Skip to main content
  • Archivaris
  • 302

Bommenteam staakt onderzoek

Het zogenoemde Bastionteam van de politie van de regio Midden-Gelderland, datbijna een jaar onderzoek heeft gedaan naar drie bomaanslagen in Arnhem, is op 19augustus formeel ontbonden. Volgens een woordvoerder van de politie zijn er geensporen meer die verder kunnen worden onderzocht. Het onderzoek wordt heropendwanneer zich nieuwe feiten aandienen.

De eerste bomaanslag vond op 17 oktober 1995 plaats voor de deur van de CreditLyonnais Bank in Arnhem. Rond zeven uur 's-morgens ging de bom af maar omdat hetprojektiel waarschijnlijk verkeerd stond afgesteld, schoot de bom de straat overzonder schade aan te richten. Het ding bleek gemaakt van een bij Xenos inNijmegen gekocht koffieblik, gevuld met kunstmest en een ontstekingsmechanisme.Een kookwekker van de Hema fungeerde als tijdmechanisme. Een vergelijkbare bomging in de vroege ochtend van 2 januari 1996 af aan de achterzijde van eenkantoor van Banque Paribas. Deze bom richtte grote schade aan. Op 16 april vandit jaar ontplofte een bom voor de hoofdingang van het BASF-kantoor aan deRijnkade, eveneens in Arnhem. Ook dit explosief richtte veel schade aan. Bijgeen van de drie bomaanslagen raakten mensen gewond.

Het onderzoek, waaraan twintig rechercheurs voortdurend hebben gewerkt, heeftvolgens een woordvoerder van de Arnhemse politie "niet het beoogderesultaat opgeleverd". De politie zocht de daders met name in de gelderseaktiewereld en heeft daartoe ook geïnfiltreerd in de kraakbeweging vanNijmegen. Ook heeft de politie intensief gespeurd op Internet, waar viawereldwijde computerverbindingen bomrecepten en handleidingen voor het plegenvan aanslagen circuleren.

rara wie?
Verschillende groeperingen hebben de bomaanslagen in Arnhem opgeëist,aktiegroep Anti Nucleair Genootschap Stil Tegenoffensief (ANGST) met een inDenemarken geposte brief, gericht aan de Volkskrant. Na de aanslag bij hetBASF-kantoor belde een woordvoerster van de eveneens onbekende groeperingDandelion naar het ANP. Eind april ontving Aktieblad Ravage een claimbrief vanhet Earth Liberation Front (ELF). De redaktie van Ravage maakte middels eenpersbericht de inhoud van dit zeven woorden bevattende briefje bekend. Naareigen zeggen vormde de inhoud van dit Ravage-persbericht de aanleiding voor hetBastion-team om op 3 mei 1996 huiszoeking te verrichten. "Gelet op destrekking van het persbericht bleek een gerede kans aanwezig dat Ravage overmeerdere gegevens beschikte met betrekking tot het Earth Liberation Front",zo meldde minister Sorgdrager op kamervragen van de SP. De huiszoeking bijRavage leverde geen verdere relevante informatie op, aldus rechter-commissarisVegter die de leiding had over het Bastionteam. De gemaakte kopieën van hetin beslag genomen informatiemateriaal werden op 10 juni vernietigd, nadat in eeneerder stadium de originelen aan de Ravage-redaktie waren teruggegeven. Maar eenaantekening is snel gemaakt, zo mogen de abonnees van Ravage, die wonen in deregio Gelderland er gerust van uitgaan dat hun gegevens ergens staan genoteerd.De raadsman van Ravage, Marq Wijngaarden, heeft het Openbaar Ministerie teDenHaag gesommeerd om een schadeclaim te verzilveren wegens de opgelopen schade.Tevens verlangt hij een gerechtelijke uitspraak omtrent de aansprakelijkheid vande Staat der Nederlanden voor het onrechtmatige optreden. Met de huiszoeking ende inbeslagname van redaktiemateriaal en het abonneebestand heeft Justitie eengrove inbreuk gepleegd op het recht van vrije nieuwsgaring. Tevens is hetprivacyrecht van de redaktiemedewerkers en de abonnees in ernstige mategeschonden.
Inmiddels heeft het Hoofd van het stafbureau AlgemeneBeleidszaken, onderdeel van het Openbaar Ministerie, de hoofdofficier vanjustitie te Arnhem om inlichtingen verzocht. De raadsman van Ravage wacht heteen en ander af, alvorens in kort geding een voorschot op de schadeclaim tekunnen eisen.

Minister Sorgdrager staat overigens nog steeds achter de huiszoeking. Dit blijktuit de beantwoording van een tweede reeks kamervragen die door de SP werdeningediend. Volgens Sorgdrager waren "het beschermen van de openbareveiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten de grondenvoor de inbreuk op de rechten van Ravage". Sorgdrager, die twee maanden detijd nam om de ingediende kamervragen te beantwoorden, vindt dat bij de inval "hetbelang van het oplossen van zeer ernstige misdrijven als 'pressing social need'aanwezig was, te weten bomaanslagen, die de samenleving in ernstige mate hebbengeschokt en tot gevoelens van onveiligheid leiden". De minister acht devordering van de officier van justitie tot het doen van huiszoeking dan ook inovereenstemming met de bepalingen van het Europese Verdrag van de rechten van deMens.

(dit hebben we overgetiept uit Ravage nummer 217, 6 september 1996)

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 302, oktober 1996