Skip to main content
  • Archivaris
  • 298

Met Jeltsin terug naar de Sovjetmacht

De dood van de Tsjetsjeense leider Doedajev sluit naadloos aan op de Russische strategie tot herstel van de Sovjet-Unie, of minstens de opbouw van een nieuw Russisch Imperium. Al sinds de ineenstorting van de voormalige USSR is het Russische streven erop gericht in het 'nabije buitenland' -zoals de nu onafhankelijke staten van de Sovjet-Unie heten- Moskou vriendelijke regimes in het zadel te helpen. Dat gebeurde reeds in Azerbaidjan, waar na twee staatsgrepen nu Geidar Alijev (voormalig kommunist en KGB-topman) aan de macht is en in Georgië, waar de demokratisch gekozen Zviad Gamsachurdia in een staatsgreep werd vervangen door (ook al weer voormalig kommunist en KGB-topman) Eduard Sjevardnadze. In beide gevallen volgde een waar terreurbewind tegen de oppositie die gekant was tegen nauwere banden met Moskou

In een aantal andere voormalige Sovjetrepublieken, -Kazachstan, Oezbekistan, Armenië-, bleef de oude kommunistische garde ook na de onafhankelijkheid aan de macht. Tsjetsjenië verklaarde zich eveneens onafhankelijk van Moskou, maar die onafhankelijkheid werd niet erkend. Vanaf eind 1994 wordt een bloedige oorlog gevoerd om de opstandige republiek binnen de gelederen van de Russische Federatie te houden. De onafhankelijkheid van Tsjetsje-nië zou ook niet passen binnen het Russische streven naar een groot Imperium. In Moskou wordt gesproken over het in Tsjetsjenië aan de macht helpen van Ruslan Chasboelatov, een pro-Russisch Tsjetsjeen en ooit voorzitter van het Russisch parlement. Daarmee zou Moskou weer een stap dichter komen bij haar imperialistische streven tot herstel van het verloren imperium. Lenin's woorden over 'het recht der naties op zelfbeschikking' hadden reeds kort na het uitspreken haar betekenis verloren, want sinds 1918 is er van zelfbeschikking geen sprake. Ook thans voert Moskou op het grondgebied van de voormalige Sovjet-Unie een Russificatiepolitiek die zelfbeschikking ontkent.

geopolitieke ambities
In september 1995 werd in Moskou een dokument openbaar gemaakt dat is gericht op herstel van het Russisch imperium op het grondgebied van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS). Het dokument bevat niet de gebruikelijke diplomatieke bewoordingen als 'Rusland in een stelsel met gelijken', zoals de basis van het GOS bedoeld was, en bovendien wordt er met geen woord gerept over de onafhankelijkheid van de overige GOS-landen. De illusies over 'gelijkwaardigheid' en 'onafhankelijkheid', die in andere GOS-dokumenten gewekt werden, zijn in dit dokument ver te zoeken. De landen van het GOS zijn het voornaamste doel van de Russische geopolitieke ambities, omdat -volgens het dokument- daar 'onze vitale belangen op het gebied van ekonomie, defensie, veiligheid, bescherming van de rechten van de Russen zijn gekoncentreerd, die samen de garanties bieden voor de nationale veiligheid van ons land'. De oorlog in Tsjetsjenië, die de Russische Federatie aan de rand van verdere desintegratie brengt, noopte de auteurs van het dokument tot de verklaring dat 'effektieve samenwerking van Rusland met de GOS-landen de remedie is tegen centrifugale krachten binnen de Russische Federatie zelf.' Vanuit die 'analyse' wordt in het dokument dan ook verklaard dat handhaving van de territoriale onschendbaarheid van de Russische Federatie geen exklusief Russische aangelegenheid is, maar een gemeenschappelijke taak van alle lidstaten van het GOS.

'tsjetsjeense mafia'
Een onafhankelijk Tsjetsjenië, om maar niet te spreken van een onafhankelijke Kaukasus, Centraal-Azië of Belarus, past niet in deze Moskouse doktrine. Voornaam onderdeel van het plan is de vestiging van Russische militaire bases in alle GOS-landen, hetgeen in de praktijk niets anders betekent dan de verdediging van de Russische belangen in deze regio's. Het beeld van herstel van het Russisch Imperium dat uit de doktrine naar voren komt moet volgens het dokument begeleid worden door 'een grootschalig media-offensief'. De dood van Doedajev past uitstekend in dat offensief. Sinds het uitroepen van de Tsjetsjeense onafhankelijk-heid staan Russische kranten bol van de verhalen over de Tsjetsjeense mafia die de Moskouse onderwereld in haar greep zou hebben en alle illegale aktiviteiten in de Russische Federatie kontroleert. Of het nou gaat om wapenhandel, plutoniumsmokkel, valsemunterij, prostitutie of huurmoorden: de Tsjetsjeense mafia zit er achter. Zo werd het beeld geprojekteerd van een republiek die een vrijplaats is voor zware kriminelen, onder leiding van mafiabaas Doedajev. De dood van Doedajev wordt nu gepresenteerd als 'de dood van een krimineel die het waagde tegen Moskou te rebelleren en zijn verdiende loon heeft gekregen'.
Natuurlijk spreekt het dokument niet rechtstreeks over 'herstel van het Russische Imperium', maar legt het een hoofdtaak bij 'bescherming van de rechten van de Russen' in de GOS-landen. Het dokument maakt een eind aan de pogingen van GOS-landen hun eigen ekonomische krisis te overwinnen en een onafhankelijke staat op te bouwen. Rusland zal volgens het dokument ten aanzien van de GOS-landen een politiek voeren die bestaat uit diktaten en ekonomische en militaire druk. In het bizonder veronderstelt het dokument de instandhouding en versterking van Rusland's leidende rol in de vorming van een nieuw systeem van politieke, militaire en ekonomische verhoudingen op het grondgebied van de voormalige Sovjet-Unie door het kreëren van politieke regimes in het 'nabije buitenland' die Moskou vriendschappelijk gezind zijn.

presidentsverkiezingen
Aan de vooravond van de Russische presidentsverkiezingen op 16 juni is er Jeltsin alles aan gelegen ook in Tsjetsjenië een 'Moskou vriendschappelijk gezind regime' in het zadel te helpen. De dood van Doedajev is een belangrijke stap in die richting. Doedajev was voorstander van een onafhankelijk Tsjetsjenië, en wilde van geen kompromis met Moskou weten. Nu zijn opvolger Janderbijev wel bereid blijkt met Jeltsin te onderhandelen wordt hij marionet in het politieke spel dat 'presidentsverkiezingen' heet. De Tsjetsjeense oorlog is immens impopulair in Rusland. En het feit dat Jeltsin het sein tot de aanval gegeven heeft wordt hem niet in dank afgenomen. Met het 'uitroeien van het Tsjetsjeense roversnest' zijn duizenden jonge Russische soldaten de dood ingedreven, terwijl in Tsjetsjenië iedereen als krimineel gezien werd, of het nou vrouwen, kleine kinderen of oude mensen betrof. Wat volgde was een ware genocide onder de Tsjetsjeense bevolking, ingegeven door de in de media opgefokte beeldvorming over Tsjetsjenië. In dorpen werden zoveel mogelijk inwoners in kelders bijeen gedreven, met benzine overgoten en in brand gestoken. Ruim 40.000 doden waren het gevolg. Op de dag dat Jeltsin zich kandidaat stelde voor de verkiezingen werd in de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny het allang aan flarden geschoten presidentieel paleis opgeblazen omdat dit 'teveel een symbool zou zijn van het Tsjetsjeense verzet'. Het Westen houdt de 'demokraat' Jeltsin de hand boven het hoofd, terwijl er in feite voorbereidingen zouden moeten worden getroffen voor een nieuw Neurenbergs Tribunaal! Maar met oorlogsmisdadigers die het Westen diensten verlenen kan men klementie hebben; zeker als er grote ekonomische belangen op het spel staan.
Wanneer men bedenkt dat Jeltsin's ideeën, zoals verwoord in het genoemde dokument, over herstel van het Russisch Imperium ook uitstekend passen in de ideeën van zijn voornaamste rivaal op 16 juni, de 'kommunist' Gennadii Zjoeganov, zal duidelijk zijn dat de keuze bij de presidentsverkiezingen zeer beperkt is. In de strijd om Rusland's toekomst trekt rechts voorlopig aan het langste eind, met alle konsekwenties vandien voor de lidstaten van het GOS. De Georgische president Gamsachurdia en de Tsjetsjeense leider Doedajev werden slachtoffer van het Russische imperialistische streven. Zij zullen niet de laatsten zijn.

InSudok, informatie- en dokumentatiecentrum over de voormalige Sovjet-Unie en het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS).

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 298, juni 1996