Skip to main content
  • Archivaris
  • 297

De vaart der volkeren in Breda

Niet alleen in DenBosch dreigen enorme (financiële) rampen wegens megalomaan gedrag der regenten. Overal om ons heen stormen begrippen als "city-management" en "de stad als product" op ons af. In het Kleintje deze keer een overzicht uit Breda...

Zoals meestal met prestige projecten is er ook met de ontwikkeling van de nieuwe schouwburg in Breda het nodige fout gegaan. De politiek verkeek zich danig op de omvang van een dergelijk project. Tijdens de ontwerpfase werden er al definitieve afspraken gemaakt die veel fouten en verkeerde afspraken tot gevolg hadden. De financiën hebben de hele tijd als een zwaard van Damocles boven het schouwburgproject gehangen. Hieronder wordt dit proces in drie fasen beschreven: de plannen voor verbouw van de bestaande schouwburg Concordia; de bouw van een nieuwe schouwburg & de evaluatiefase na voltooiing van de schouwburg.

geklungel met Concordia
In 1980 beginnen de schouwburgdiscussies in Breda met het plan tot renovatie van de toneeltoren van het oude Concordia. De kosten worden geschat op 8 miljoen. De toren wordt gerenoveerd.
In 1987 komt een stuurgroep met het beleidsplan "Cultuurcontouren". Eén van de punten van dit kunstbeleidsplan is de verbouw van de grote zaal tot een ruimte met 1200 zitplaatsen. De architect Van Schijndel wordt aangetrokken. Bij de eerste ramingen gaat het echter al mis. Architect meldt abusievelijk een volume van 900 kubieke meters maar rekent wel met het correcte volume van 9000 kubieke meters. Dit leidt tot twee verschillende ramingen, 24 miljoen op basis van vierkante meters, en 12 miljoen op basis van kubieke meters. Wat doe je in zo een geval? Heel simpel je neemt het gemiddelde, hierdoor worden de verbouwkosten geschat op 18 miljoen. De overig punten die in het beleidsplan worden vermeld hebben onvoldoende draagvlak hetgeen leidt tot het aftreden van de eerste wethouder in deze afvalrace, Hofstee. Zijn opvolger Adank zal heel wat voortvarender te werk gaan. In augustus 1989 wordt door B&W in principe gekozen voor de verbouw volgens 'model twee' uit het plan. Terwijl het definitieve ontwerp nog door de architect gemaakt moet worden, zijn de stichtingskosten al tot 30,9 miljoen en de bouwkosten tot 17,6 miljoen gulden gegroeid. De gemeenteraad vindt deze enorme toename ontoelaatbaar en wil het plan afblazen, maar wordt middels besloten vergaderingen en zoethouders over fondswervingen en sponsors gelijmd. Meetfouten in het gebouw en het gebruik van het prijspeil uit 1986 worden als hoofdschuldige van deze budgetoverschrijding aangewezen. Ondertussen zitten buurtbewoners niet stil en komen er steeds meer signalen dat dit enorme complex in een woonbuurt niet gewenst is. Zoals het een goed bestuur betaamt negeert men dergelijke signalen natuurlijk.

groter, meer, groots, mis
De plannen worden steeds bijgesteld en grootser. Een gedeelte van de monumentale voorgevel zou inmiddels volgens de plannen moeten worden gesloopt. De monumentenadviesraad adviseert dan ook om het gebouw af te voeren van de monumentenlijst (zouden zij zich niet juist voor het behoud van dergelijke monumenten moeten inzetten?). Ondertussen komt de gemeente met behulp van de directeur van de schouwburg, Reg ten Zijthoff, met een horeca-mixmodel. Nu komt voor het eerst Van den Ende om de hoek kijken. Deze vindt dat de schouwburg een aanzienlijke meerwaarde heeft ten opzicht van andere gebouwen in de omgeving. En tekent al gauw een "intentie-verklaring" van 5 jaar voor het beheer van de geplande horeca in de schouwburgplannen. Het verbouwplan wordt voorlopig voor 5 maanden uitgesteld en de begrote investeringen zijn alweer opgelopen tot 41 miljoen gulden. Het plan kent inmiddels ook wat andere haken en ogen: de geraamde bezoekersaantallen zijn te hoog, het opvullen van een gat van 2 miljoen middels sponsorgelden lukt niet zo erg goed, de parkeerproblematiek is onoplosbaar en de protesten vanuit de buurt nemen toe. Het definitief ontwerp is nog steeds niet vastgesteld en door de zoveelste volumevergroting in het plan, veroorzaakt door de architect en de immer stuwende ambitieuze directeur, komen de geraamde kosten weer een miljoen hoger uit. Je begrijpt het al, dit is natuurlijk onaanvaardbaar voor de gemeenteraad. Door de steeds meer onzekere houding van de betrokken wethouders en het constant wijzigen van de plannen, neemt de oppositie tegen de schouwburg toe. Hierdoor ontstaan bij de raad, pers en bevolking steeds grotere twijfels omtrent onder andere de AROB-bezwaren die bij de bouwaanvraag zijn te verwachten, de hinderwetvergunning, het afvoeren van de monumentenlijst en de brandweereisen. Groen Links pleit dan ook voor een kleinere schouwburg die meer op de leest van het huidige Breda is geschoeid. (Terwijl er natuurlijk voor een toekomstig Breda wordt gebouwd in de ogen van de plannenmakers). In mei 1991, komt de architect Van Schijndel eindelijk met het definitieve ontwerp. Mede daarom besluit de raad om de 41 miljoen als "taakstellend" te beschouwen. Op dat moment vraagt toenmalig burgemeester Nijpels zich eindelijk af of de architect wel capabel genoeg is, want er is niet genoeg rekening gehouden met de verkeersproblematiek, de hinderwetvergunning, monumentenwet enz... (Onderschat bij deze opflakkering van luciditeit van de burgemeester niet zijn persoonlijke relaties naar projectontwikkelingsmaatschappij Proper Stok - die de invulling van het Chasséterrein uiteindelijk voor hun rekening zouden gaan nemen - en zijn voorzitterschap van zijn architectuurklupje!). Ten slotte komt het College van B&W, na vier jaar plannenmakerij dan ook tot de conclusie dat gezien de hiervoor genoemde problemen realisatie van de verbouw van het Concordia binnen deze tijdsplanning en begroting onmogelijk en dus onaanvaardbaar is. De architect krijgt de zwarte piet en de relatie wordt bevroren. De totale architectenkosten zijn tot dan opgelopen tot 0,9 miljoen gulden ondanks de vele waarschuwingen uit de bevolking, enkele politici en in Dagblad De Stem. Maar gelukkig presenteert een week later, WALS (werkgroep alternatieve lokaties schouwburg, gevoel voor humor hebben ze wel in Breda), al een nieuwe lokatie-mogelijkheid voor een nieuwe schouwburg. Hierdoor begint ondanks de vele gemaakte kosten, het proces weer van voren af aan.

opnieuw dan maar...
Zou men lering trekken uit dit debâcle? Het zijn geen ezels! En stoten zich dus wel vele malen aan dezelfde steen. We slaan maar even de reeds in het begin gemaakte fouten over en beginnen, om het nog wat begrijpelijk te houden, met het vertrek van wethouder nummer twee: de heer Adank houdt de eer aan zichzelf en vertrekt en Römkens (financiën) neemt het over. In december 1991 komt er een college-voorstel waarin de stichtingskosten op 57,8 miljoen worden gesteld. De raad neemt dit voorstel aan en besluit om tussen het nieuwe stadskantoor en de kloosterkazerne een schouwburg te laten bouwen. Hiervoor wordt de vermaarde architect Hertzberger voorgedragen en aangenomen. Mede vanwege het feit dat Hertzberger ook de nieuwe bibliotheek heeft ontworpen en "de lijntjes dus kort liggen". In tegenstelling tot het vorige ontwerpproces wordt nu regelmatig advies gevraagd aan verschillende externe adviesbureaus. Een bureau komt al spoedig - alweer - tot de conclusie dat met te hoge schattingen van bezoekersaantallen wordt gewerkt. Het volgende onderzoeksbureau weerlegt dit vervolgens, en een derde bureau constateert dat er een vacuüm is in het "management" van de toekomstige schouwburg, in marketing en in bedrijfseconomisch opzicht. Ondanks deze interessante onderzoeken gaan we gewoon op de gevolgde weg verder. Als klap op de vuurpijl, maakt adviesbureau Berenschot in juli 1992, een risicoanalyse. Deze komt uit op een begrotingstekort van 1,1 miljoen. Dit is alweer 0,4 miljoen hoger dan in december 1991. Wethouder Römkens vindt dat doorgaan op basis van deze cijfers niet kan. Procedureel wordt het project tijdelijk stil gelegd, maar de projectmanager heeft ernstige twijfels over de juistheid van de uitslag van het begrotingstekort. Door wijzigingen in het voorlopige bouwplan aan te brengen wordt het tekort verkleind. Wethouder Römkens ziet de bui al hangen en neemt op eigen verzoek afscheid. Derde wethouder exit. Als nieuwe wethouder doemt Van Fessem op. Deze is tevens voorzitter van de stuurgroep waar verder nog wethouder De Bruijn en wethouder Van Dongen in zitten, alsmede Ten Zijthoff (directeur schouwburg), dus dat komt wel goed. De gemeentesecretaris Ouwerkerk vindt een dergelijke organisatiestructuur niet bij zo'n groot project passen. Maar er is haast bij de plannen dus krijgt het voorlopige bouwplan de status van definitief ontwerp. De inmiddels ontstane protestgroepen tegen zulk een geldopslorpende plannen in een tijd, in een stad waar de verpaupering ook toeslaat en de woonlasten en gemeentebelastingen voortdurend stijgen, dit in tegenstelling tot de inkomens van de bevolking, proberen in samenwerking met Groen Links om het bouwproces te stoppen door hulp in te roepen van de minister. Deze verstomt de kritiek door de gemeente in het gelijk te stellen. Een daaropvolgende bezetting van de raadzaal levert de protestgroepen alleen maar negatieve reacties en criminaliserende publiciteit op. Zo verschijnt als grote kop in dagblad De Stem de uitspraak van een VVD-raadslid dat deze actie "fascistisch" is. De bevolking krijgt frustratie na frustratie over zich heen en keert zich massaal af van de huidige politici. De uit de actiegroepen ontstane plaatselijke politiek partij "De Parel van het Zuiden" wint dan ook bij de verkiezingen enige tijd later 4 zetels. (De CentrumDemokraten 3!). Het uitlekken in de pers van een vertrouwelijk stuk over een dreigend nog groter tekort versterkt dit wantrouwen. Een goede afloop lijkt niet in het verschiet. Het lek wordt trouwens nooit gevonden.

allure, landelijk, internationaal!
In februari wordt op onduidelijke wijze dit tekort van 3,5 miljoen gulden weggewerkt. De inspraakprocedure blinkt niet uit in duidelijkheid en er worden verschillende "fouten" gemaakt. Maar ondanks dit alles wordt op 7 mei 1993 de bouwvergunning voor 1092 stoelen vrijgegeven. Directeur Ten Zijthoff vindt dit te weinig en weet alsnog de geplande 1200 stoelen erdoor te drukken. Want de schouwburg van Breda moet landelijk allure krijgen en zal veel exclusieve langlopende theaterprojecten aantrekken. Zoals Van de Ende al had meegedeeld. In gedachten is men al in de loge bij Cyrano, of ligt men al onder tafel bij André van Duyn, of bevredigt zich bij Joep van 't Hek. Maar enige hardheid hebben al deze natte dromen niet. Ondertussen is er de zoveelste vertrouwenscrisis tussen de verschillende stuurgroepen, nu omtrent het akoestisch aspect. Het verwerven van de grond van Domeinen gaat bovendien 1,6 miljoen meer kosten als ingeschat.
Het ontwerp van de schouwburg heeft echter de zo afgesmeekte allure. Het moet van boven af doen denken aan een liggende naakte vrouw, het golvende dak zal een markante plaats innemen in de architectuur en anders wel bij de skaters.

wat is het toch moeilijk allemaal
Albouw BBM wordt de aannemingsmaatschappij die de schouwburg gaat bouwen. Ze starten op 21 juni, dan is er echter nog steeds geen definitief ontwerp vastgesteld. Na een week wordt er al een bouwachterstand van 2 weken geconstateerd (knap hé). Vanaf nu beginnen de fouten zich weer op te stapelen. We sommen er een paar op: het aanliggend gebouw blijkt 1,15 meter hoger te zijn dan in eerste instantie was berekend. Bepaalde tekeningen zijn niet af of incompleet. De aanleg van installaties geven daardoor problemen, de brandweer komt ook moeilijk doen; voor de keuken is geen geld gereserveerd, de trap wordt duurder, het dak moet van goedkoper materiaal worden gemaakt, enz.. De aannemer geeft gedurende het gehele bouwproces aan dat de geplande openingsdatum niet zal worden gehaald. Deze en vele andere ongunstige berichten worden genegeerd. Of er wordt door middel van verschuivingen van budgetten de nodige verliesposten "weggewerkt". Een onverwachte uitgave van 1 miljoen wordt gewoon over de verkiezing heen getild, zodat dit geen politieke gevolgen zal hebben (ssssth!).
De externe projectmanager krijgt de zwarte piet toegespeeld; er wordt een assistent aangesteld. De aannemer meldt netjes op tijd de vertragingen, de gemeente probeert het vertrouwen in architect Hertzberger op te zeggen. Maar deze heeft zich contractueel te goed ingedekt. We gaan hier maar niet in op de PPP-constructie die men had willen afsluiten met Van der Valk, Endemol en nog meer figuren, dit met betrekking tot de horeca en het nog te verbouwen Kloosterhotel naast de schouwburg. Hierover heeft het Kleintje trouwens al geschreven in nummer 292 (15 december 1995). Het is nu al zo ingewikkeld en we worden er eigenlijk hopeloos van. Het schuiven van budgetten gaat rustig voort, de 1,5% kunstregeling wordt geschrapt (besparing 400.000). De jaarlijkse ten laste van de gemeente komende exploitatietekorten worden op 6,4 miljoen vastgesteld. De gelden die door sponsors worden binnengebracht lijken tegen te vallen, maar zullen uiteindelijk ongeveer 7 miljoen gaan bedragen.

de wonderbaarlijke terugkeer van gesnelde koppen
Ondertussen geeft de wethouder tegenover de pers een verklaring dat alles volgens wens verloopt en de planning zal worden gehaald. Groen Links geeft aan dat de gemeentesecretaris (Ouwerkerk) en de directeur ROEZ (Van der Zee) de falende cultuurwethouder de weg wijzen. Dit is onacceptabel in een democratisch bestel. Nijpels probeert via de pers de dreigende scheuring in het College te lijmen. Groen Links weigert mee te werken aan het verder afdekken van de tekorten en eist het aftreden van wethouder Van Fessem. Het lukt Groen Links niet om een meerderheid te krijgen en hun eigen wethouder Frans Maas wordt gedwongen te vertrekken (nummer 5). Hiermee komt er een vroegtijdig einde aan de nog geen vijf maanden bestaande centrum-linkse coalitie. De cultuurwethouder mag nog blijven zitten en het tekort van 6,4 miljoen wordt geaccepteerd. Helaas voor hem zou 't niet lang duren want 2 maanden later, stapt Van Fessem op (nummer 6). Nu vanwege het geven van valse voorlichting omtrent de schouwburg. Even later valt het hele college over de schouwburg (7, 8, 9, 10, 11, ik raak de tel kwijt). Want vele wethouders zijn indirect betrokken bij het geven van misleidende informatie en het onderling vertrouwen is dusdanig dat er van samenwerking, ondanks de vele lijmpogingen geen sprake meer kan zijn.
Er worden voorlopig twee wethouders op de schouwburg gezet en deze durven de knoop door te hakken en delen mee dat de oplevering met drie maanden wordt vertraagd. Elke maand overschrijding brengt ongeveer 1,4 miljoen meer aan onkosten met zich mee. De organisatie-opzet wordt aangepast, het tekort neemt natuurlijk toe. De architect is het niet eens met steeds maar doorgevoerde wijzigingen en bezuinigingen en stelt dat het zijn plan niet meer is (is er eigenlijk al een definitief ontwerp meneer de architect?). De rol van de architect wordt verkleind, de aannemer bouwt lekker door en B&W gaat de raad informeren over de opgelopen vertragingen. De uitgestelde opening van 1 maart wordt ook niet gehaald en verzet naar 1 juli 1995. Men verwacht ongeveer 1 miljoen aan schadeclaims (met betrekking tot al gemaakte afspraken) te ontvangen. De gemeentesecretaris geeft de volgende drie redenen op voor de opgetreden vertraging: (1) de architect heeft zich onvoldoende gehouden aan werkafspraken; (2) de projectmanager is onvoldoende daadkrachtig geweest; (3) de bestuurlijk ambtelijke werkgroep functioneerde ondoorzichtig.
Gelukkig treft hemzelf en de Gemeente Breda geen enkele blaam. Dus neemt de gemeente de stadsadvocaat (Van Ravels) bij de hand en probeert de schadeclaims bij de architect te leggen. Deze weet dit juridisch echter prima te omzeilen. Vanaf dit moment worden de media in democratisch Nederland door het inlassen van een infostop definitief buitenspel gezet, zodat het bouwproces niet meer zal worden verstoord. Ook wordt er een speciale persbegeleidingsgroep opgezet die de bestuurders over alle mogelijke onderwerpen instrueert en informeert met betrekking tot perscontacten. Ondertussen blijven de grote jongens als Van der Valk en Endemol als aasgieren om het gebouw cirkelen en proberen ze contracten af te sluiten voor de horeca, exploitatie van de schouwburg of het nog te bouwen kloosterhotel annex nieuwe congrescentrum, natuurlijk op hun condities. In december 1994 treedt een nieuw college aan met warempel dezelfde poppetjes op dezelfde plaatsen. Alleen wordt wethouder Van Os definitief als wethouder voor de schouwburg aangesteld. In januari 1995 blijkt de nieuwe planning alweer met 5 weken achter te lopen, maar de opening in juli blijft haalbaar. Er onstaat nog een hele heisa omtrent de keukens. Als oplossing wordt de functie van de keuken ingekrompen. Dit blijkt dan het laatste heikele punt van het bouwproject te zijn, want op 23 juni 1995 vindt eindelijk de eerste voorstelling plaats. Hiermee is het verhaal nog niet afgelopen, want na de opening komen middels onderzoeksbureau Bakkenist (kosten 600.000 gulden!) nog vele "wantoestanden" bovensijpelen.

nieuwe bakken aan de bar
Uit het onderzoek Bakkenist blijkt dat de gemeente de architect 4,5 ton heeft betaald voor werk dat hij niet heeft uitgevoerd. De gemeente had iemand anders in dienst genomen voor deze taak omdat de architect er een puinhoop van maakte. De beide partijen komen tot een compromis van 3 ton. Dat is makkelijk verdiend voor niet uitgevoerd werk. De bouwkosten lopen steeds verder op. De overschrijding van 3,3 miljoen, wordt waarschijnlijk 3,8 miljoen. De totale bouwkosten worden uiteindelijk 62,2 miljoen in plaats van de geraamde 57,6 miljoen (4,6 miljoen te veel). Op politiek vlak probeert men nog "rampen-wethouder" De Bruijn voor zijn disfunctioneren te laten opdraaien. Maar deze blijft doof voor de kritiek rondom zijn persoon en blijft rustig zitten. Waardoor de politieke consequenties van het debâcle uitblijven. Het geschatte exploitatietekort loopt met het verstrijken van de maanden steeds verder op en staat nu op 7,6 miljoen gulden!
De gemeente is vanwege de zwakke exploitatieopzet van de schouwburg bijna wel gedwongen om binnenkort met private partners in zee te gaan. Waarschijnlijk wordt een fors deel van het theater en de naastliggende kloosterkazerne verkocht aan Xelat, Ruijters vastgoed, Van de Valk en Van de Ende. Op dit moment is het nog onduidelijk wat voor extra financiële risico's dit met zich meebrengt. Maar gezien de samenstelling van deze groep belooft het niet veel goeds.
Uit een onderzoek van accountantsbureau KPMG blijkt dat er veel mis is met de organisatie. Zij wordt op verschillende punten als zeer onervaren beschouwd. Hetgeen extra fouten en kosten met zich meebrengt. Hierdoor worden de geluiden om het theater zo snel mogelijk te privatiseren steeds luider. De huidige tweekoppige schouwburgleiding staat ook weer ter discussie; deze doet dit af met de gevleugelde kreet "wat heeft de politiek nu toch weer allemaal te zeiken". Op 2 maart 1995 wordt het theater verkocht aan Chassé Theater Beheer NV. De gemeente is hier de enige aandeelhouder van. De gemeente blijft wel verantwoordelijk voor de jaarlijkse exploitatietekorten. Men hoopt dat het nu beter zal gaan omdat gezegd wordt dat een geprivatiseerde onderneming slagvaardiger kan handelen. Voor wat betreft het plunderen van gemeenschapsgelden heeft men daar gelijk in! Elke democratische controle op komende verliezen is afwezig. De Bredase bevolking zal het nog wel voelen.

Dit