Over Haagse bedriegers
en de strijd om de waarheid van een journalist
Voorlichter anno 1996
"Jouw gedonder in Den Haag is eenvoudig te verklaren", aldusHans van Benthem, functionaris van de Rijksvoorlichtingsdienst in oktober1996 tijdens het staatsbezoek van koningin Beatrix aan Zuid-Afrika. "Jijhebt veertig jaar geleden minister Luns genaaid over Indonesie, Sukarnoen Nieuw-Guinea. Daarop heeft Buitenlandse Zaken je de oorlog verklaarden daar pluk je nu de zure vruchten van." "Ik deed in 1956 normaalmijn journalistieke werk", antwoordde ik op het terras van de HolidayInn te Pretoria. Ik ging naar Jakarta, keek rond en luisterde. Ik sprakmet Sukarno. Ik wilde in Nederland doorgeven wat ik te weten was gekomen.Het hele gewicht van het Haagse overheidsapparaat werd in werking gesteldom dit te voorkomen. Luns zond de bvd naar mijn kranten met de waarschuwingdat ik staatsgevaarlijk was. Ik werd onmiddellijk als landverrader gebrandmerkt.Ik werd ontslagen en week in 1958 naar de vs uit. De Luns-terreur vervolgdeme ook in Amerika, zoals honderden tot voor kort geheim gebleven stukkenuitwijzen.
Veertig jaar later weet ook een voorlichter van de overheid niet beter,dan dat ik de bonje met de Nederlandse Staat aan mezelf te danken zou hebben.Ons gesprek in Pretoria zou aldus een vervolg kunnen hebben gekregen. VanBenthem: "Maar je bent in Amerika politiek tegen Nederland gaan bedrijven."
Ik: "Neen mijnheer. Ik zag naoorlogse hoge heren als Schermerhorn,Beel, Romme, Drees en Luns als oorlogsmisdadigers. Zij deden op Madurodamseschaal in Zuidoost-Azië wat John Kennedy, Lyndon Johnson, RichardNixon en Henry Kissinger grootschalig hebben gedaan in Laos, Cambodja enVietnam. Er werden miljoenen Aziaten over de kling gejaagd, omdat men inWashington en Den Haag grotendeels onbekend was met nieuwe realiteitenin dit gebied. Mij werd met harde hand verboden te berichten dat de werkelijkheidanders was. Dit convenieerde de miskleuners en bedriegers aan het Binnenhofimmers niet. Uiteindelijk kreeg ik ook nog gelijk, waarvoor ik door Lunsvoor het leven tot persona non grata ben verklaard. Daar gaat mijn gedondermet Den Haag over."
Van Benthem: "Maar je bent naar het Witte Huis gegaan waar je de positieinzake de Nederlandse soevereiniteit over Nieuw-Guinea hebt ondermijnd."
Ik: "Dat klopt. Het was in 1961 een zaak van oorlog of vrede. Iemandmoest Luns tegenhouden of er zou een derde oorlog met Sukarno zijn ontbrand.Ook het toenmalige Soestdijk, de Koningin en prins Bernhard, deelde dezemening. Gewapend met deze informatie ben ik naar de veiligheidsadviseurvan JFK, Walt Rostow gegaan. Ik legde mijn advies schriftelijk vast, omvoordat Luns op 16 april 1961 op het Witte Huis zou zijn, eerst prins Bernhardte raadplegen. Dat is gewoon gebeurd. Momenteel wordt er de nodige stennisgemaakt dat Beatrix een overspelige ambassadeur zou hebben laten vervangen.Koningin Juliana tapte uit een heel ander vaatje. Zij stemde ermee in datprins Bernhard de Amerikaanse president haar mening overbracht, namelijkdat de oorlogspolitiek van Luns en de zijnen zo snel mogelijk de nek ommoest worden gedraaid. President Kennedy heeft vervolgens de heer Lunsonomstotelijk te kennen gegeven, dat hij uit Biak diende op te lazeren,wat op 15 augustus is gebeurd."
Van Benthem: "Dan hebben jullie Luns toch een onvergeeflijke hak gezet?Geen wonder dat hij jou deze veertigjarige oorlog verklaarde."
Ik: "Jij bent een typisch Haagse overheidsambtenaar. Jullie denkenen handelen alsof het koninkrijk van jullie is, of van Luns, of dat buitenlandsepolitiek bedrijven om het persoonlijke prestige van een bewindsman zougaan. Jullie worden er door de burger mee belast en ervoor betaald om debelangen van het koninkrijk te dienen. Een van die belangen is te voorkomendat er aan het andere einde van de wereld een oorlog zou komen met alsinzet de koppensnellers van Papoea-land. Luns en het ambtenarenapparaathadden zich ten derden male in de nesten gewerkt met Indonesië. Julianaen Bernhard grepen in." Van Benthem: "Nu betrek je het toenmaligestaatshoofd bij een ondermijnende actie op het Witte Huis jegens de regeringspolitiekvan destijds."
Ik: "Wat dacht je, dat toen prins Bernhard in het geheim naar Washingtonreisde om Luns voor te zijn, Hare Majesteit van èn deze missie ènhet doel niet op de hoogte was? Ik weet pertinent zeker dat Juliana enBernhard ten aanzien van Indonesië en Sukarno de heer Luns voor geschiftverklaarden en Nieuw-Guinea terecht geen oorlog met Sukarno waard achtten.Ik heb de deur voor die missie van Bernhard opengezet. Bernhard heeft dezeuitgevoerd, dus indien je correct was ingelicht zou je hebben gezegd, datBernhard en ik samen Luns een oor hebben aangenaaid. Dat is waar. Je zouechter ook kunnen zeggen dat we samen met president Kennedy een nieuwebloedige botsing in Zuidoost-Azië hebben weten te voorkomen. Denkeens in wat dit het land zou hebben gekost. Er zijn toch nog een kleinehonderd Nederlandse militairen vergeefs op Nieuw-Guinea gesneuveld. Watdenk je dat een reisje van het vliegdekschip Karel Doorman naar Biak kostte?"
Van Benthem: "Maar dan was jij in 1961 in de vs toch niet als journalistmaar als diplomaat bezig?"
Ik: "Inderdaad. Maar alleen nadat Luns al in 1957 de Nederlandse persvia de inlichtingendiensten en de meest kwalijke roddels voor mij had dichtgetimmerd."
Van Benthem: "Geen wonder dat hij niet van jullie interventie wasgediend en jullie de oorlog verklaarde." Ik: "Misschien heeftLuns inderdaad nooit begrepen dat JFK samen met Juliana en Bernhard (enmij) hem feitelijk hebben gered. Prins Bernhard maakte bovendien in 1961in Washington van de gelegenheid gebruik in het diepste geheim presidentSukarno te ontmoeten. Ik heb dit eerder wel eens geschreven, wat vooralsnogonopgemerkt bleef. Op 19 september laatstleden heeft Bob Tapiheru, de rechterhandvan de toenmalige Indonesische ambassadeur in de vs (dr. Zairin Zain),als getuige in mijn proces tegen de Staat deze supergeheime ontmoetingbevestigd. Jullie bij de rvd hebben natuurlijk meteen bekendgemaakt datZ.K.H. zich niet kon herinneren ooit met Sukarno te hebben gesproken. Deprins heeft zich wel meer niet kunnen herinneren, zoals het aannemen vansmeergelden door Lockheed of het feit dat hij ooit iets met de nsdap innazi-Duitsland had te maken. Waarom lijdt men, zelfs als men onder edestaat, toch steeds weer aan geheugenverlies tot in de hoogste kringen?Trouwens, prins Bernhard heeft president Sukarno in Wenen een tweede maalgesproken. Ook die sporen zijn tot dusverre zorgvuldig uitgewist."
Bedrieger Hans van den Broek
Na Tapiheru getuigde op 19 September l.l. eurocommissaris Hans vanden Broek in de Haagse rechtszaal. In de tien jaar dat hij minister washeb ik de nodige botsingen met hem gehad. In 1981 werd mij opnieuw doorBuitenlandse Zaken verhinderd, dat ik in India voor de gpd een reportageover een bezoek van prins Claus kon maken. Ik begon met steun van de nvjeen procedure tegen de Staat. Door druk van de overheid op mijn vakorganisatieen wankelmoedigheid van de die dagen pas aangetreden algemeen secretarisHans Verploeg, die de financiële steun van de nvj introk, werd deprocesgang vroegtijdig afgebroken. De juristen die me op dit moment bijstaanachten het onbegrijpelijk dat de procedure door toedoen van de nvj in 1982werd stopgezet. Ook mr. H.M. Voetelink van het kantoor Nauta van Haersholtewilde doorzetten, maar de nvj haakte af.
Ik werd hierdoor zelfs veroordeeld duizenden guldens proceskosten aan hetministerie van Buitenlandse Zaken terug te betalen. Dus na door het apparaatvan de regering Ð tegen al mijn rechten als journalist in Ð opnieuwte zijn gesaboteerd, en privé tienduizend gulden met de reis naarIndia te hebben verloren, moest ik Den Haag op de koop toe schade betalen.Dat heb ik verdomd. Op 19 september 1996 kwam dit in de rechtszaal tersprake. Alleen een roomse hypocriet van het kaliber-Van den Broek is instaat vijftien jaar later onder ede te verklaren dat hij aanvankelijk eropstond dat ik de proceskosten zou terugbetalen want het ging hier om geldendie de belastingbetaler toebehoren2.
Wat heeft de oorlog van Luns tegen mij de afgelopen veertig jaar aan belastinggeldgekost? Hans van Mierlo liet onlangs Elsevier officieel meedelen dat deStaat de afgelopen vijf jaar 600 duizend gulden aan belastinggeld had uitgegevenom mij tegen te houden. Over veertig jaar zou dit dus 4,8 miljoen zijngeweest. Afgezien van het feit dat er over de hoogte van die zes ton wordtgelogen vraagt niemand zich af hoe ik er als gevolg van veertig jaar overheidsterreurfinancieel aan toe ben, met momenteel een armenuitkering van 1.238 guldenper maand. In 1991 was de bodem van het door mij van mijn ouders geërfdevermogen bereikt. Mijn huis in Amsterdam was verkocht. Ik richtte me totde voorzitster van de Raad van State, koningin Beatrix, om hulp. Hoe zouik via de Wet Openbaarheid van Bestuur de dossiers kunnen bemachtigen diehet onrechtmatig handelen van de Staat zouden kunnen bewijzen? Inderdaadontving ik enkele honderden voorheen geheime stukken. Ik schreef vanuitZuid-Afrika naar Van den Broek, of er een schaderegeling kon worden getroffen.Hij antwoordde, wetende dat ik de bewijzen van het tegendeel in bezit had,dat men nooit onrechtmatig jegens mij had gehandeld. Ik moest maar procederen.Op 19 september l.l. met zijn eigen brief geconfronteerd verklaarde Vanden Broek voor de rechter-commissaris het stuk voor het eerst van zijnleven te zien. Het was door T.P. Hofstee namens Van den Broek getekend,dus verscheen ook Hofstee die dag voor de rechter. Deze mijnheer verklaardehet stuk, dat tot het huidige proces zou leiden, slechts voor de ministerte hebben getekend op uitdrukkelijk advies van mr. P.G.L. van Velzen, deambtenaar op Buitenlandse Zaken die bepaalt welke stukken ik uit mijn dossierte zien krijg.
Dit incident leidde voor het eerst in de 5 jaar dat ik nu tegen de Staatprocedeer tot de conclusie dat ik een proces voer tegen éénambtenaar van Buitenlandse Zaken, die categorisch in strijd met de wethandelt. Aanvankelijk liet hij mij zes jaar geleden een aantal stukkengeven Ð het topje van de ijsberg Ð waaruit het bedrieglijke enmisdadige optreden van de overheid ampel bleek. Van Velzen verkeerde namelijkin de veronderstelling dat de documenten uit de jaren vijftig en zestigverjaard waren. De rechter-commissaris kende ze echter rechtsgeldigheidtoe vanwege het voor de Staat compromitterende karakter ervan. Onmiddellijkschreef ik het boekje Vogelvrij (Uitgeverij Jan Mets) en drukte er enkeletientallen stukken in af. Prompt kon de wob-ambtenaar van Kooijmans envan Van Mierlo niets meer van enig belang in de dossiers vinden. Het absurdevan deze wet is dat de Staat bepaalt welke stukken je van je eigen dossiersmag inzien. De juristen van de Staat zorgen er dus voor dat je vooral geendocument in bezit krijgt waardoor ze zouden kunnen komen te hangen. DeWet Openbaarheid van Bestuur is, zoals door Den Haag toegepast, een onthutsendpaskwil.
Gesjeesd: dus naar Brussel
Op 15 december 1992 vertrok Hans van den Broek op stel en sprong naarBrussel. Waarom? Als donderslag bij heldere hemel2, aldus Rob Meines innrc Handelsblad, die er als politiek redacteur in Den Haag ook geen touwaan vast kon knopen. Dat komt omdat de Haagse horde journalisten, wat deAmerikanen junk journalism (rommeljournalistiek) noemen bedrijven.
De heibel over het vertrek van ambassadeur Eduard Roëll uit Pretorialigt nog vers in het geheugen. Er werd van binnenuit het ministerie vanBuitenlandse Zaken, door een controverse tussen Van Mierlo en diens secretaris-generaalVan den Berg, naar nrc Handelsblad gelekt. Onder Hans van den Broek ensecretaris-generaal Bot ging dit anders. Waarom lazerde de minister in1992 op stel en sprong naar Brussel op? Was de verdwijning van deze ministerÐ wat nog iets anders is dan overplaatsing van een ambassadeur Ðeveneens de uitkomst van directe bemoeienissen van Beatrix? Dat bleef wèlgeheim.
De Koningin had een spoeddecreet moeten tekenen om de door Den Haag gesponsordeterrorist Klaas de Jonge, die zijn Nederlanderschap had verloren door invreemde overheidsdienst te treden, weer tot haar onderdaan te bombarderen.Hiermee kon een proces in Pretoria voorkomen worden, waarbij zou zijn aangetoonddat De Jonge vier Nederlandse paspoorten had om door Moskou geleverde kleefmijnenen ander wapentuig Zuid-Afrika binnen te brengen, teneinde blanke boerenop te blazen. Een koninklijke handtekening voor een wapensmokkelaar? Waaromwerden vervolgens miljoenen gespendeerd om Klaas de Jonge moederziel alleenin een afgedankt ambassadegebouw in Pretoria voor de Zuidafrikaanse Justitieafgeschermd te houden? De Majesteit was door Van den Broek misbruikt omeen internationaal incident rond een Nederlandse regering betrokken bijterreuracties in Zuid-Afrika, tijdig te voorkomen.
De Koninklijke Marechaussee zond twee dienders als bewaking van De Jongenaar Pretoria, die spoedig constateerden dat wat op de Nederlandse ambassadegebeurde onder ambassadeur Hugo Carsten en diens tweede man Hendrik BaronBentinck van Schoonheten, niet door de beugel kon. De Koninklijke Marechausseestelde hierover een voor Buitenlandse Zaken in hoge mate bezwarend rapportop. Op 19 september l.l. heeft mijn advocate Ellen Pasman de oud-bewindsmanover deze affaire vragen gesteld. Van den Broek herinnerde zich geen gesprekvan een uur te hebben gehad met een van de bewakers van Klaas de Jonge,de marechaussee Harry de Jong. Ook herinnerde Van den Broek zich elf jaarlater niet meer dat er een rapport van de Koninklijke Marechaussee overde gang van zaken was geweest. "Het is mogelijk dat ik het onder ogenheb gehad", wilde hij slechts kwijt. Jos Slats, toen bij de Volkskrant,heeft het rapport formeel bij Buitenlandse Zaken opgevraagd, maar stuittenet als ik op mr. P.G.L. van Velzen, de beroepsvervalser en verdonkeremanervan het ministerie, die weigerde dit document ter inzage te geven. Geenwonder dat de Nationale Ombudsman, mr. M. Oosting, in dit verband, bijzoveel overheids-geheugenverlies en bedrog met een geheel onwaar rapportover de affaire is gekomen. Dat document Ð vooral de landsadvocaatheeft er een handje van er in de procedure mee te zwaaien, waarmee hijzich alleen nog maar belachelijker maakt Ð raakt kant noch wal.
In 1992 hoepelde Van den Broek om niet verder uitgezochte redenen Ðnoch door het parlement, noch door de vermaledijde media Ð op naarBrussel, zoals wel meer overbodig geworden heren in de hoofdstad van Europaworden gedumpt (Luns, Van Eekelen, Andriessen, Mansholt, bijna Lubbers,etcetera.) Is Brussel onverhoopt vol, dan verhuizen deze types naar deRaad van State en worden daar bijgezet tot de laatste ademzucht.
De afgelopen tien jaar zijn er twee Nederlanders uitgewezen uit Zuid-Afrika:Klaas de Jonge, die voor Moskou en het anc werkte, en ik. Beiden tijdenshet regime-Lubbers-Van den Broek. Voor De Jonge had de Staat miljoenenover om hem uit handen van de Zuidafrikaanse Justitie te houden. Over mijnuitzetting in 1992 stelden de Kamerleden Jurgens, Stoffelen (beiden PvdA)en Wolffensperger (d66) vragen aan Van den Broek. Op 28 september 1992antwoordde premier Lubbers, namens de minister, niet te weten om welkeredenen ik uit Zuid-Afrika was gezet. Is hij er na verloop van tijd achtergekomen? In 1994 nam Lubbers mij mee terug naar Pretoria, samen met Koken Kooijmans. Wat had hij ontdekt omtrent die uitzetting? In 1996 reisdeik in de persgroep met koningin Beatrix terug naar Pretoria. Lubbers enBeatrix namen niet Klaas de Jonge mee, maar mij. Om dit verder uit te diepenzal Lubbers naar de rechtszaal teruggevraagd worden, en desnoods ook Vanden Broek, om achter de feiten en de waarheid te komen. Tot dusverre zigzagdeLubbers, onder ede, tussen mij helpen en pogingen zijn oude kameraden inde politiek en op de ministeries niet te veel af te vallen. Van den Broekgedroeg zich Ð onder ede Ð als een ordinaire bedrieger. Het ministeriezou mij onder zijn leiding nooit een strobreed in de weg hebben gelegd.Daarom was er volgens Van den Broek geen enkele reden voor een proces vanmij tegen Buitenlandse Zaken. Van den Broek noemde mijn gevecht een 'non-affaire'."Als de naam van Oltmans op het ministerie ter sprake kwam",aldus zijn leugenachtige verklaring, "was de reactie daarop meestalvan ach en wee en schouderophalen." Hij zal gaan betreuren zo grofin de rechtszaal gelogen te hebben. Rechter Punt vat samen
Op 15 oktober 1996 ben ik het gestuntel van rechter-commissaris B.C.Punt eindelijk beu geworden. Ik riep hem in de rechtszaal toe, dat hijsinds vijf jaar bezig was continu getuigenverklaringen te vervalsen. "Datneemt u terug!" riep hij me toe. Waar ik dus niet over piekerde. Strafrechtelijkhad ik vervalsen niet mogen gebruiken, omdat dit opzet zou suggereren welkeik noch kan bewijzen noch direct vermoed.
Het mag bij de Belgische Justitie een rotzooitje zijn, maar breek me debek niet open over de gang van zaken bij de Haagse arrondissementsrechtbank.Miereneukers die we zijn is anno 1996 de aanschaf van geluidsapparatuurblijkbaar nog altijd te duur voor de vaderlandse Justitie. Het gevolg is,dat rechter-commissaris Punt, die kennelijk zelfs van stenografie nog nooitheeft gehoord, van de meest vitale getuigenissen aantekeningen maakt opde achterkant van afgedankte documentenbakkaarten. Alle nuance van dikwijlskleurrijke verklaringen gaat bij deze archaïsche methode van rechtsprekencompleet verloren. De heer Punt vat dan na afloop het gesproken woord samenen dicteert aan een griffier, die deze bij elkaar geflanste rijstebrij-bergvan hoe het ongeveer was, in een computer tikt. Ook al vraagt Punt herhaaldelijkaan de getuige of hij woorden juist weergeeft, en ook al proberen mijnadvocaten als bokken op een haverkist bepaalde puntjes op de i te zetten,het uiteindelijke resultaat van deze verhoormethode is, dat nog geen honderdstevan wat werkelijk werd gezegd in de dossiers komt om mee te worden gewogen.Bijvoorbeeld: oud-minister Kooijmans getuigde een lijvig dossier van mijte hebben bestudeerd. "Hoe lijvig?" riepen mijn advocaten, wantmr. P.G.L. van Velzen kan niets meer vinden. "Het was een vrij hogestapel geweest", aldus Kooijmans. A. Docters van Leeuwen dito. Nategen het Kamerlid Piet Stoffelen te hebben gezegd dat er geen dossiersover mij bij de BVD waren verklaarde hij onder ede, dat het behoorlijkhoog was. Haagse journalisten bedrijven junk journalism zoals Haagse rechtersjunk justice bedrijven. Niets van deze saillante details is in de verslagenvan de rechter-commissaris terug te vinden zoals zij in de rechtszaal werdenuitgesproken. Niemand in het koninkrijk schijnt zich over deze deplorabelegang van zaken in de moderne vaderlandse rechtspraak te bekommeren.
Mijnenveld in Jakarta
Veertig jaar is het regeringsapparaat aantoonbaar ingezet voor hetbuiten gevecht stellen van één journalist.
Overheidsgedrag wordt tot een misdaad wanneer beweegredenen en motievenin strijd met de rechtsorde zijn. Ik was niet te manipuleren en dus eengevaar. Ik had het volste recht in 1956 een andere mening over het dekolonisatieprocesin Indonesië te hebben dan Luns. Afgezien van het feit dat ik bovendiennog gelijk kreeg. Hetzelfde gedonder herhaalde zich 40 jaar later in Jakarta.Ruimschoots voor vertrek van de koninklijke stoet naar de grote Oost adviseerdeik om de Majesteit geen visite te laten afleggen bij Suharto, na Pol Potde grootste massamoordenaar uit de geschiedenis van Zuidoost-Azië.Maar net als Drees en Luns in de jaren vijftig, dachten Kok en Van Mierlohet in de jaren negentig beter te weten. Een brochure waarin bovenstaandadvies werd bepleit, werd door premier Kok tijdens een persconferentiedoor de zaal gesmeten. Hij verordonneerde dan ook, teneinde een wit voetjete halen bij de fascistische dictator, dat ik thuis diende te blijven.Hij wilde met mijn aanwezigheid in de majesteitelijke delegatie de corruptemisdadiger die Indonesië terroriseert vooral niet voor het hoofd stoten.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr303, november 1996