Stop de oorlog in Turkije, nu!
Nadat de Nederlandse regering in april het Koerdisch parlement in ballingschap gelegenheid gaf haar oprichtingsvergadering in Den Haag te houden, werden de Turks-Nederlandse verhoudingen op zijn kop gezet. Turkije sprak schande van de Koerdische vergadering en liet regeringsgezinde Turken een demonstratie tegen de Koerden en de Nederlandse regering houden.
Nederland, dat een maand voordien nog een kritische houding tegen Turkije had ingenomen naar aanleiding van de Turkse invasie in Noord-Irak, krabbelde geleidelijk aan terug.
Begin oktober is minister Dijkstal van binnen-, en klaarblijkelijk buitenlandse zaken met een zware delegatie in Ankara geweest om alle plooien glad te trekken. De Turkse en Nederlandse geheime diensten gaan nog nauwer samenwerken, en het lijkt onwaarschijnlijk dat de elf visa die in april aan Koerden ter bijwoning van de parlementsziting werden uitgereikt opnieuw zullen worden gegeven, als zich de gelegenheid zou voordoen.
De Turkish Daily News van 10 oktober meldde dat het Nederlandse bedrijfsleven zware druk op de Nederlandse regering zou hebben gezet om de betrekkingen te normaliseren op zoveel mogelijk Turkse voorwaarden. Tenslotte is het Nederlandse bedrijfsleven Europees topinvesteerder in Turkije. Bovendien zou de Nederlandse defensie industrie staan te popelen om deel te nemen aan nieuwe orders. Fokker wordt door de Turkse krant met name genoemd en ook maakt men melding van een grote werf, De Schelde waarschijnlijk, die zes fregatten zou willen bouwen voor Turkije. In hoeverre deze laatste berichten serieus te nemen zijn, valt sterk te betwijfelen. De internationale concurrentie is moordend. Vast staat dat het Nederlandse bedrijfsleven weer graag normaal zaken wil kunnen doen met Turkije.
Tot grote opluchting van het Hengelose Holland Signaal Apparaten (HSA) besloot Duitsland op 20 september het in april ingestelde embargo op de bouw van twee nieuwe fregatten op te heffen. Het embargo had daarbij zijn symbolische betekenis gehad, want de oorspronkelijke aanvangsdatum van de bouw op de Hamburgse werf was niet voor de herfst van dit jaar. Feitelijk niets aan de hand dus, alleen wat machtsspelletjes tussen Duitsland en Turkije en HSA kan met een gerust hart beginnen met de levering van de vuurgeleidings- en communicatie-apparatuur. Spullen zonder welke geen enkel schip kan varen noch schieten. De rol van HSA is dus cruciaal en daarom vraagt deze leverantie en alle andere gretig gewenste wapenleveranties om actie en protest.
Wapenboycot
De campagne `Stop de oorlog in Turkije' zal daarom streven naar een nieuw embargo op de bewapening van Turkije. Het Turkse leger is de laatste veertig jaar in belangrijke mate door Westeuropese landen van wapens voorzien. Turkije is de laatste tien jaar enorm door het Westen geholpen bij de opbouw van een eigen wapenindustrie. Een boycot van wapens naar Turkije is een concrete maatregel om druk uit te oefenen op het Turkse leger en de Turkse regering. In diverse landen in West-Europa wordt reeds gepleit voor een wapenboycot van Turkije. De organisaties van het European Network Against Arms Trade (ENAAT) zijn hier actief bij betrokken. Gezamenlijk optreden is geboden om een zo effectief mogelijke wapenboycot van Turkije door de landen van West-Europa tot stand te brengen. Om een politieke oplossing van het conflict naderbij te brengen, bepleit "Stop de oorlog in Turkije" de instelling van een wapenboycot van Turkije door de Europese Unie in samenhang met de eis aan de Turkse regering onderhandelingen te openen.
De campagne wil een bijdrage leveren aan de beƫindiging van de oorlog in Turks-Koerdistan en de vreedzame oplossing van het Turks-Koerdisch conflict. Daartoe zal niet alleen gestreefd worden naar een wapenboycot, maar zullen ook vredesinitiatieven in Turkije en in West-Europa gesteund worden, waaronder geweldloos verzet tegen de oorlog.
Waarom nu?
In Turks-Koerdistan woedt al sinds 1984 een oorlog. Het Turkse leger is er in gevecht met de guerrilla-troepen van de PKK, de Arbeiderspartij van Koerdistan. Turkije ziet het conflict als een strijd tegen terroristen, de PKK ziet haar strijd als een bevrijdingsstrijd van het Koerdische volk, dat door de Turkse staat geen enkel recht wordt gegund. In het zuidoosten van Turkije leven (leefden) ongeveer 15 miljoen mensen van Koerdische origine.
Sinds de zomer van 1993 is de guerrilla-oorlog verhevigd. In Turks-Koerdistan heerst permanent de noodtoestand. Het leger heeft er enorme bevoegdheden en controle door het Turkse parlement is vrijwel onmogelijk. De rechten van de Koerdische bevolking worden dagelijks met voeten getreden. Er is een allesoverheersende polarisatie ontstaan: wie niet voor de Turkse overheid is, is PKK-terrorist.
Turkije is in de jaren negentig in een economische en politieke crisis geraakt, die tot grote veranderingen kan leiden. De oorlog tegen de Koerden brengt het probleem van de mensenrechten en democratie sterker dan ooit naar voren. De invloed van het leger op het staatsbestel betekent dat van een waarlijke democratie en van eerbiediging van de mensenrechten geen sprake kan zijn. Telkens weer worden mensen gevangen gezet omdat zij zich uitspreken voor erkenning van de rechten van Koerden op een eigen identiteit. Elke openbare discussie over het Koerdisch probleem worden door de regering en het leger in de kiem gesmoord. De autoriteiten zien erkenning van een Koerdische identiteit als het begin van de ontmanteling van de Turkse eenheidsstaat. Daar kunnen ze gelijk in hebben, maar een democratisch alternatief wordt niet geboden.
Protestbeweging
Want een nieuwe hoopvolle ontwikkeling is het ontstaan van een protestbeweging tegen de oorlog. Eigenlijk zijn er verschillende groepen die een andere visie zijn gaan ontwikkelen dan de Turkse overheid. Deze mensen wijzen het geweld van de Turkse overheid en van de PKK af. Onder kunstenaars en intellectuelen is al langer de visie dat er een andere oplossing dan oorlog gevonden moet worden, maar belangrijke vertegenwoordigers uiten zich nu hier publiekelijk over. Ten tweede is er een kleine dienstweigerbeweging onstaan en ontduiken steeds meer mannen de dienstplicht. In mei 1994 verklaarde de Turkse minister van defensie dat 250.000 jonge mannen de dienst hadden ontdoken. Hoewel er verschillende motieven voor deze massale ontduiking zijn, is ze een duidelijk signaal dat de oorlog grote weerstand oproept. De dienstweigerbewegingen bestaan uit kleine groepen jongeren in steden als Istanboel en Izmir. Zij zijn openlijke antimilitaristen en worden herhaaldelijk voor het gerecht gedaagd. Hun verenigingen zijn verboden. Ten derde spreken nu ook ondernemers en liberalen zich uit voor een andere weg. De oprichters van een liberale partij horen hiertoe en onlangs heeft de Turkse Kamer van Koophandel een rapport over de Koerdische kwestie uitgebracht dat de militaire oplossing als een doodlopende weg ziet. Ze pleit voor economische ontwikkeling van Turks-Kurdistan.
"Stop de oorlog in Turkije" vindt het daarom nu van belang hun activiteiten - inzichtelijk maken van de westerse invloed in het Turkse leger, het steunen van geweldloze vredesinitiatieven in Turkije en het verspreiden van informatie over de oorlog - te bundelen in een gezamenlijk projekt. Hierdoor kan in Nederland ook een platform ontstaan voor de 'derde weg' in het Turks-Koerdisch conflict, die eenzelfde ontwikkeling in Turkije kan ondersteunen. Als anti-militaristische en solidariteitsorganisaties leggen wij vanzelfsprekend grote nadruk op de rol van het Turkse leger in het konflikt en op de wapenhandel van westerse landen met Turkije.
Dienstweigeren
De campagne zal zich richten op dienstweigeraars in Turkije en West-Europa. Het Turkse leger kent een dienstplicht voor alle mannelijke onderdanen waar ook ter wereld. Het is voor Turken buiten Turkije mogelijk deze dienstplicht tegen een forse afkoopsom van DM 10.000 te bekorten tot een maand werkelijke dienst in Turkije. Voor vele in West-Europa levende mannen is de dienstplicht een groot probleem. Erkenning van het recht op dienstweigeren zou een stap in de goede richting zijn.
Onder Westeuropese dienstweigeraars zal een steuncampagne voor de organisatie van dienstweigeraars in Turkije worden georganiseerd. Dit houdt onder meer in dat bij processen tegen Turkse dienstweigeraars waarnemers uit andere landen zullen worden gezonden. Hiervoor zal het netwerk rond de International Conscientious Objectors Meeting (ICOM) worden gebruikt. De campagne zal Turkse en Koerdische dienstweigeraars in West-Europa proberen samen te brengen. Op deze wijze kan verzet tegen de oorlog en diskussie erover gestimuleerd worden.
Streven naar een politieke oplossing
Wij staan een democratisch Turkije voor waarin minderheidsgroepen recht hebben op expressie van hun eigen identiteit. Of oplossing van de Koerdische kwestie tot een afsplitsing van een Koerdische provincie leidt, kunnen wij niet zeggen. Eenmaal in een onderhandelingsproces zijn er vele mogelijkheden de rechten van de Koerden te garanderen. `Stop de oorlog in Turkije' is van mening dat de Koerdische volk zelf moet kunnen beslissen over de (soort) staat waarin het wil leven.
Voor ons staat voorop dat een terugdringing van de macht van het leger en het scheppen van een democratisch Turkije hiervoor de voorwaarden zijn. Onderhandelingen betekenen in de eerste plaats dat de Europese Unie Koerdische vertegenwoordigers erkent, bijvoorbeeld uit het Koerdisch parlement. Dat is een doelstelling die ons voor Westeuropese organisaties, solidariteitsverenigingen haalbaar lijkt en waaraan de campagne haar bijdrage kan leveren. Van de Europese Unie zal gevraagd worden Turkije via een wapenboycot onder druk te zetten om onderhandelingen te beginnen, de oorlogshandelingen te stoppen en maatregelen te nemen die de vrijheid van meningsuiting en -organisatie van Koerden en anderen bevorderen.
Henk Laloli en Guido van Leemput,
De campagne "Stop de oorlog in Turkije" is een initiatief van de Vereniging Dienstweigeraars (VD), het Antimilitaristisch Onderzoekskollektief (AMOK) en de stichting Azad