Skip to main content
  • Archivaris
  • 290

Gekunst in de ruimte

Op vrijdag 29 september vond er in de Bossche Kunstacademie een lezing plaats naar aanleiding van het symposium rond Beth Gali. Mevr. Gali sprak zelf ook een woordje mee, waarna het vertaald werd door een tolk/lolbroek die al gauw de lachers op zijn hand had (veel geklungel met microfoonstandaards etc.).
Onderwerp van het forum was uiteraard kunst in de openbare ruimte naar aanleiding van de ontwerpen van Beth Gali in Den Bosch. (Deze ontwerpen zijn nog tot 13 oktober te bewonderen, in de hal van de Kunstacademie, Sportlaan 56).
Naast Beth waren er Friso Kramer (industrieel ontwerper) Hans van Houwelinge (beeldend kunstenaar) Shabracq (beeldend kunstenaar) en Jan Wijle als vertegenwoordiger van STROOM, Haags Centrum voor Beeldende Kunsten.
We zagen onder andere veel dia's van betrokken panelleden en een uitgebreide introductie van wie ze allemaal zijn. Bij Kramer waren de Aha-Erlebnisse niet van de lucht. Als ontwerper is deze man verantwoordelijk geweest voor schoolbanken, stoelen, straatlantaarns en de groene offciële PTTbrievenbus enz. Gebruiksvoorwerpen waar er miljoenen van geproduceerd zijn, met als enige uitgangspunt functionaliteit. Shabracq en van Houwelinge zijn beeldend kunstenaars en hielden er een hele andere visie op na. Shabracq's lantaarns op het Damrak zijn eerder een vervolg op zijn autonome kunstwerken die zich dan ook moeilijk laat vermengen met het straatbeeld. Al zwetend legde Shabracq tot vervelens toe uit dat zijn lantaarnpalen zeker rekening houden met het historisch straatbeeld maar dat hij tegelijkertijd een dialoog wilde aangaan met de argeloze voorbijganger. Wat zeker gelukt is gezien de heftige reacties op zijn ontwerpen.

Al babbelend ontstond er een lichte discussie over het gebruik van de openbare ruimte en de historische omgeving voor beeldende kunst en/of herinrichting. Al snel werd duidelijk dat hier appels met citroenen werden vergeleken. Iedere architect/kunstenaar krijgt van de opdrachtgever een opdracht mee naar huis die toch al min of meer in zijn straatje past. Omdat opdrachtgevers vaak gemeentes zijn (als het om openbare ruimte gaat) moeten kunstenaars hun autonomie (en vrijheid) inleveren maar liever zeggen ze dan dat het een uitdaging is om met beperkingen te werken. Tijdens de discussie werd nauwelijks gepraat over de opdrachtgevers maar des te meer over hun persoonlijke oplossing voor het geboden probleem (=vette opdracht=naamsbekendheid).
Op zich is bijvoorbeeld Beth Gali integer bezig met haar opdracht en zal ze zeker geen stroobreed in de weg worden gelegd om haar ontwerpen uit te laten voeren. Maar ze weet ook dat haar beperkingen zijn opgelegd die niet te rijmen zijn met haar filosofie. Haar uitleg was, dankzij de vertolker misschien, nogal vaag wat betreft de beperkingen, maar ze vond in ieder geval dat de straten en pleinen moeten leven en bruisen en dat haar architectuur daarin slechts een klein middel is om dat te bereiken. Terwijl de gemeente met het plaveisel omgaat alsof het van goud is gemaakt en iedere skeptische opmerking over bij voorbeeld de kosten van de tegels wegwuift.
Tijdens de discussie was er geen gemeenteraadslid te bekenen, maar wel met de afsluiting. Paul Kagie herhaalde de historische woorden: "We mogen Den Bosch best wel een beetje met Barcelona vergelijken".
Ja hoor Paul, dat mag je best, dan zie je ook dat er in Barcelona achterbuurten ontstaan zijn waar geen hond meer over straat loopt en dat in die buurten de stadsvernieuwing nog wel even op zich laat wachten. Maar goed, de Bossche binnenstad moet een visitekaartje worden, een grote markt achter glas, waar het goed toeven is met gladde tegels onder je zolen. Slenteren langs 3 tshirts voor de prijs van 2, een voordeel vakantie naar de Canarische eilanden, het nieuwste exclusieve mannenparfum, een kleurentelevisie tegen weggeefprijs voor de snelle beslisser.
Vooral geen last hebben van skatende kinderen of muziekpodia op de nieuwe Spaanse orde. In de winter met 15 graden vorst wordt het helemaal gezellig schuifelen (of schaatsen!) in de Bossche binnenstad.

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 290, 13 oktober 1995