsstrijd met Rusland gewikkeld is. En het ziet er vooralsnog niet naar uit dat die strijd binnenkort zal eindigen.

door Vadim Donetsky

Volgens een verklaring van Russische en Tsjetsjeense mensenrechtenactivisten is het onmogelijk dat de verkiezingen van 5 oktober 'vrij en democratisch' zijn. Deze verklaring werd aangenomen tijdens een bijeenkomst van activisten in Nazran, de hoofdstad van Ingoesjetië, buurrepubliek van Tsjetsjenië. Volgens de organisaties die aan de bijeenkomst deelnamen is Moskou er alles aan gelegen om een aan het Kremlin loyale regering in Tsjetsjenië in het zadel te helpen.

"De toekomst van uw kinderen en kleinkinderen, de toekomst van het Tsjetsjeense land zelf heeft u in eigen hand," zo richtte de Russische president Vladimir Poetin zich op 16 maart 2003 in een televisietoespraak tot het Tsjetsjeense volk. De toespraak was bedoeld als een oproep om op 23 maart te gaan stemmen in het referendum voor goedkeuring van de nieuwe Grondwet voor de Tsjetsjeense Republiek. "Ik ben ervan overtuigd dat de Grondwet de basis is voor een politieke oplossing in Tsjetsjenië," zei Poetin in zijn toespraak, die werd gekenmerkt door ongekend vriendelijke en begripsvolle woorden voor het lijden van het Tsjetsjeense volk. Hij veroordeelde de deportaties naar Centraal-Azië van 1944 en de tragedie van 'de laatste jaren die geen enkele familie bespaard is gebleven'. "Maar," zo ging Poetin verder, "nu is het van belang dat de Tsjetsjenen zelf beslissen of zij een vreedzame en voorspoedige toekomst willen, of een voortzetting van de vijandelijkheden".
In de voorgestelde Grondwet voor de Tsjetsjeense Republiek wordt gesteld dat 'Tsjetsjenië een soevereine eenheid is', maar -tegenstrijdig genoeg- ook dat het gebied een 'onvervreemdbaar deel van de Russische Federatie' is. Ook wordt Tsjetsjenië 'economische autonomie' aangeboden, al weet niemand wat men zich daarbij moet voorstellen. Verder belooft Moskou 'financiële compensatie voor die Tsjetsjenen waarvan de huizen werden vernield tijdens de gevechten' en de Tsjetsjeense strijders wordt 'amnestie verleend, met uitzondering van diegenen die zich hebben schuldig gemaakt aan gijzelingen of terroristische activiteiten'. Het zijn allemaal nogal vage formuleringen die heel wat wenkbrauwen deden fronsen.

'terroristisch geweld'
Op 24 maart spreekt Poetin opnieuw op de Russische televisie. Ditmaal uit hij zijn vreugde over de hoge opkomst bij de stemming over het een dag eerder gehouden referendum in Tsjetsjenië: "De uitslag overtrof onze meest optimistische verwachtingen". Met 96% lijkt het dan ook bijna op een uitslag die kenmerkend was voor 'verkiezingen' in de Sovjettijd. In een door de Russische televisiejournaals uitgezonden zitting van het kabinet van ministers in het Kremlin zien we een acterende Poetin die zijn ministers opdracht geeft nu 'haast te maken met het werk rond de wederopbouw van Tsjetsjenië'.
Op 6 juni 2003 neemt de Staatsdoema, het Russische parlement, een viertal besluiten over 'het verlenen van amnestie in verband met het aannemen van de Grondwet van de Tsjetsjeense Republiek', die na de officiële publicatie in de staatskrant 'Rossijskaja Gazeta' en in de 'Parlamentskaja Gazeta' van 7 juni 2003 rechtsgeldig zijn geworden (1).
Na het geldig worden van het amnestiebesluit weten de volkomen achter de regering geschaarde televisiejournaals slechts af en toe wat opnamen uit te zenden van 'zich overgevende Tsjetsjeense rebellen', die 'hun spijt betuigen' over de zinloze strijd tegen Rusland. Het maakt allemaal weinig indruk, want intussen gaat de strijd gewoon door. Met zelfmoordaanslagen krijgt de Tsjetsjeense vrijheidsstrijd zelfs een grimmiger karakter. Er is in Tsjetsjenië nog altijd een Russische bezettingsmacht van 80.000 militairen gestationeerd, die wordt bijgestaan door ruim 10.000 pro-Russische agenten die deel uitmaken van de Tsjetsjeense politiemacht. Maar zowel militairen als politieagenten kunnen het verzet van de Tsjetsjeense strijders niet breken. Met nieuwe aanslagen in Moskou, op zondag 6 juli jongstleden bij het rockfestival 'Krylja' ('Vleugels'), lijkt een oplossing voor het Tsjetsjeense conflict weer verder weg dan ooit. Poetin verklaart op de televisie dat 'geen enkel terroristisch geweld' hem kan afhouden van het voortgaan op de ingeslagen weg voor de Tsjetsjeense Republiek. Hij lijkt zelfverzekerd, maar er staan voor hem ook grote belangen op het spel. Hij heeft laten weten beschikbaar te zijn voor een tweede termijn als president van de Russische Federatie. Bij het aantreden voor zijn eerste termijn beloofde hij een 'snelle oplossing' voor het Tsjetsjeense probleem. Hij was niet de eerste die deze belofte deed, en wellicht ook niet de laatste...

Moskou manipuleert
Na het aannemen van de Tsjetsjeense grondwet en de uitvoering van de amnestiebesluiten zet het Tsjetsjeense volk met de presidentsverkiezingen van 5 oktober, gevolgd door parlementsverkiezingen in december, nieuwe stappen op weg naar een 'normalisering van de situatie in de Tsjetsjeense Republiek', zoals de perschef van Poetin het fijntjes uitdrukte. Voornaamste kanshebber voor de post van president van Tsjetsjenië lijkt Achmed-hadji Kadyrov te zijn, die nu al hoofd is van de Tsjetsjeense marionettenregering die door Moskou tijdens de tweede Tsjetsjeense oorlog in het zadel werd geholpen. Enkelen van zijn voornaamste rivalen hebben zich inmiddels teruggetrokken uit de verkiezingsstrijd. Daartoe behoren Aslanbek Aslachanov, die nu voor de Tsjetsjeense republiek deel uitmaakt van het Russisch parlement in Moskou en Malik Saidoellajev. Saidoellajev noemt zich 'zakenman', heeft voor zichzelf een kasteel, lees: fort met zes meter hoge, dikke muren, laten bouwen waar hij op de binnenplaats een eigen dierentuin met beren en adelaars heeft, en zegt het vertrouwen te genieten van de 'Tsjetsjeense diaspora in Moskou'. Deze 'diaspora' is een eufemisme voor de Tsjetsjeense georganiseerde misdaad in de Russische hoofdstad (2).
Aslachanov trok zich terug na een uitnodiging van Poetin om diens 'adviseur' te worden in Tsjetsjeense kwesties en Saidoellajev werd beschuldigd van 'procedurele onregelmatigheden'. En zo wist het Kremlin twee belangrijke kandidaten op een zijspoor te zetten. Waarmee de kansen voor de marionet Kadyrov alleen maar toenamen. Het is op deze gebeurtenissen dat in Nazran door de mensenrechtenactivisten werd gereageerd met de verklaring: 'Door ons deel te laten nemen (aan deze verkiezingen) wordt ons de toekomst ontnomen'. Duidelijk is dat de keuze voor de al zo lang bevochten Tsjetsjeense onafhankelijkheid niet aan de orde is. 'De wil van het Kremlin om een loyale regering in Tsjetsjenië te benoemen zal alleen maar tot verdere radicalisatie en burgeroorlog leiden,' verklaarde Roeslan Badalov, voorzitter van het Tsjetsjeense Nationaal Reddingscomité tijdens de bijeenkomst in Nazran.

frustratie als perspectief
Hoe meer de Tsjetsjeense presidentsverkiezingen door Moskou worden gemanipuleerd, des te sterker zal het Tsjetsjeense volk, dat deels nog wil geloven in het perspectief dat deze verkiezingen een eind kunnen maken aan de langdurige staat van oorlog, ontreddering, dood en verderf in de republiek, gefrustreerd raken met nog minder vertrouwen in de Russische machtspolitiek, waarmee opnieuw een generatie wordt gecreëerd die niet bereid zal zijn de strijdbijl te begraven voor dat Tsjetsjenië onafhankelijk is.
Een prominente Tsjetsjeen in Moskou, Roeslan Chasboelatov, ooit voorzitter van het Russisch parlement en op 4 oktober 1993, precies tien jaar geleden dus, door Jeltsin's tanks letterlijk uit het parlementsgebouw geschoten, verklaarde voor de Russische televisie hoe Moskou haar eigen kandidaat naar voren schuift: 'De federale autoriteiten kunnen allerlei maatregelen nemen tegen een kandidaat die tegen hun wil wordt gekozen. Zo zou het geld om de pensioenen te betalen een tijd niet kunnen worden overgemaakt, zouden er 'storingen' kunnen ontstaan in de watertoevoer en het electriciteitsnet. Zou deze kandidaat dan nog zo populair blijven onder de bevolking?'
In eerdere scenario's werd al gezegd dat het noorden van Tsjetsjenië, dat onder Russische controle staat, over alle voorzieningen zou kunnen beschikken, terwijl de rest van het land met een cordon sanitaire te maken krijgt. Na een tijd zou er dan een referendum komen waarbij de bevolking 'mag' kiezen: onder Russisch bestuur met alle voorzieningen zoals in het noorden, of een onafhankelijk Tsjetsjenië met nul komma nitsjevo.
De Tsjetsjeense bevolking lijkt derhalve vrijwel gedoemd om Moskou's marionet Kadyrov als president te accepteren in de uitkomst van 'vrije en democratische' verkiezingen op 5 oktober aanstaande, verkiezingen die zullen worden bijgewoond door 150 internationale 'waarnemers'. Die 'waarnemers' zullen, als ze hun werk goed doen en zich niet laten verleiden door vanuit Moskou beschikbaar gestelde wodka en prostituees, op 6 of 7 oktober verklaren dat er 'incidenten waren' tijdens de Tsjetsjeense presidentsverkiezingen. Maar dat zal niet kunnen verhinderen dat de verkiezingen als 'geldig' worden verklaard en dat het Moskou wederom is gelukt een marionet aan het Tsjetsjeense volk op te dringen in een ditmaal wat sluwere strategie dan we uit het verleden gewend waren. Die 'sluwheid' zal ongetwijfeld te maken hebben met Poetin's rijke KGB-verleden.
Kadyrov zal nooit worden geaccepteerd door de Tsjetsjeense strijders. Daarvoor heeft Achmed-hadji zijn eigen volk in de ogen van de strijders voor vrijheid en onafhankelijkheid te goedkoop verkocht en verraden aan het Kremlin. Nieuwe aanslagen zullen het gevolg zijn en de strijd zal opnieuw opleven. Kadyrov heeft intussen een eigen privélegertje opgebouwd, bestaande uit voormalige separatisten die zich gemeld hebben voor amnestie. Dit legertje zou worden geleid door Kadyrov's zoon Ramzan, die al wordt beschuldigd van het mishandelen of zelfs doden van eenieder die een bedreiging vormt voor de autoriteit van zijn vader. Ella Pamfilova, hoofd van de Russische presidentiële mensenrechtencommissie heeft terecht geprotesteerd tegen een voorstel om het legertje van Ramzan Kadyrov op 5 oktober stembureaus te laten beschermen. Maar met de opbouw en activiteiten van dit legertje zijn de grondslagen voor een nieuwe burgeroorlog in Tsjetsjenië alweer ruim voorhanden.

Meer over de achtergronden van het Tsjetsjeense conflict en de rest van de Noord-Kaukasus is te lezen in het zojuist bij de Bredase uitgeverij Papieren Tijger verschenen boek "Kavkaz - bebloede schoonheid aan de Russische zuidgrens".

noten:
(1) Zie voor een Nederlandse vertaling van de amnestiebesluiten de website www.stelling.nl/insudok
(2) Zie hiervoor de publicatie "Brat, een gids door crimineel Rusland", geschreven door Bas van der Plas en uitgekomen bij Uitgeverij Papieren Tijger te Breda in 2001 (www.papierentijger.org)

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 383, 26 september 2003