Holiday in Turkey
(Amsterdam, 29 december 1995)
Eergistermiddag om 15.00 Uur, plaatselijke tijd, eindelijk weg uit de hel. Wat een ervaring hebben wij meegemaakt! Het begon precies een week geleden op vrijdagmiddag, 22 December, op het Attaturk-vliegveld in Istanbul. Wij passeerden de douane omdat we op het punt stonden naar Nederland terug te keren na een verblijf van vier dagen in Istanbul. Helaas ging de terugreis niet door. Het moment dat onze tassen werden open gemaakt was het begin van een reis door de hel waarin het fascistische karakter van de Turkse staat zeer duidelijk naar voren kwam.
Het begon allemaal met het verzoek van iemand met wie wij aan de praat raakten om voor hem een aantal boeken mee naar Amsterdam te nemen. Hij vroeg of wij die boeken wilden afgeven bij een boekhandel in Amsterdam. Boeken zijn geen heroïne of andere drugs en wij zagen geen bezwaar, het zou hem per slot van rekening honderden guldens besparen en over de post was te "gevaarlijk". Wij hadden wel door dat het om boeken ging die de Turkse regering niet zo wel gezind waren. Daar hadden wij, om het zacht uit te drukken, wel begrip voor en we besloten dan ook gewoon het "risico" maar te lopen. Wij waren per slot van rekening Europeanen en die lopen nu eenmaal veel minder risico om te worden gemarteld, te "verdwijnen" of te worden vermoord. Ja dus, wij wilden wel proberen die boeken over de grens te krijgen. Helaas het liep niet zo soepel als wij hadden gehoopt...
Op het moment dat de tassen open werden gemaakt begon de ellende. Meekomen! was het bevel. Wij braaf meegelopen naar een kantoortje van de politie op het vliegveld. Daar werden al onze tassen op z'n kop gezet en werden wij gefouilleerd. L. moest zich volledig ontkleden. Er werd een verklaring opgesteld door de politie waarin onder andere werd gesteld dat wij heen en weer naar Turkije reisden om propaganda het land in en uit te smokkelen voor de DHKP/C, een revolutionaire beweging in Turkije. Deze subjectieve interpretatie van een pipo op het vliegveld heeft ons de rest van ons verblijf in Turkije achtervolgd. Wij waren terroristen. Wij moesten deze in het Turks opgestelde verklaring ondertekenen. Dat deden we dus niet want wij konden geen Turks. Dat L. ze wel verstond hebben we wijselijk voor ons zelf gehouden.
Na verloop van tijd werden wij afgevoerd naar het gebouw van de anti-terreurpolitie vlak bij de wijk Aksaray. Een enorm gebouw waar je alleen kunt komen via een parkeergarage waarna je op een enorme binnenplaats kwam met aan beide kanten een enorme flat van een verdieping of zeven. Later bleek dat onder in het ene flat-gebouw de cellen van de immigratie-dienst gevestigd waren.
Wij werden meegenomen naar een kantoortje van de anti-terreurpolitie op de vijfde verdieping. Toen we daar binnen kwamen zaten daar naast een aantal rechercheurs twee verfrommelde mannen met enorme wonden aan hun hoofd versuft voor zich uit te kijken, gemarteld dus. In de ruimte lagen op de kasten allerlei in beslag genomen tijdschriften en posters. Wij hingen tijdens het verhaal de vermoorde onschuld uit en hielden ons van de domme. Een ons verder onbekend persoon had ons benaderd met de vraag of wij die boeken naar Amsterdam mee wilden nemen. Wij konden ons niet voorstellen dat zo iets verboden was. Het verhoor ging in gebrekkig engels en het was niet zo zwaar. L. die heel goed Turks verstaat heeft zeer vaak op haar tanden moeten bijten om niet te laten merken dat ze de smerige praatjes en grapjes die ze onderling over ons uitwisselden verstond. Er werd haar bij voorbeeld onder andere recht in haar gezicht verteld dat ze haar allemaal stuk voor stuk zouden verkrachten. Ik zou eerst daar bij moeten toekijken en daarna zou ik aan de beurt zijn. Ze geloofden ons voor geen meter, wij waren terroristen die het land in en uit gingen om propagandamateriaal het land in en uit te smokkelen, punt uit. We zijn daar niet gemarteld of geslagen en we waren echt blij dat we geen Turken of Koerden waren want die worden wel anders behandeld. Dat werd nog eens extra duidelijk toen we door de open deur heen drie geblinddoekte vrouwen van begin twintig voorbij zagen schuifelen. Later hoorden dat er die dag inderdaad een heleboel mensen die tegen de verkiezingen protesteerden zijn gearresteerd. Ze waren allemaal zwaar gemarteld en sommigen zitten nu nog steeds vast in de martelcentra.
Na het verhoor werd er besloten dat we apart gehouden moesten worden van de ander arrestanten die om politieke redenen waren opgepakt. We mochten eens te veel mee krijgen over hoe die worden behandeld...
Wij werden dus afgevoerd naar het cellenblok van de vreemdelingenpolitie. Daar troffen we een aspect van het fascisme in Turkije aan wat nog vrij onbekend is: de onmenselijke behandeling en de situatie van vreemdelingen in Turkije die problemen hebben met hun paspoort of hun visum.
Het was een echte hel op aarde. Een ruimte met daarin een hele grote kooi die door middel van betonnen muren in drieën was gesplitst. Op deze manier hadden ze drie kooien van circa vijf bij tien meter gemaakt. In die kooien zaten ongeveer vijftig personen, één kooi was wat minder vol en daar zaten vrouwen in.De omstandigheden waren verschrikkelijk. Er was niet genoeg ruimte voor iedereen om op de grond te liggen, als je geen geld had kon je niets te eten kopen en laat het systeem je daar gewoon verhongeren. Er waren twee ongelofelijk smerige toiletten (twee gaten in de grond) die zo lang als we daar gezeten hebben (van vrijdag-avond tot en met woensdag-ochtend), geen één keer zijn schoon gemaakt. Er waren geen douches, de ramen stonden tegen elkaar open iedereen had last van zijn of haar keel en was snot-verkouden. Er is één keer schoon gemaakt in al die tijd dat wij daar vast hebben gezeten, niet de kooien maar er om heen. Toen hebben we lekker een paar uur chloor gesnoven. Één persoon bij mij in de kooi had er al meer dan dertig dagen op zitten.
Het eten wat je kon kopen was beperkt tot klef witbrood met een heel dun bruin korstje wat je gehemelte kapot maakte en worst of kaas. Aan het eind kon ik niets meer door m'n keel krijgen en als ik nu aan witbrood denk moet ik nog steeds bijna overgeven. De stoelgang was voor iedereen zeer moeilijk. Bij L. in de kooi zat een vrouw die daar al vijfentwintig dagen zat en die haar spijsvertering helemaal naar de knoppen was. Ze kon geen hap meer door de keel krijgen en ze had constant het gevoel of ze een steen in haar buik had. Wij de mannen hadden niet genoeg ruimte voor iedereen om te liggen dat moest dus in overleg. Het ergste echter waren de bewakers. Rondom de kooien liepen de meest fascistische machtswellustelingen rond die ik ooit heb meegemaakt. Ze vonden altijd wel een aanleiding om iemand met een houten knuppel een klap te geven, om volstrekt onduidelijke redenen collectieve straffen uit te delen, dan mochten we weer een paar uur niet naar de wc. De hele dag door lieten ze hun houten knuppels over de tralies ratelen zodat slapen er bijna niet inzat. Ze probeerden de andere gevangenen tegen ons op te zetten met de beschuldiging dat wij communistische terroristen waren dit lukte echter slechts gedeeltelijk. Ze waren corrupt. Roken was officieel ook verboden maar ze handelden wel in sigaretten (met een riante winstmarge natuurlijk). Ik heb met eigen ogen gezien hoe een gevangene honderd dollar aan een bewaker gaf om een snellere afwikkeling van zijn zaak voor elkaar te krijgen. Ze pikten constant eten, sigaretten en van het schaarse fruit van de gevangenen. De vrouwen die bij L. in de kooi zaten waren voornamelijk opgepakte prostituées uit het voormalige oost-blok die zonder geldige verblijfsvergunning waren opgepakt. Ze werden regelmatig door de bewakers gedwongen tot het verlenen van sexuele diensten voor een pakje sigaretten of iets dergelijks. Soms kwamen er een aantal agenten de meisjes keuren, dan werden de meisjes (sommigen vijftien jaar en in verwachting) die volgens hun het mooist waren, meegenomen om in een ander gebouw als slaven schoon te moeten maken. Eén bewaker was verliefd op een van die meisjes van ongeveer 15 jaar. Toen ze het waagde om een woordje te wisselen met een van de mannen in de kooi waar ze langs liep op weg naar het toilet bewees hij zijn liefde voor haar door haar een klap in het gezicht te geven. Meneer was jaloers...
Bij de vrouwen was de sfeer veel harder dan bij de mannen. Ze waren meer individueel bezig om te overleven en wat hadden ze anders te bieden als hun lichaam. Het trieste was dat het ze uiteindelijk toch niets opleverde.
Bij de mannen was de atmosfeer veel relaxter. Ik heb eigenlijk zelden zoveel menselijke waardigheid ontmoet. Zolang we daar gevangen hebben gezeten heb ik niet één keer mee gemaakt dat er onderling ruzie was. Alles werd gedeeld, van eten tot sigaretten. Iedereen zorgde voor elkaar, al met al hadden de mensen binnen de kooien stuk voor stuk meer menselijke waardigheid in hun pink dan de bewakers in hun hele lichaam. Zoveel mensen, zo dicht op elkaar gepakt en geen onvertogen woord onder elkaar. Ik stelde me voor wat er zou gebeuren als je vijftig van die bewakers in dezelfde ruimte op zou sluiten. Ik denk dat het een bloedbad zou worden.
De tweede dag werden we 's morgens om een uur of tien weer voor verhoor uit de kooien gehaald. Weer naar het gebouw van anti-terreurpolitie. Nu een formele verklaring afgelegd. Het was zesendertig uur nadat we waren gearresteerd en we hadden nog geen hap eten en drinken gehad. 's nachts niet kunnen slapen in verband met de onmenselijke omstandigheden. De in het Turks opgestelde verklaring ondertekend met "no food, no water, no sleep, can not read Turkisch". Toen ze dat zagen kregen we zowaar een Turks thee-kopje met nescafe! dat was erg lekker! Vervolgens werden we afgevoerd naar een staats-veiligheidsrechtbank (DGM) waar we voor een onderzoeksrechter moesten verschijnen. Die verlangde, voor dat de zitting zou beginnen, dat we een medische verklaring moesten gaan halen in een ziekenhuis dat we lichamelijk in orde waren en dat we dus niet waren gemarteld. Waarschijnlijk had hij al besloten dat we zouden worden vrijgesproken. Overigens hebben we geen één keer een telefoontje of iets dergelijks kunnen plegen, hebben we geen advocaat gezien en hadden we geen idee wat ons boven het hoofd hing. Nadat we naar een ziekenhuis waren geweest - waar ik overigens, na 48 uur, m'n eerste broodje, een stukje cake en een blikje warme ice-tea heb kunnen kopen. Dat was smikkelen...- waar twee dokters, zonder medisch onderzoek te hebben verricht, een verklaring hadden opgesteld dat we lichamelijk in orde waren, werden we weer naar het gerechtsgebouw gebracht. Daar moesten we wachten in een cel die vol stond met revolutionaire graffiti. De muren stonden onder de leuzen en namen van revolutionaire organisaties. Daar kregen we het wel koud van. Je kunt er zeker van zijn dat die personen die dat daar op hebben gezet of vermoord zijn of verdwenen of in een gevangenis zitten te rotten. De rechter zag waarschijnlijk wel in dat hij geen zaak tegen ons had en beval onze vrijlating. Toen werd weer eens duidelijk hoe ondemocratisch Turkije is. Want eenmaal uit de rechtszaal besloot de anti-terreur politie dat we niet zouden worden vrijgelaten. We gingen nog een keer terug naar de anti-terreurafdeling waar een hoge piet een handtekening onder een beschikking zette dat wij zouden worden overgedragen aan de vreemdelingen politie.
Terwijl we daar op aan het wachten waren zagen we weer drie mensen geblinddoekt door de gangen schuifelen. Eén rechercheur stormde de kamer waar wij zaten in en griste nog een blinddoek van een kast en rende weer naar buiten. Ondertussen probeerden een aantal agenten van de anti-terreurafdeling een gezellig praatje met ons aan te knopen. Helaas voor hen verstond L. Turks en wat ze onderling allemaal zeiden was nou niet van dien aard dat we op die vriendelijke praatjes in gingen. Toen een van de mensen die we even tevoren over de gang hadden zien schuiven werd gemarteld en keihard begon te gillen, kregen de agenten die met ons in gesprek waren ineens zin om muziek te horen en zetten ze de radio aan. Dit diende er natuurlijk alleen maar toe dat wij de gillen van de mensen die een paar kamers verder op werden gemarteld niet zouden horen.
Toen het papiertje er eindelijk was werden we weer afgevoerd naar de vreemdelingendienst waar we de rest van onze tijd hebben door gebracht in de hel die "vreemdelingen bewaring in Turkije" heet. Bij de overdracht zei de anti-terreuragent: "Dit zijn terroristen die we niet veroordeeld kunnen krijgen. Sla ze, verkracht ze en vermoord ze maar. Ze zijn niet langer onze verantwoordelijkheid."
Eenmaal terug in onze kooien, neem ik me voor om, als ik terug in Nederland ben, naar Amnesty International te gaan om hierover te berichten. Dit mag niet langer zo doorgaan, dit is onmenselijk. Dieren worden over het algemeen beter behandeld dan migranten in Turkije. 's Maandags worden we eindelijk officieel geregistreerd als gevangenen. Tot die dag hebben we nergens geregistreerd gestaan. Later hoor ik dat de mensen thuis bang waren dat ook wij zouden "verdwijnen". Dat is gelukkig meegevallen maar de ambassadeur kon ons niet eerder als dinsdag vinden.
Op woensdag ten slotte werden we dan eindelijk het land uit gezet. Dat is volgens onze inschatting te danken aan het feit dat mensen in Nederland hadden gedreigd naar de pers te stappen. Anderen die we daar achter hebben gelaten hadden minder geluk. Ze deinsden er zelfs niet voor terug om mensen een ticket te laten kopen om ze dan vervolgens het vliegtuig te laten missen...
Nu weer terug in Nederland, hebben nog steeds geen enkel tastbaar bewijs in de vorm van een papiertje ofzo dat we vast hebben gezeten, dat we voor een rechter hebben gestaan en dat we zes dagen lang zijn opgesloten geweest. Het enige bewijs dat we niet alles hebben verzonnen is waarschijnlijk de agenda van de ambassadeur waar we op tweede kerstdag een kort telefonisch gesprek mee hebben gehad. Afsluitend kan ik zeggen dat ik nooit meer naar Turkije op vakantie wil.
Eergistermiddag om 15.00 Uur, plaatselijke tijd, eindelijk weg uit de hel. Wat een ervaring hebben wij meegemaakt! Het begon precies een week geleden op vrijdagmiddag, 22 December, op het Attaturk-vliegveld in Istanbul. Wij passeerden de douane omdat we op het punt stonden naar Nederland terug te keren na een verblijf van vier dagen in Istanbul. Helaas ging de terugreis niet door. Het moment dat onze tassen werden open gemaakt was het begin van een reis door de hel waarin het fascistische karakter van de Turkse staat zeer duidelijk naar voren kwam.
Het begon allemaal met het verzoek van iemand met wie wij aan de praat raakten om voor hem een aantal boeken mee naar Amsterdam te nemen. Hij vroeg of wij die boeken wilden afgeven bij een boekhandel in Amsterdam. Boeken zijn geen heroïne of andere drugs en wij zagen geen bezwaar, het zou hem per slot van rekening honderden guldens besparen en over de post was te "gevaarlijk". Wij hadden wel door dat het om boeken ging die de Turkse regering niet zo wel gezind waren. Daar hadden wij, om het zacht uit te drukken, wel begrip voor en we besloten dan ook gewoon het "risico" maar te lopen. Wij waren per slot van rekening Europeanen en die lopen nu eenmaal veel minder risico om te worden gemarteld, te "verdwijnen" of te worden vermoord. Ja dus, wij wilden wel proberen die boeken over de grens te krijgen. Helaas het liep niet zo soepel als wij hadden gehoopt...
Op het moment dat de tassen open werden gemaakt begon de ellende. Meekomen! was het bevel. Wij braaf meegelopen naar een kantoortje van de politie op het vliegveld. Daar werden al onze tassen op z'n kop gezet en werden wij gefouilleerd. L. moest zich volledig ontkleden. Er werd een verklaring opgesteld door de politie waarin onder andere werd gesteld dat wij heen en weer naar Turkije reisden om propaganda het land in en uit te smokkelen voor de DHKP/C, een revolutionaire beweging in Turkije. Deze subjectieve interpretatie van een pipo op het vliegveld heeft ons de rest van ons verblijf in Turkije achtervolgd. Wij waren terroristen. Wij moesten deze in het Turks opgestelde verklaring ondertekenen. Dat deden we dus niet want wij konden geen Turks. Dat L. ze wel verstond hebben we wijselijk voor ons zelf gehouden.
Na verloop van tijd werden wij afgevoerd naar het gebouw van de anti-terreurpolitie vlak bij de wijk Aksaray. Een enorm gebouw waar je alleen kunt komen via een parkeergarage waarna je op een enorme binnenplaats kwam met aan beide kanten een enorme flat van een verdieping of zeven. Later bleek dat onder in het ene flat-gebouw de cellen van de immigratie-dienst gevestigd waren.
Wij werden meegenomen naar een kantoortje van de anti-terreurpolitie op de vijfde verdieping. Toen we daar binnen kwamen zaten daar naast een aantal rechercheurs twee verfrommelde mannen met enorme wonden aan hun hoofd versuft voor zich uit te kijken, gemarteld dus. In de ruimte lagen op de kasten allerlei in beslag genomen tijdschriften en posters. Wij hingen tijdens het verhaal de vermoorde onschuld uit en hielden ons van de domme. Een ons verder onbekend persoon had ons benaderd met de vraag of wij die boeken naar Amsterdam mee wilden nemen. Wij konden ons niet voorstellen dat zo iets verboden was. Het verhoor ging in gebrekkig engels en het was niet zo zwaar. L. die heel goed Turks verstaat heeft zeer vaak op haar tanden moeten bijten om niet te laten merken dat ze de smerige praatjes en grapjes die ze onderling over ons uitwisselden verstond. Er werd haar bij voorbeeld onder andere recht in haar gezicht verteld dat ze haar allemaal stuk voor stuk zouden verkrachten. Ik zou eerst daar bij moeten toekijken en daarna zou ik aan de beurt zijn. Ze geloofden ons voor geen meter, wij waren terroristen die het land in en uit gingen om propagandamateriaal het land in en uit te smokkelen, punt uit. We zijn daar niet gemarteld of geslagen en we waren echt blij dat we geen Turken of Koerden waren want die worden wel anders behandeld. Dat werd nog eens extra duidelijk toen we door de open deur heen drie geblinddoekte vrouwen van begin twintig voorbij zagen schuifelen. Later hoorden dat er die dag inderdaad een heleboel mensen die tegen de verkiezingen protesteerden zijn gearresteerd. Ze waren allemaal zwaar gemarteld en sommigen zitten nu nog steeds vast in de martelcentra.
Na het verhoor werd er besloten dat we apart gehouden moesten worden van de ander arrestanten die om politieke redenen waren opgepakt. We mochten eens te veel mee krijgen over hoe die worden behandeld...
Wij werden dus afgevoerd naar het cellenblok van de vreemdelingenpolitie. Daar troffen we een aspect van het fascisme in Turkije aan wat nog vrij onbekend is: de onmenselijke behandeling en de situatie van vreemdelingen in Turkije die problemen hebben met hun paspoort of hun visum.
Het was een echte hel op aarde. Een ruimte met daarin een hele grote kooi die door middel van betonnen muren in drieën was gesplitst. Op deze manier hadden ze drie kooien van circa vijf bij tien meter gemaakt. In die kooien zaten ongeveer vijftig personen, één kooi was wat minder vol en daar zaten vrouwen in.De omstandigheden waren verschrikkelijk. Er was niet genoeg ruimte voor iedereen om op de grond te liggen, als je geen geld had kon je niets te eten kopen en laat het systeem je daar gewoon verhongeren. Er waren twee ongelofelijk smerige toiletten (twee gaten in de grond) die zo lang als we daar gezeten hebben (van vrijdag-avond tot en met woensdag-ochtend), geen één keer zijn schoon gemaakt. Er waren geen douches, de ramen stonden tegen elkaar open iedereen had last van zijn of haar keel en was snot-verkouden. Er is één keer schoon gemaakt in al die tijd dat wij daar vast hebben gezeten, niet de kooien maar er om heen. Toen hebben we lekker een paar uur chloor gesnoven. Één persoon bij mij in de kooi had er al meer dan dertig dagen op zitten.
Het eten wat je kon kopen was beperkt tot klef witbrood met een heel dun bruin korstje wat je gehemelte kapot maakte en worst of kaas. Aan het eind kon ik niets meer door m'n keel krijgen en als ik nu aan witbrood denk moet ik nog steeds bijna overgeven. De stoelgang was voor iedereen zeer moeilijk. Bij L. in de kooi zat een vrouw die daar al vijfentwintig dagen zat en die haar spijsvertering helemaal naar de knoppen was. Ze kon geen hap meer door de keel krijgen en ze had constant het gevoel of ze een steen in haar buik had. Wij de mannen hadden niet genoeg ruimte voor iedereen om te liggen dat moest dus in overleg. Het ergste echter waren de bewakers. Rondom de kooien liepen de meest fascistische machtswellustelingen rond die ik ooit heb meegemaakt. Ze vonden altijd wel een aanleiding om iemand met een houten knuppel een klap te geven, om volstrekt onduidelijke redenen collectieve straffen uit te delen, dan mochten we weer een paar uur niet naar de wc. De hele dag door lieten ze hun houten knuppels over de tralies ratelen zodat slapen er bijna niet inzat. Ze probeerden de andere gevangenen tegen ons op te zetten met de beschuldiging dat wij communistische terroristen waren dit lukte echter slechts gedeeltelijk. Ze waren corrupt. Roken was officieel ook verboden maar ze handelden wel in sigaretten (met een riante winstmarge natuurlijk). Ik heb met eigen ogen gezien hoe een gevangene honderd dollar aan een bewaker gaf om een snellere afwikkeling van zijn zaak voor elkaar te krijgen. Ze pikten constant eten, sigaretten en van het schaarse fruit van de gevangenen. De vrouwen die bij L. in de kooi zaten waren voornamelijk opgepakte prostituées uit het voormalige oost-blok die zonder geldige verblijfsvergunning waren opgepakt. Ze werden regelmatig door de bewakers gedwongen tot het verlenen van sexuele diensten voor een pakje sigaretten of iets dergelijks. Soms kwamen er een aantal agenten de meisjes keuren, dan werden de meisjes (sommigen vijftien jaar en in verwachting) die volgens hun het mooist waren, meegenomen om in een ander gebouw als slaven schoon te moeten maken. Eén bewaker was verliefd op een van die meisjes van ongeveer 15 jaar. Toen ze het waagde om een woordje te wisselen met een van de mannen in de kooi waar ze langs liep op weg naar het toilet bewees hij zijn liefde voor haar door haar een klap in het gezicht te geven. Meneer was jaloers...
Bij de vrouwen was de sfeer veel harder dan bij de mannen. Ze waren meer individueel bezig om te overleven en wat hadden ze anders te bieden als hun lichaam. Het trieste was dat het ze uiteindelijk toch niets opleverde.
Bij de mannen was de atmosfeer veel relaxter. Ik heb eigenlijk zelden zoveel menselijke waardigheid ontmoet. Zolang we daar gevangen hebben gezeten heb ik niet één keer mee gemaakt dat er onderling ruzie was. Alles werd gedeeld, van eten tot sigaretten. Iedereen zorgde voor elkaar, al met al hadden de mensen binnen de kooien stuk voor stuk meer menselijke waardigheid in hun pink dan de bewakers in hun hele lichaam. Zoveel mensen, zo dicht op elkaar gepakt en geen onvertogen woord onder elkaar. Ik stelde me voor wat er zou gebeuren als je vijftig van die bewakers in dezelfde ruimte op zou sluiten. Ik denk dat het een bloedbad zou worden.
De tweede dag werden we 's morgens om een uur of tien weer voor verhoor uit de kooien gehaald. Weer naar het gebouw van anti-terreurpolitie. Nu een formele verklaring afgelegd. Het was zesendertig uur nadat we waren gearresteerd en we hadden nog geen hap eten en drinken gehad. 's nachts niet kunnen slapen in verband met de onmenselijke omstandigheden. De in het Turks opgestelde verklaring ondertekend met "no food, no water, no sleep, can not read Turkisch". Toen ze dat zagen kregen we zowaar een Turks thee-kopje met nescafe! dat was erg lekker! Vervolgens werden we afgevoerd naar een staats-veiligheidsrechtbank (DGM) waar we voor een onderzoeksrechter moesten verschijnen. Die verlangde, voor dat de zitting zou beginnen, dat we een medische verklaring moesten gaan halen in een ziekenhuis dat we lichamelijk in orde waren en dat we dus niet waren gemarteld. Waarschijnlijk had hij al besloten dat we zouden worden vrijgesproken. Overigens hebben we geen één keer een telefoontje of iets dergelijks kunnen plegen, hebben we geen advocaat gezien en hadden we geen idee wat ons boven het hoofd hing. Nadat we naar een ziekenhuis waren geweest - waar ik overigens, na 48 uur, m'n eerste broodje, een stukje cake en een blikje warme ice-tea heb kunnen kopen. Dat was smikkelen...- waar twee dokters, zonder medisch onderzoek te hebben verricht, een verklaring hadden opgesteld dat we lichamelijk in orde waren, werden we weer naar het gerechtsgebouw gebracht. Daar moesten we wachten in een cel die vol stond met revolutionaire graffiti. De muren stonden onder de leuzen en namen van revolutionaire organisaties. Daar kregen we het wel koud van. Je kunt er zeker van zijn dat die personen die dat daar op hebben gezet of vermoord zijn of verdwenen of in een gevangenis zitten te rotten. De rechter zag waarschijnlijk wel in dat hij geen zaak tegen ons had en beval onze vrijlating. Toen werd weer eens duidelijk hoe ondemocratisch Turkije is. Want eenmaal uit de rechtszaal besloot de anti-terreur politie dat we niet zouden worden vrijgelaten. We gingen nog een keer terug naar de anti-terreurafdeling waar een hoge piet een handtekening onder een beschikking zette dat wij zouden worden overgedragen aan de vreemdelingen politie.
Terwijl we daar op aan het wachten waren zagen we weer drie mensen geblinddoekt door de gangen schuifelen. Eén rechercheur stormde de kamer waar wij zaten in en griste nog een blinddoek van een kast en rende weer naar buiten. Ondertussen probeerden een aantal agenten van de anti-terreurafdeling een gezellig praatje met ons aan te knopen. Helaas voor hen verstond L. Turks en wat ze onderling allemaal zeiden was nou niet van dien aard dat we op die vriendelijke praatjes in gingen. Toen een van de mensen die we even tevoren over de gang hadden zien schuiven werd gemarteld en keihard begon te gillen, kregen de agenten die met ons in gesprek waren ineens zin om muziek te horen en zetten ze de radio aan. Dit diende er natuurlijk alleen maar toe dat wij de gillen van de mensen die een paar kamers verder op werden gemarteld niet zouden horen.
Toen het papiertje er eindelijk was werden we weer afgevoerd naar de vreemdelingendienst waar we de rest van onze tijd hebben door gebracht in de hel die "vreemdelingen bewaring in Turkije" heet. Bij de overdracht zei de anti-terreuragent: "Dit zijn terroristen die we niet veroordeeld kunnen krijgen. Sla ze, verkracht ze en vermoord ze maar. Ze zijn niet langer onze verantwoordelijkheid."
Eenmaal terug in onze kooien, neem ik me voor om, als ik terug in Nederland ben, naar Amnesty International te gaan om hierover te berichten. Dit mag niet langer zo doorgaan, dit is onmenselijk. Dieren worden over het algemeen beter behandeld dan migranten in Turkije. 's Maandags worden we eindelijk officieel geregistreerd als gevangenen. Tot die dag hebben we nergens geregistreerd gestaan. Later hoor ik dat de mensen thuis bang waren dat ook wij zouden "verdwijnen". Dat is gelukkig meegevallen maar de ambassadeur kon ons niet eerder als dinsdag vinden.
Op woensdag ten slotte werden we dan eindelijk het land uit gezet. Dat is volgens onze inschatting te danken aan het feit dat mensen in Nederland hadden gedreigd naar de pers te stappen. Anderen die we daar achter hebben gelaten hadden minder geluk. Ze deinsden er zelfs niet voor terug om mensen een ticket te laten kopen om ze dan vervolgens het vliegtuig te laten missen...
Nu weer terug in Nederland, hebben nog steeds geen enkel tastbaar bewijs in de vorm van een papiertje ofzo dat we vast hebben gezeten, dat we voor een rechter hebben gestaan en dat we zes dagen lang zijn opgesloten geweest. Het enige bewijs dat we niet alles hebben verzonnen is waarschijnlijk de agenda van de ambassadeur waar we op tweede kerstdag een kort telefonisch gesprek mee hebben gehad. Afsluitend kan ik zeggen dat ik nooit meer naar Turkije op vakantie wil.
T.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 295, maart 1996