De kapitalistiese apokalyps
De krisis van het kapitalisme die sinds het begin van de jaren zeventig strukturele vormen heeft aangenomen, is in het midden van de jaren negentig in een allesomvattende fase gekomen. Niet alleen heeft er een wereldomvattende herstrukturering van het produktieproces plaatsgevonden, maar in het kielzog van de doodstrijd van het kapitalisme dreigt de gehele wereld meegesleept te worden in de apokalyptiese afgrond. Een dergelijke ontwikkeling heeft zich sinds het ontstaan van het kapitalisme niet eerder voorgedaan. De marxistiese opvatting dat het kapitalisme haar eigen tegenkrachten kreëert uit het proletariaat lijkt te worden bevestigd in de zin dat niet het proletariaat, maar het kapitalisme zelf haar eigen ondergang omvat. Zoals veel kapitalistiese produkten een ingebouwde slijtagefaktor bevatten om het produktieproces gaande te houden, zo lijkt ook het kapitalisme zelf door haar eigen produktieproces ontwikkeld. De slijtage leidt uiteindelijk tot een volgende bijdrage aan de afvalberg die het kapitaal op wereldschaal heeft gekreëerd. Behalve de talloze afvalbergen die als bakens van de apokalyps wereldwijd hun onmiskenbare signalen afgeven, veroorzaakt de doodstrijd van het kapitalisme onnoemelijk menselijk leed. Enorme vluchtbewegingen kenmerken het hedendaagse wereldbeeld, in de centra van het kapitalisme zijn de uitgestotenen talloos, het aantal oorlogen is op de vingers van twee handen niet te tellen, de atmosfeer, het water en de aarde zijn vergiftigd, onbekende ziekten teisteren de mensheid, het dagelijks leven stelt ons aan steeds groter gevaren bloot.
konjunktuur
Een wereld die op instorten staat, en op een aantal plekken reeds ingestort is, is een onomkeerbaar proces. Vruchteloos lijken dan ook de pogingen van de enkeling die nog waarschuwt voor de naderende apokalyps. En die enkeling die zijn of haar medemensen wil aanspreken en aansporen tot een laatste poging het tij te keren, kijkt over de schouder en ziet...niemand. Ziedaar het beeld van de vermeende linkse beweging in het westen. In een tijd van kapitalistiese hoogkonjunktuur was het tamelijk simpel om strijd te voeren; er was immers niets te verliezen, doch slechts te winnen. Maar in een tijd dat het er werkelijk op aan komt zijn de antwoorden van links ver te zoeken. In tijden van kapitalistiese hoogkonjunktuur zijn emancipatoire eisen redelijk simpel te verwezenlijken en is de overwinningsroes buitenproportioneel. Maar op de momenten, zoals in het huidige tijdsgewricht, dat sociaalekonomiese strijd centraal zou moeten staan wordt het voeren van strijd ingewikkelder en verschuilt men zich liever achter het dogma 'de krisis van links'. Verdeeldheid naast kleinburgerlijke keuzen, geen of nauwelijks proletarisch bewustzijn, onwil om een werkelijke politieke strijd te voeren, geen geloof in eigen kunnen of macht, vrijblijvendheid en opportunisme van de middenklasse die slechts met het hoofd de linkse beginselen zegt aan te hangen, hobbyisme en dilettantisme kenmerken de hedendaagse 'linkse' beweging, die in haar geschakeerdheid soms meer weg heeft van het midden- en kleinbedrijf. Met de stijging van het opleidingspeil in het westen lijkt er een daling ingezet van de bereidheid een werkelijke politieke strijd te voeren; de enige mogelijkheid, en wellicht de allerlaatste, om het tij van de kapitalistiese apokalyps nog te keren. Liever dan deze strijd aan te gaan kiest men voor het veilig stellen van de eigen positie door te pogen ook deel uit te maken van de kapitalistiese infrastruktuur. Wanneer dat niet lukt binnen de ekonomiese kringen, dan bestaat altijd nog de uitlaatklep van het individualisme: als mens dien je je van de andere mens te onderscheiden, één der belangrijke lessen die het kapitalisme ons geleerd heeft en tevens een voornaam repressiemiddel van datzelfde systeem. Talloos zijn dan ook de mogelijkheden zich over te geven aan individuele zelfbevlekking, of het nou middels een door een sekte gepropageerde therapie of door de chemie ontwikkelde tabletten is.
wonderdokters
De krisis van links volgt in gelijke mate de krisis van het kapitalisme. Kapitalistiese hoogkonjunktuur betekent linkse hoogkonjunktuur, kapitalistiese krisis komt neer op linkse krisis. In tijden van linkse krisis worden dan de wonderdokters geraadpleegd die allen hun eigen antwoorden formuleren en daarmee weer blaadjes, bladen en boeken vol kunnen schrijven. Het liefst voorzien zij hun namen van de nodige titels om voldoende gewicht in de schaal te kunnen leggen en de kans te lopen over genoeg autoriteit te beschikken. Want het is blijkbaar vooral het hoofd dat een antwoord dient te geven op de krisis van het kapitalisme en blijkbaar zijn er tastbare bewijzen nodig dat een wonderdokter ook werkelijk in staat is de wonderen op papier te beschrijven. Maar, met een variant op Marx kunnen we nog steeds stellen dat het er niet om gaat een wereld van oplossingen te beschrijven, maar dat het erop aankomt de wereld te veranderen, dat wil zeggen te ontdoen van de hoofdvijand van de wereld: het kapitalisme.
En dan zijn we weer terug bij links, de hoofdvijand van het kapitalisme. Nog altijd is links niet in staat een effektief tegenwicht te bieden, zelfs niet in staat een tegenwicht in geringe mate te bieden. Wat we zien zijn steeds vruchteloze pogingen op verschillende nivo's tot een oplossing te komen. Deze pogingen spelen zich veelal naast elkaar af, doorgaans zonder onderling verband. Ook hier speelt het individualisme links parten, of het nou Konfrontatie, Derde Kamer, Links Forum, Socialistiese Arbeiderspartij, Groen Links of autonome beweging heet, nergens is men in staat tot een effektieve bundeling van krachten te komen. Liever kiest men voor een vruchteloos en krachteloos aan het individualisme grenzend sektarisme, gespeend van ieder besef van de noodzaak van werkelijke strijd, noch van enig benul van de rand van de afgrond die gevaarlijk dichtbij komt.
van de straat
Inmiddels dreigt het blad Konfrontatie zo tegen het einde van 1994 definitief in de afgrond te verdwijnen, waarmee dan een eind komt aan een van de vele projekten die links de laatste twintig jaar van de straat heeft gehouden. Vraag is of het verdwijnen van dit blad als een groot verlies moet worden gezien. Wellicht niet, aangezien het ook niet de oplossing van die missing link is geworden tussen politieke theorie en praktijk die in het huidige stadium allernoodzakelijkst is. Het heeft ontbroken aan het omzetten van mooie woorden (met alle spellingskontroles vandien) in een nog mooiere praktijk. Bestond aanvankelijk nog het idee dat middels lezerskonferenties uiteindelijk de weg zou worden vrijgemaakt voor het opruimen van de talloze tussen linkse splinters en individuen opgeworpen barrikaden en misschien, heel misschien aan de horizon het rode ochtendgloren van een nieuwe politieke organisatie haar eerste stralen over het desolate linkse landschap zou werpen, resulteerde het blad uiteindelijk slechts in het boeiende, doch vruchteloze, gezelschapsspel 'blaadje maken'. Waarmee links weer een illusie rijker en een blad armer is geworden. Van de groepen waarop Konfrontatie zich richtte, en waarvan men het idee had dat op meer plekken het besef was doorgedrongen dat het tijd werd de onderling opgetrokken ijzeren gordijnen open te schuiven, bleken velen zich juist prettig te voelen in de bedompte sfeer van de eigen huiskamer met gesloten gordijnen. Het eigen kacheltje snorde vrolijk verder en wat er intussen buiten op straat gebeurde leek een andere realiteit. Dus konden maatregelen worden ingevoerd als een verhevigde repressie van uitkeringsgerechtigden, opdrijving van de bedragen die moeten worden neergeteld om slechts een dak boven het hoofd te hebben, studeren tot een zaak van en voor de elite te maken, wilde saneringen binnen bedrijven met een grote uitstoot van arbeidskrachten, allochtonen, vluchtelingen, andersogenden en -denkenden tot mikpunt van de maatschappelijke onvrede maken, de deur open zetten voor die rechtse krachten die via het nationale bewustzijn de machthebbers in het zadel houden.
Het is de vraag of het ooit zal lukken tot die politieke organisatievorm te komen die noodzakelijk is om tot werkelijke maatschappelijke veranderingen te komen en wellicht het tij van de kapitalistiese apokalyps nog kan keren. Slechts door een welbegrepen eigenbelang en de, volgens zeggen, in iedere mens aanwezige drang tot overleven zal men wellicht tot het inzicht komen dat de laatste jaren van deze eeuw kruciaal zullen worden voor het bestaan op aarde.
mobilisatie
Een maatschappelijke omwenteling is slechts mogelijk en histories noodzakelijk als hij verduidelijkt wordt door de wereldomvattende doelstellingen van de daadwerkelijke en radikale bevrijding van de overgrote meerderheid van de mensheid. Anderzijds vereist het zeer veel werk, onderzoek, daadkracht en wilskracht, in tegenstelling tot de huidige vrijblijvendheid, hobbyisme en eigen huiskamer-met-gesloten-(ijzeren)-gordijnen-denken. Individuele keuzes dienen ondergeschikt gemaakt aan kollektieve keuzes, iets dat de nodige weerstanden zal oproepen, maar uiteindelijk kan men slechts ten dienste van maatschappelijke veranderingen bezig zijn wanneer men ten volle doordrongen is van de ernst van de huidige problematiek. Het gaat dus om de schepping van een nieuw type politieke organisatie, die in staat is kollektief te denken en te handelen, en die werkelijk wortelt in het maatschappelijk geheel. "In staat zijn" wil zeggen dat hij een waardevol middel vormt, een katalysator is van ideeën en akties, een organisatie die mobiliseert voor de politieke en revolutionaire strijd.
Wanneer wij nu om ons heenkijken zien we dat het aan organisaties niet ontbreekt. Zo zijn er politieke organisaties, organisaties die zich richten op een deelterrein, ad hoc-organisaties. Al deze organisaties hebben hun eigen doelstellingen, hun eigen strategie, hun eigen blad, hun eigen achterban. Maar wat ontbreekt is de onderlinge samenhang, de gemeenschappelijkheid van uitgangspunten, strijd en strategie. Veel organisaties richten zich allang niet meer op de fundamentele maatschappelijke veranderingen, maar stellen zich tevreden met het afvijlen van de scherpe kantjes van het kapitalisme.
Groen Links is daar zo'n voorbeeld van. Meer en meer verzeild geraakt in de parlementaire mallemolen is het een meedenkorganisatie geworden die het maatschappelijk verzet in toom tracht te houden. Krachteloos zijn de pogingen om binnen parlement, provinciale staten of gemeenteraad oppositie te voeren, laat staan dat deze oppositie leidt tot werkelijke veranderingen. Noch uit het partijprogramma van Groen Links, noch uit het daadwerkelijke optreden van deze partij blijkt de wil aanwezig een fundamentele strijd te voeren voor de noodzakelijke maatschappijveranderingen. Als politieke organisatie voor de maatschappelijke onderklasse is deze partij dan ook onbruikbaar, eerder zelfs een blokkade. Nergens uit het optreden van Groen Links blijkt de bereidheid de straat op te gaan, aan de basis een politieke strijd te voeren of over zodanig inzicht te beschikken dat daarop de politieke strategie wordt afgestemd. Groen Links is een middenklassepartij, die zich tevreden stelt met het huidige maatschappelijk stelsel, omdat zij daarin redelijk komfortabel haar triviale rol kan spelen.
Maar ook ad hoc-organisaties, zoals het huidige studentenverzet, zullen in hun isolement nooit de katalysator voor maatschappijverandering worden. Het mag dan prachtig zijn hoeveel verzet er momenteel georganiseerd kan worden tegen de bezuinigingsplannen van onderwijsminister Ritzen; wanneer dat verzet niet struktureel wordt doorgezet en uitgebreid naar andere terreinen stort het straks ook in. Wellicht dat Ritzen de studenten met een kluitje in het riet zal sturen door de soep minder heet te laten eten dan zij wordt opgediend, waarna het gros van de huidige aktievoerdersters weer snel de draad van studie en karrièreplanning oppikt om uiteindelijk te kiezen voor het al dan niet gespreide bedje van het huidige systeem. Zolang dat bedje gespreid kan blijven tenminste...
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 279, 18 november 1994