Verschenen
Ter gelegenheid van de vijftigste herdenking van de bevrijding van het nationaal-socialisme lagen de boekhandels weer vol van herdenkboeken, romans en andere publikaties, maar ook cd-i's over de oorlog, de bevrijding, het leven tijdens de bezetting enz. enz. Wat niet zo benadrukt werd bij deze publicitaire bevrijdingshype was de economische en politieke collaboratie. Pas tijdens de herdenkingen werd in de pers een aantal malen benadrukt dat onderzoek naar de economische collaboratie in ons land eigenlijk in de kinderschoenen stond. Grote bedrijven gaven geen enkele medewerking aan dergelijk onderzoek en hun archieven bleven (wat de jaren '40-45 betreft) dicht. Jammer dus, maar vergeet niet dat die economische collaboratie natuurlijk niet in 1940 begon. De Duitse markt was ook voor de tweede wereldoorlog van belang voor de Nederlandse export en Nazi-Duitsland bood uitstekende mogelijkheden voor het bedrijfsleven.
Bij Uitgeverij Walburg Pers verscheen onlangs "Duistere Zaken. Infiltratie en collaboratie van Nederlandse ondernemingen in oorlogstijd" van Ted Schouten. ISBN 90-6011-927-4, 142 blz. fl. 39,50.
Aan de hand van 13 profielen schetst Schouten de economische en ambtelijke collaboratie; bedrijven als Fokker en Philips komen aan de orde. Het boek is voor een leek op dit gebied misschien wel interessant, omdat het immers een terrein betreft waar weinig over geschreven is. Maar het is een erg oppervlakkig werkje dat zijn titel niet waarmaakt. De Duitse economische penetratie in het vooroorlogse Nederland , flinterdunne biografieën van ondernemers als Plesman , Deterding en een ambtenaar als Hirschfeld worden afgewisseld met oppervlakkige schetsen van Philips en Fokker. De rol van de financiële wereld (banken en effectenhandelaren) komt niet aan bod, ook industrieën als Daf, de kledingindustrie, de scheepsbouw, transportwereld enz. enz. blijven buiten beschouwing. Ook een index ontbreekt. Wachten tot de Slegte dus.
Om maar bij collaboratie te blijven, bij Uitgeverij Aspekt verscheen "Van Leningrad tot Berlijn. Nederlandse vrijwilligers in dienst van de Duitse Waffen SS 1941-1945" van Perry Pierik met 318 pagina's, fl. 59,90. ISBN 90-75323-02-6.
Tijdens de Duitse bezetting bleken een groot aantal Nederlanders bereid om -vrijwillig- aan Duitse zijde aan het Oostfront te vechten tegen de Sovjet Unie, tegen de geallieerden dus, dit alles onder het motto van de "Kruistocht tegen het Bolsjewisme". Een onderwerp waaraan tot nu toe niet al teveel aandacht besteed is door Nederlandse historici. In de jaren 80 verscheen een herdruk van het boek van dr In 't Veld: "De SS en Nederland", "Voor Führer, Volk en Vaderland sneuvelde" van S. van der Zee ligt hier en daar in de ramsj en enkele jaren geleden lag een herdruk van "de SS'ers" van Armando en Sleutelaar in de boekwinkel. Van een geheel andere (namelijk apologetische) orde, van de zijde van oud SS-ers, zijn de boeken over Nederlandse SS-eenheden welke bij de Belgische (gelegenheids?)uitgeverij Etnika verschenen zijn, niet verkrijgbaar bij de betere boekhandel.
Perry Pierik doet nu een poging om met behulp van onder andere tot nu toe gesloten gebleven bronnen uit Moskou en Praag de geschiedenis van het Nederlandse vrijwilligers-"legioen" te beschrijven. Zijn belangrijkste bronnen hierbij zijn de zogenaamde "oorlogsdagboeken" van het vrijwilligerslegioen, van de latere SS-brigade en SS-divisie.
Het probleem van dit boek is dat het een poging is om van alles te beschrijven, hierdoor is het niet makkelijk toegankelijk. Het logboek van de legereenheid is de rode draad van het boek, dit logboek wordt aangevuld met wat biografische noten, voorts worden de wederwaardigheden van de eenheid geplaatst in bredere militaire en politieke perspectieven, zoals de oorlogshandelingen aan het russische front en het verloop van de oorlog aan de andere fronten. Verder wordt ingegaan op de ontwikkeling van de Waffen SS en de vrijwilligerseenheden welke onder de noemer van de SS het licht zagen. De SS ideologie wordt gekenschetst aan de hand van de ideeën en levensloop van SS generaal Jürgen Stroop. Voorts doet de schrijver een poging om de politieke strijd binnen de SS zelf tussen de "gewone" SS en de Waffen SS te belichten.
Kortom, de schrijver vertilt zich aan zijn onderwerp. Als hij zich beperkt had tot een soort weergave van de krijgshandelingen, zonder het "legioen" in bredere context te plaatsen dan zou het wellicht (?) een beter hanteerbaar boekje opgeleverd hebben, maar voor een kleiner publiek. Door de keuze van Pierik om zoveel mogelijk te willen behandelen en verklaren, gaat het mis.
Als Pierik dan de bredere context wil schilderen waarom komt de strijd tussen de NSB en de SS om het al dan niet in Nederland opzetten van de Nederlandse SS er dan zo summier van af? Waarom geen uitgebreider overzicht van andere Nederlandse vrijwilligers eenheden binnen de Waffen SS? Waarom kunnen in het ene geval (opheffing deense legioen) de vrijwilligers kiezen of zij binnen de Waffen SS willen komen en waarom was er in het geval van het Nederlandse legioen geen keuze? Wat voor mensen die Nederlandse SS'ers nou precies waren, welke persoonlijke motieven hen bewoog om in dienst van de duitsers te treden, welke verschillen er bestonden tussen de vrijwilligers van begin 1942 en begin 1944, wat er na de oorlog met de overlevenden gebeurde, dat wordt niet duidelijk. (Een aantal van hen heeft als een soort rehabilitatie nog meegevochten in de oorlogen in Indonesië en Korea). Voor doorzetters.
WELINGELICHTE KRINGEN
Buro Jansen & Janssen, Uitgeverij Ravijn Amsterdam ISBN 90-72768-39-6. Prijs 19,50 gulden. Ook te bestellen door storting van fl. 19,50 + fl.5,- porto op giro 2424940 van Uitgeverij Ravijn, o.v.v. 'welingelichte kringen'.
Ter gelegenheid van de verschijning van het vorig jaarboek (dat als ondertitel had: een ander BVD jaarverslag) schreef Kleintje Muurkrant in nummer 266: "Het is overigens te hopen dat met deze publikatie een nieuwe en blijvende trend gezet zal worden. Het ontbreekt in dit land jammer genoeg aan onafhankelijk onderzoek, publikaties, debat en theorievorming over inlichtingen- en veiligheidsdiensten (IVD's)." Recentelijk is dan de opvolger van de pers gerold "Welingelichte Kringen", inlichtingen jaarboek 1995. Met de gewijzigde ondertitel wordt aangegeven dat de focus niet zozeer op de BVD, respektievelijk de regionale inlichtingen diensten van de politie gericht is, maar op het bredere terrein van overheids en particuliere inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Uit de inhoud: Uiteraard de inval bij Opstand, maar ook BVD-onderzoek naar de RaRa, de achtergronden en vertakkingen van de affaire Marcel Paul Knotter, de criminalisering van milieu activisten, de militaire inlichtingendienst en de grensveiligheidsdienst, samenspanning en manipulatie van extreem-links in West Europa.
De bijdragen in 'Welingelichte Kringen' zijn van verschillende diepgang en kwaliteit, dat kan ook haast niet anders bij de bandbreedte van dit onderwerp. Het boek is sterk empiries gericht (met veel - nieuwe - feiten), maar het karakter van aktie-onderzoek overweegt sterk en over het algemeen genomen is er weinig plaats voor historisch perspectief, voor debat of theorievorming. De samenstellers zijn er niet in geslaagd om het geheel tot een evenwichtiger compositie te brengen.
Zo doet Kees Stad in 'Friendly Fire', over de ontwikkelingen rond extreem rechts en mogelijke vervlechtingen met uiterst links in West Europa, een poging om een aantal nederlandse affaires (infiltranten, BVD-operaties en provocateurs) van de afgelopen twee decennia in dit kader te plaatsen. De invalshoek is interessant, maar de bewijsvoering is niet sterk. Het blijft steken in affaires, vermoedens en suggesties waarbij de uiterst rechtse nederlandse vertakkingen ontbreken. Uit engelstalige publikaties op dit gebied (zoals het over de Rode Brigade in Italië handelende 'the Puppet Masters' van P. Willan, of 'Right-wing Terrorists and the Extraparliamentary Left in Post World War 2 Europe' van J.M. Bates) wordt duidelijk dat onderzoek en theorievorming op dit gebied aanzienlijk complexer is dan Kees aangeeft.
Eveline Lubbers behandelt in 'Liefdewerk oud papier, wordt vervolgd' de zaak Marcel Paul Knotter. Zij richt zich met name op de vervlechtingen tussen privé detectives c.q. detectiveburo's en private inlichtingendiensten enerzijds en de bovenwereld van politie en veiligheidsdiensten anderzijds, alsmede op het ontbreken van controle/toezicht/wetgeving op dit gebied. De les is duidelijk: inlichtingen hebben marktwaarde, en de markt bepaalt prijs en spelregels. Wat dat betreft zou een vergelijking met de ontwikkelingen in de VS of het Verenigd Koninkrijk de gevaren van dit soort 'handel' en van het ontbreken van enige vorm van demokratrische controle hierop beter voor het voetlicht brengen. Je mag bij voorbeeld aannemen dat wat in het Verenigd Koninkrijk zeer gebruikelijk geworden is, screening van sollicitanten door privé-inlichtingendiensten, ook voor de Nederlandse 'werkgevers' interessant is.
Ondanks dit soort kanttekeningen, aanschaffen! En wanneer dit de financiële draagkracht te boven gaat, loop dan naar de Openbare Bibliotheek en schrijf dit boek in de aanschaflijst.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 286, 9 juni 1995