Skip to main content
  • Archivaris
  • 290

REAKTIE OP "BOYCOT EEN ANTROPOSOOF" IN KLEINTJE 289

Jullie trappen wel een open deur in, want de Antroposofische beweging is zelf al lang bezig met het herijken van een aantal ideeën, cq. het vertalen van het gedachtengoed naar onze tijd, waarin we weer een eeuw menselijke evolutie achter de rug hebben. In dit geval gaat het om racisme, maar daarnaast ook om andere uiteenlopende gebieden die hier niet relevant zijn.
Zelf geloof ik dat een schisma wel meevalt, omdat onze decennia zich kenmerken door nuanceringen en maatwerk, maar misschien ben ik wel te optimistisch.
Elke beweging of ideologie die al een poosje bestaat heeft groei-verschijnselen, zoniet -stuipen en aangezien het antroposofisch gedachtengoed stamt uit eind vorige begin deze eeuw zijn een paar kanttekeningen wel op z'n plaats.
Want vóór en tijdens dat tijdperk kon je geen boek openslaan of er stonden wel racistische opmerkingen in. In die tijd was je staatsgevaarlijk en ultraprogressief als je beweerde dat negers, indianen en vrouwen "mensen" waren.
Deze eenkennigheid had een nasleep tot na wereldoorlog II. Ik kan me onschuldige kinderboekjes uit de jaren '50 en '60 herinneren, waar arme zwarte kindertjes door blanken gered werden zodat alles toch nog goed kwam; wellicht geïnspireerd door schuldgevoel na eeuwenlange slavenhandel vanuit het Afrikaanse continent. Maar, waarin ook de m/v rollen verstarde stereotypen (=karikaturen) waren, waar ieder weldenkend kind onpasselijk van werd. Kortom, we zitten opgescheept met een kultureel erfgoed dat aan alle kanten rammelt en dat we nog lang niet kwijt zijn. Zelfs in de jaren '90 in een niet nader te noemen links-radikale woonwerkgemeenschap kwamen de bewoners, na intern zelfonderzoek en diskussies er achter dat ze zich per ongeluk-onbewust welk degelijk schuldig maakten aan racisme, ondanks hun oprechte pogingen de maatschappij voor ieder leefbaar te maken. Volgens de redenering uit Kleintje 289 houdt zo'n constatering impliciet in dat dus ook dit links-radikale woonwerkpand wegens racisme onmiddellijk opgeheven dient te worden.
Ik ga nog even verder, bij een niet nader te noemen landelijke linksradikale vredelievende partij weet ik aanwezig: een incestpleger, die evenwel zelfs zitting had in de gemeenteraad en elders bij diezelfde partij een vrouwenhater van de bovenste plank, die als blanke mannelijke patriarch z'n medemensen onderdrukte. Dit is maar een greep, er zijn er vast wel meer: moet ik als vrouw, volgens de redenering uit Kleintje 289, dan maar de hele links-radikale politiek afwijzen?
Nee dus, ik denk liever zelf.
Het is in onze samenleving waarin men alert moet zijn op discriminatie, maar waarin nog forse naweeën sidderen van eeuwenlang westers superioriteitsdenken, wat opgefokt om een ideologische beweging af te kraken alleen omdat ze , net als haar tijdgenoten, slordig en onnadenkend omgingen met interraciale denkbeelden. Een kritische houding t.a.v. dit alles is gewenst en terecht, antroposofen zijn net zo min onaantastbaar als andere mensen, maar daarmee hoef je niet meteen met de botte bijl op een veelzijdig en kwalitatief hoogstaand gedachtengoed in te hakken. Voor je het kind met het badwater weggooit zijn hier nog wat nuanceringen.
De basis van de antroposofische levensbeschouwing is, naast het besef van een hogere allesomvattende werkelijkheid die onze zintuigen overstijgen, gebaseerd op een driegeleding die nogal belangrijk is: denken, voelen en willen. Wanneer deze met elkaar zijn geïntegreerd heb je als mens de juiste basis om je te ontplooien en daarmee een evenwichtiger, groeigerichte bijdrage te leveren aan de wereld om je heen. (Duidelijk mag zijn dat deze groei in de ruimste zin van het woord genomen moet worden; niet slechts in de enge gedachten van het paarse kabinet over economische groei.)
Ondanks het vóórkomen van organisaties die het gedachtengoed kennelijk misbruiken ten gunste van hun eigen economische positie is deze basisgedachte een op zichzelf staand integer en menslievend fundament waar iedereen op kan gedijen. Het streeft naar harmonie tussen jezelf, je medemensen, de natuur, de goddelijke geest (voor atheïsten: het collectief onderbewuste) in een samenspel om er een meerwaarde en groei uit te halen, die alles en iedereen ten goede komt (dus iedereen!, ook kleine koffieboeren).
Om bij racisme te blijven: het anti-racisme bedient zich van deze driegeleding, geïnspireerd door hoogwaardige menselijke motieven en is dus al antroposofisch te noemen. Men zet het denken en willen aktief in omdat men "voelt" dat er iets grondig mis is tussen mensen. Miljoenen blanken voelen eveneens dat er iets niet in de haak is, maar daar denkt men liever niet aan. Of zegt zich machteloos te voelen, wat hetzelfde is als "eigenlijk niet willen". Zo kom je dus niet verder.
Degenen, die zelf de verantwoordelijkheid voor hun leven willen nemen en daarin met anderen delen en streven naar harmonie en hogere waarden leven dus in beginsel al volgens de antroposofische grondgedachte, al doet men dat niet bewust en meer innerlijk dan uiterlijk. Maar "uiterlijkheden" maken de levesnbeschouwing niet en dat geldt in dit geval waarschijnlijk de betreffende koffiehandelaren.

Wie door de paar racistische blunders heenkijkt (die in de vorige eeuw gangbaar gedacht werden en waarin Steiner best bekritiseerd mag worden) en zich verdiept in antroposofische achtergronden, kan tot de conclusie komen dat het om iets heel anders gaat dan zomaar wat rassenkenmerken onderscheiden. Steiner ziet de totale mensheid als deelnemer in een geestelijk ontwikkelingsproces. Daaraan voorafgaand moet de mens zichzelf eerst grondig leren kennen en zijn/haar eigen impulsen leren inzien. Dit kan alleen plaatsvinden als je jezelf leert onderscheiden van anderen; als iedereen net als jij is, leer je niets. Dit onderscheid houdt geen waardeoordeel in, maar eerder een groeikans. Net als bij een muzikale compositie moet je eerst de verschillende instrumenten kunnen herkennen en dan pas kun je die samen laten spelen. De instrumenten blijven echter altijd hetzelfde, maar de mens wordt geacht de totale compositie in zichzelf te kunnen verenigen. De verschillen tussen rassen en volken zijn daarbij waardevolle bouwstenen, maar herin zit tegelijk de angel. Tegenstanders kunnen dit uitleggen als onrechtvaardig onderscheid "omdat alle mensen immers gelijkwaardig zijn". Ook Steiner zelf is hier een paar keer uitgegleden door bedenkelijke uitspraken te doen die in feite zijn levensbeschouwing ondermijnen, maar tegelijk in bovengenoemde historische context moeten worden gezien. Rudolf Steiner onderkent niettemin het gevaar en zegt in zijn boek "De Volkszielen" op blz. 208 onder andere: "Alleen wanneer we het beste van onszelf als mens in dienst stellen van de algemene mensheid dan handelen we in overeenstemming met deze bedoelingen. En wanneer we geheel in onszelf leven, maar niet voor onszelf maar voor alle mensen, dan is dat waarlijk geesteswetenschappelijke (= spirituele E.) tolerantie. Dat zijn de woorden die ik nog aan ons hachelijke onderwerp moet toevoegen. Door de geesteswetenschap -dat zullen we steeds meer gaan inzien- zal er een einde komen aan alle versplintering en verdeeldheid onder de mensen. Daarom is het ook nu de juiste tijd om de volkszielen te leren kennen, omdat de geesteswetenschap er is en ons ertoe brengt om de volkszielen niet in oppositie tegenover elkaar te stellen, maar hen op te roepen tot samenwerking en harmonie."
Dit lijkt dus in de verste verten niet op racisme pf een economische koffiemaffia die zuidamerikaanse boeren uitknijpt. Aan het eind van de 20e eeuw kun je stellen dat Steiner heeft ingezien dat al die volkeren elkaar zouden gaan doordringen en elkaar confronteren zoals nu gebeurt. Daar kunnen we alleen iets mee als we weten wie die ander is. Niet alleen om discriminatie te voorkomen, maar ook om onszelf op te voeden tot totalere mensen. Want zoalng er misverstanden, onbegrip en konflikten heersen zal die geestelijke groei (waar het Steiner allemaal om gaat) ook niet erg lukken.
Vorig jaar stond er in de Volkskrant iets over een schoolschriftje waarin een antroposofische onderwijzer wel erg ongelukkig had laten opschrijven dat negers dikke lippen en een rotmisch gevoel hebben. Ook de antroposofische vereniging vond dit wat schraal en stelde dat het de eigen verantwoordelijkheid van de betreffende onderwijzer was. Niettemin maakten velen zich zorgen of begonnen zelfs te schuimbekken. We zijn in onze ijver om racisme te voorkomen behoorlijk doorgeschoten en weigeren in te zien dat er verschillende soorten mensen zijn. Het constateren dat iemand anders dan jij is, is geen discriminatie. Discriminatie is: iemand daarop beoordelen en vervolgens uitsluiten van algemene rechten of voorzieningen met daarnaast nog de wat verwarrende positieve discriminatie die soms ronduit beledigend kan zijn.
Kortom, rassenverschillen vormen een waar mijnenveld, terwijl het voor alle betrokkenen een rijk en bloeiend ontwikkelingspunt kan/moet zijn.

Hoewel ik lang niet alle boeken van Steiner ken (meer dan 60 titels) heb ik vertrouwen in het antroposodische gedachtengoed, al ben ik geen dweper en bekijk ik kritisch naar wat er op de vrije school van m'n kind gebeurt, zoals zoveel ouders.
En dat moet ook zo zijn, zoals bij elke ideologie. Tegenstanders slepen echter gretig argumenten of bewijzen aan, om aan te tonen dat er allemaal niets van klopt. Het is jammer dat er niet wordt uitgegaan van een neutraler en ontvankelijker standpunt en het grootste deel van de antroposofische benadering daarbij buiten schot blijft. Voor sommige mensen is het misschien een hinderpaal dat Steiner veelvuldig spreekt over geestelijke krachten, engelen en onzichtbare natuurwezens. Als je je vooral richt op de wereld van de feiten, rationaliteit en zichtbare werkelijkheden is dat niet vreemd. Toch is het de moeite waard om al je bedenkingen even terzijde te schuiven en je te verdiepen in de geestelijke kant van je bestaan. Wie er iets meer over wil weten kan b.v. lezen: "Hoe verkrijgt men bewustzijn op hogere gebieden." Het is niet eenvoudig te lezen voor mensen die niet gewend zijn aan dit soort boeken en ook aan het taalgebruik moet je wennen, maar voor wie dat wil kan het de moeite waard zijn om iets meer te ontdekken over de denkbeelden van Steiner.
Voor wie dat niet wil en liever de zichtbare werkelijkheid als uitgangspunt neemt, kan ik evenwel wat feiten vermelden: Op de Vrije School in den Bosch zitten leerlingen van verschillende nationaliteiten en rassne, veelal afkomstig van AZC's. Er wordt, vrijwillig, ongelooflijk veel tijd energie en liefde gestoken in de acclimatisatie van de kinderen en hun ouders en het leren van de taal. Er wordt niet gediscrimineerd en de kinderen worden beschouwd als volwaardige deelnemers aan het onderwijs met hun rechten en plichten. Mijn kind dat op diezelfde school zit is een menslievend, tolerant en miljeuvriendelijk wezen, dat anderen in hun waarde laat en zich boos maakt over alle soorten van discriminatie. De sporadische keren dat hij iets over "die Turken" hoort, komen meestal via niet-antroposofische "grappenmakers" waar ons land vol mee zit en waar hij me over aanspreekt omdat hij voelt dat er iets niet klopt. Ik neem dus in alle rust aan dat de antroposofische school hem geen kwaad heeft gedaan. Daarmee in tegenstelling ken ik ook kinderen die niet op antroposofische scholen zitten en zich toch racistisch uitlaten op een manier waar je het koud van krijgt.

Met dit verhaal wil ik aantonen dat je als mens blijvend kritisch en alrt moet zijn, maar dat een soort heksenjacht op de totale antroposofie misschien toch een tikje overdreven is. Dogmatische zelfverrijkers en economische uitbuiters vind je in alle geledingen van de maatschappij, onder allerlei dekmantels. Ze zijn een onjuist en oneigenlijk argument om in te zetten tegen welke ideologie dan ook; ze zeggen alleen iets over die uitbuiters zelf.
Ik hoop dat het Kleintje in het verdere speurwerk naar ongerechtigheden deze nuance meeneemt.

Erna

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 290, 13 oktober 1995