Gemeenteraadsverkiezingen DenBosch
Het samenvoegen van Rosmalen en DenBosch betekent niet alleen dat er grote politieke verschuivingen op komst zijn, maar ook dat er dit najaar (waarschijnlijk november) gemeenteraadsverkiezingen in "groot" DenBosch gehouden zullen worden. De politieke partijkampanjes zullen vlak na de zomervakanties beginnen.
De recente overstap van CDA-gemeenteraadslid Paul van der Krabben naar de klup rond Louis Neefs (Bosch Belang) zou je kunnen zien als een voorproefje van de komende omwenteling. PvdA-wethoudster Joke van der Beek gaat weg. GroenLinks leidster Eveline van Onck doet nog wel mee aan de verkiezingen maar vertrekt daarna, evenals groenLinks-gemeenteraadslid Saïd Ibnoujala en COS-direkteur Marc Eysink-Smeets zal zijn adjunct in de raad gaan vergezellen
Burgermeester Don Burgers treedt af. Hij heeft zijn missie rond. Want wanneer je zijn maatschappelijke carrière op een rijtje zet kun je niet anders dan concluderen dat er een duidelijke rode draad in zit: geboren in 1932 in Ubbergen; afgestudeerd in de Rechten in 1958 en aan de Politieacademie in 1963. In Nijmegen werkzaam als hoofdinspecteur van politie tot 1968 en tot 1972 adviseur van de regering inzake politiezaken en tot 1979 burgermeester in Haaren. In 1979 wordt hij burgermeester in Rosmalen en dan op 23 september 1989 dezelfde baan in DenBosch. Het aanstaande aftreden van burgermeester Burgers heeft alles te maken met zijn wispelturige rol in de Bossche annexatie-drift. In de periode dat Burgers burgermeester was in Rosmalen (van 1979 tot 1989) maakte Burgers zich sterk voor een zelfstandig Rosmalen en Hintham (en een eigen goedgevulde portemonnee). Zeer korte tijd na zijn benoeming tot burgermeester van Denbosch, op 17 augustus 1989, draaide hij als een blad aan een tochtige herfstboom om. Sprak hij op de afscheidsreceptie in Rosmalen op 17 september 1989 nog over "Hintham noem ik u als voorbeeld. Dat zal altijd Rosmalens blijven", even later zou Burgers zich sterk maken om Hintham en Rosmalen-Noord, maar het liefst heel Rosmalen bij DenBosch te voegen. Trouwe lezersters van het Kleintje zullen zich vele schandaaltjes rondom de streberige opportunistische burgermeester wel herinneren. Kortom, dit alles heeft veel wantrouwen en politieke teleurstelling in Rosmalen gekweekt. Zijn zwalkende politieke positie als lokale politieke ambtsdrager valt wellicht te verklaren door zijn ijzersterke positie binnen het landelijke en provinciale CDA er bij te betrekken. Naar buiten toe voorstanders van dorpskernen en 'quasi-gezelligheid', in werkelijkheid keiharde managers en spekulanten. Burgers heeft als Rosmalens burgermeester veel te maken gehad met grote Rosmalense ondernemers zoals Heymans, van Eykelenburg, Plas Bouw Onderneming, Hoedemakers enzovoorts. Maar Burgers was niet alleen burgermeester, hij was tevens geldronselaar voor het CDA; en heeft een zeer prominente rol gespeeld in het Jan de Quay-fonds. Dit Jan de Quayfonds was opgericht om het CDA financieel te ondersteunen en projekten te ondersteunen die ten doel hebben "de brabantse identiteit en waarden voort te zetten". Uiteraard is Burgers trots op zijn lidmaatschap van de Rotary-afdeling DenBosch-Oost en de Lions-afdeling Dommel en Aa.
Tegen de achtergrond van dit soort economische relaties valt zijn politieke rol in Rosmalen en DenBosch ook anders te verklaren: het komt de grote Rosmalense ondernemingen natuurlijk zeer goed uit dat Rosmalen, dat een sterke economische positie heeft, bij DenBosch terecht komt. Uit zijn isolement gehaald wordt zal dan wel genoemd worden.
Het grondgebied van DenBosch breidt dan niet alleen enorm uit, maar de lang stagnerende bouwprojekten -lees: braakliggende bouwgronden- (door jarenlang touwtrekken tussen de Bossche en Rosmalense politici) zullen nu met een sneltreinvaart uit de grond gestampt gaan worden. Wat ligt er meer voor de hand dan dat die grote Rosmalense bouwers dit alles neer zullen zetten? Zij zijn uiteraard goed geïnformeerd door hun stroman en zullen hun bouwprogramma al lang in kannen en kruiken hebben.
In zijn Rosmalense burgermeesterschap moest Burgers zich ten opzichte van de Rosmalense bevolking natuurlijk koest houden (de traditionele Brabantsche waarden ophemelen, het 'eigen' kleinschalige gezellige landelijke karakter van Rosmalen tot het einde der tijden garanderen; kortom het lokale chauvinisme flink aanwakkeren). Maar met de plaatselijke ondernemers / politieke vriendjes en zakenpartners kon onderdehands de toekomstige Bossche uitbreiding stilletjes 'geregeld' worden (een ander soort 'Brabantsche waarde'). De rol van Burgers in dit soort belangenverstrengeling mag duidelijk blijken uit het feit dat hij bij zijn transfer van Rosmalen naar denBosch, een heel stel bijbanen (tijdelijk?) heeft moeten opgeven. Dit omdat zijn naam te frequent in verband met gebracht werd met te veel sigarenrook en achterkamertjespolitiek.
Nu hij, door Rosmalen uit het isolement te verlossen, zijn missie volbracht heeft kan hij uiteraard terugvallen op zijn CDA-vrienden-circuit waar de bijbaantjes weer, met dank voor de bewezen diensten, voor het grijpen zullen liggen. Commissariaatje hier, adviseurtje daar, nee we hoeven niet bevreesd te zijn dat Burgers er in belastbaar inkomen op achteruit zal gaan. Alhoewel, sommige (ex-)burgermeesters houden er buitenlandse bankrekeningen op na.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 285, 5 mei 1995