Skip to main content
  • Archivaris
  • 286

Levensbedreigende ethiek

Na de diskussie over Peter Singers euthanasiasme in aktieblad NN opent Mark Verver deze opnieuw in Kleintje Muurkrant. Wij voelen ons geroepen te reageren. Niet omdat het onze bedoeling is terecht te komen in een welles-nietes debat dat enkel gericht is op de persoon Singer. Wel om te kijken welke plek de ideeën van Singer, welke door veel mensen gedeeld worden, innemen in een bredere maatschappelijke kontekst. Met andere woorden, waar moet Singer geplaatst worden in de huidige ontwikkelingen aangaande praktijk, wetgeving en diskussies rondom 'euthanasie', het hebben van een handicap en prenatale selektie van ongeborenen?

Human bio-ethics
Peter Singer en zijn kollega Helga Kuhse zijn Australiese moraal-filosofen, werkzaam bij het "Center for human bio-ethics" in Melbourne. Ook zijn zij initiatiefnemers van de "International Association of Bio-ethics" (I.A.B.). De oprichting van deze associatie vond plaats in 1992 te Amsterdam op een kongres dat georganiseerd was door de Nederlandse Gezondheidsraaad, mede onder leiding van minister Borst-Eilers, destijds als vice-voorzitter van de raad. Zo'n 350 deelnemers uit 34 verschillende landen zijn vertegenwoordigd in de I.A.B. (o.a. ethici, artsen en juristen) en de doelstelling van deze lobbyclub is het voeren van een "vrij, open en rationeel debat in de bio-ethiek" . De I.A.B. verzorgt dus, onder leiding van Singer (hij werd op de oprichtingsbijeenkomst gekozen tot voorzitter), de inhoudelijke bijdragen over zaken als euthanasie, het doden van 'wilsonbekwamen', foetusonderzoek en erfelijkheidsvoorlichting voor de Gezondheidsraad en vergelijkbare organisaties in de 33 andere landen.
De Gezondheidsraad is een belangrijk adviesorgaan voor de Nederlandse overheid betreffende deze onderwerpen, waarvan de adviezen "als gezaghebbend beschouwd worden en hun invloed veel verder gaat dan die van een simpel advies aan de regering" . Hieruit valt de vergaande invloed van de ideeën van Peter Singer c.s. af te lezen.
Singer is dus niet in de eerste plaats een dierenbevrijder (zoals Mark Verver in Kleintje Muurkrant 284 en Bas in aktieblad NN 168 suggereren), waarbij hij zich 'ongelukkig' uitdrukt over gehandicapten en zwarte mensen om aan te tonen dat mens en dier gelijk zouden zijn. Het is niet zo dat zijn pro-'euthanasie' standpunt een klein zijspoortje is in zijn theorie over dierenbevrijding. Peter Singer is beroepsmatig werkzaam als ethicus op het gebied van "human bio-ethics". Hij ontwikkelt theorieën over het doden van gehandicapten. Hij heeft een nieuwe hiërarchische orde bedacht, waarin gehandicapte babies nog "geen personen" zijn en daarom geen rechten hebben en gedood mogen worden. Deze gehandicapten vallen buiten zijn definitie van wat een mens is. Deze ideeën van Singer worden gebruikt ter legitimatie van de huidige, en steeds verdergaande, 'euthanasie'praktijk. Voor het ondersteunen van de pro-'euthanasie'propaganda is Singer de ideale persoon, -vooral in Duitsland- aangezien hij een kind is van joodse ouders die gevlucht zijn voor de nazi's en vanwege zijn internationale faam als dierenvriend.

'Onleefbaar leven'
Ondanks Singers charisma zijn er gelukkig ook velen die protesteren tegen zijn nieuwe levensbedreigende ethiek. Het is echter verbazingwekkend dat de kritiek zich vooral richt tegen Singer, terwijl Nederland toch haar eigen ethici-à-la-Singer kent: o.a. Harry Kuitert en Heleen Dupuis.
Zowel Kuitert, als Dupuis en Singer pleiten voor 'euthanasie' op wilsonbekwamen. Hiermee wordt bedoeld dat ná de geboorte van een kind het gedood mag worden als het gehandicapt is. Het is uiteraard 'beter' (minder omstreden) om gehandicapten al tijdens de zwangerschap weg te halen, maar er glipt altijd nog wel 'iets' tussen de vingers van de medici door, bijvoorbeeld doordat zwangere vrouwen weigeren zich te laten screenen of doordat vroedvrouwen prenataal onderzoek (met het oog op selektie) niet struktureel willen toepassen: "Er glipt nog te veel door wat in feite onleefbaar leven is" (Kuitert, 3).
Onleefbaar leven, wat is dat eigenlijk?
Vaak denkt men dan aan de meest ernstige gevallen, bijvoorbeeld een meervoudige handicap zoals de kombinatie van een open ruggetje en een waterhoofd. Dit was bijvoorbeeld het geval in de rechtszaak tegen de arts Prins, afgelopen maand. Deze arts moest voorkomen omdat hij drie jaar geleden een pasgeboren meisje met genoemde handicap doodde, in overleg met de ouders en kollega's. Per jaar worden in Nederland tientallen pasgeborenen aktief gedood vanwege een handicap (op zo'n driehonderd babies wordt per jaar passieve 'euthanasie' gepleegd. De cijfers over abortus en opgewekte bevallingen vanwege een handicap zijn onbekend). Het is echter, ons inziens, niet toevallig dat juist dit proces tegen Prins, dat de trend van de jurisprudentie moet zetten, het gaat om een zeer zware handicap. In dit proces werd de arts door het Openbaar Ministerie beschuldigd van moord. Het doden van wilsonbekwamen valt juridies niet onder de term euthanasie, vandaar de aanklacht tot moord. Vervolgens werd hij vrijgesproken omdat de moord "zorgvuldig werd uitgevoerd" (deze argumentatie volgt men niet bij andere gevallen van moord met voorbedachte rade). Dit opent de deur naar verdere grensverlegging en minder kontrole op het doden van gehandicapte pasgeborenen.
Echter, met de "zaak Prins" hebben we nog geen antwoord op de vraag wat er met 'onleefbaar leven' bedoeld wordt. Dit wordt door de euthanasiasten als volgt omschreven:
"Wanneer het duidelijk is dat een kind nooit iets voor zichzelf kan doen, niet kan lopen, zichzelf niet kan voeden enzo, en wanneer de ouders en de artsen dan samen beslissen dat het misschien beter is dat dit kind niet leeft, dan kan ik die beslissing rechtvaardigen", aldus Peter Singer . Kuitert sluit zich aan bij de definiëring die de KNMG (de grootste artsenorganisatie in Nederland) hanteert, waarbij de nadruk ligt op het wel of niet in staat zijn tot kommunikatie. In 1988 verscheen een rapport waarin een kommissie van de KNMG
schrijft het doden van pasgeborenen toelaatbaar te achten als dezen een "onleefbaar leven" tegemoet gaat. Dat wordt enerzijds getoetst aan de ingeschatte overlevingskans, hoewel artsen zelf toegeven dat dit natte-vinger-werk is. Anderzijds wordt er gewerkt met een score-tabel waarop gegevens ingevuld worden over de mogelijkheid tot kommunikatie; de mate van lijden; de mogelijkheid onafhankelijk van het medies circuit te functioneren; de mogelijkheid zich te ontplooien (te kunnen horen, zien, lezen, schrijven en werken) en de te verwachten levensduur. De criteria betreffende de nodige mediese zorg en het wel of niet kunnen werken komen direkt voort uit de ekonomiese belangen van de machthebbers. We willen hiermee zeggen dat opgestelde kriteria nooit objectief zijn. Het probleem met de criteria zoals die door de KNMG zijn opgesteld is natuurlijk dat zij zeer ruim kunnen worden geïnterpreteerd en dat men aan de hand hiervan een einde kan maken aan het leven van alle zwakzinnigen, psychies zieken en ongeneeslijk zieken. Wanneer we nog iets verder kijken blijkt dat ook Singer niet alleen de echt zware gevallen bedoelt. Hij haalt in zijn boeken "Should the Baby live" en "Praktische Ethiek" aan dat hij ook het doden van pasgeborenen met het Syndroom van Down (de zgnde. Mongooltjes) of met de bloedziekte hemofilie te rechtvaardigen vindt. In de Nederlandse "euthanasie"praktijk - waarvan maar heel weinig in de openbaarheid komt- zijn al gevallen bekend van het doden van babies met het Syndroom van Down. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de glijdende
schaal, waar tegenstanders van legalisatie van euthanasie en het doden van wilsonbekwamen voortdurend op wijzen, al lang geen theorie meer is. Ook toont het de glijdende schaal van prenataal onderzoek: eerst worden foetussen met het syndroom van Down geaborteerd; de volgende stap is nu het doden van pasgeborenen met deze handicap geworden.

Voortkantelende driehoek
Eerder hebben we gezegd dat de ideologie van Singer een ethiek is die de bestaande praktijk en wetgeving legitimeert. We doelen hier op het mechanisme van de voortkantelende driehoek . De zogenaamde hoeken van de driehoek bestaan uit:
- het toepassen van konkrete maatregel (bijv. het doden van een pasgeborene met een handicap),
- de begeleidende ethiese 'discussie' (uit de discussie volgt het oordeel dat bovengenoemde moord moreel aanvaardbaar, ja zelfs wenselijk is),
- legaliserende juridiese procedure (de wetgeving wordt aangepast, de arts wordt bijv. vrijgesproken).
Deze drie aspecten zorgen ervoor dat de trend van het selecteren van 'waardevolle' en 'minder waardevolle', de 'nuttige' en 'onnuttige' mensen, voortkantelt in de richting die de machthebbers wensen. De 'open, vrije en rationele discussie' die de I.A.B. en de Gezondheidsraad zich ten doel stelden, vormt de tweede hoek van de driehoek. Het is niet de bedoeling dat er gediskussieerd wordt over het mensonterende van de bezuinigingen en de structurele financiële tekorten in o.a. de gehandicaptenzorg, met als gevolg Jolanda Venma taferelen . Het is niet hun bedoeling te praten over het afschaffen van de miljoeneninvesteringen in de ontwikkeling van erfelijkheids- en prenataalonderzoek. Of over hoe vrijwilligers betaald kunnen worden, die aan stervensbegeleiding doen. Of over het investeren in pijnbestrijding, iets waar men nog weinig onderzoek heeft gedaan. Het stellen van deze vragen en het ontwikkelen van bijbehorende politieke eisen die uitgaan van 'gelijke rechten voor allen' (waarbij gehandicapten en zieken niet buiten de definitie van wat een mens is, vallen) staan het voortdenderen van de driehoek alleen maar in de weg. Het pad van het 'open, vrije en rationele debat' wordt geëffend door mensen als Singer, Kuitert en Dupuis. Alleen in die zin zijn zij vooruitstrevend: ze zetten alvast de lijnen uit. Dit is dan ook precies de reden waarom tegenstanders van legalisatie van 'euthanasie' en van het ontwikkelen van prenataal onderzoek, weigeren deel te nemen aan hun discussies. Een milde en onbevooroordeelde houding tegenover de nieuwe ethiek van genoemde personen is volledig misplaatst. Wij slaan de uitnodiging om in de kantelende driehoek te stappen af en organiseren ons om de selectie van mensen te stoppen. Singer levert aan deze selectie van mensen in 'waardevol' en 'minder waardevol' een duidelijke bijdrage en daarom moeten zijn ideeën bestreden worden.

Noten
1. Jaarverslag Gezondheidsraad 1992, blz. 36
2. P.Schnabel, NRC 8-10-1992
3. Trouw, 21-4-1986
4. Citaat van Peter Singer, aangehaald in de documentaire "Der Pannwitzblick, Wie Gewalt gegen Behinderte entsteht", Udo Sierck en Didi Danquart. Onder dezelfde titel is een boek uitgegeven ISBN 3-922611-29-x
5 Zie ook uitspraak van de aangeklaagde en vrijgesproken arts Prins in Trouw 27-4-1995
6. Het mechanisme van de voortkantelende driehoek werd bekend door een analyse van de misdaden tijdens het duitse fascisme
7. Jolanda Venema werd in een inrichting voor gehandicapten naakt met kettingen aan de muur vastgebonden. Zo leefde zij jaren lang, totdat haar ouders eindelijk een einde aan de situatie konden maken door landelijke media-aandacht. Jolanda werd vastgeketend, zeiden de verzorgers, omdat er te weinig geld is om intensieve aandacht te besteden aan mensen als Jolanda.

Helix, werkgroep tegen bevolkingspolitiek


Postbus 903
8901 BS Leeuwarden

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 286, 9 juni 1995