Skip to main content
  • Archivaris
  • 311

Snap jij Schengen?

rapport over twaalf jaar Europees asielbeleid.

"Wij zullen ons moeten realiseren dat ons recht om mensen de toegang hier te ontzeggen in hoge mate afhankelijk is van de mate waarin wij erin slagen om de problemen elders in de wereld op te lossen, om diep ingrijpende tegenstellingen in de wereld tussen arm en rijk en tussen macht en onmacht te verkleinen", stelde D66-Kamerlid Wolffensperger eens. Dit soort uitspraken van politici en beleidsmakers valt vaker te beluisteren in en buiten de Tweede Kamer. Ook de regeringsnota's over het asielbeleid beginnen haast ritueel met een dergelijk statement. Om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag: het inperken van het recht op asiel en het asielzoekers zo moeilijk mogelijk maken om Europa op meer dan een straal van een paar honderd kilometer te naderen. Als er ergens een kloof gaapt tussen retoriek en realiteit dan is het hier wel. Dat lezen we in de afsluitende woorden van de brochure Afschrikken en afschuiven, waarin het onafhankelijke onderzoeksbureau Stichting Eurowatch de afgelopen twaalf jaar Europees asielbeleid uiteenzet. Wie las er inmiddels niet met regelmaat over Schengen? Wie van ons bekritiseerde het overheidsbeleid in het kader van Schengen niet, zonder nou eigenlijk precies te weten wat Schengen inhoudt en welke consequenties dat in de hele Europese eenwording heeft en nog hebben zal? Juist. Veel van ons. Stichting Eurowatch is er in geslaagd om het ingewikkelde Europese beleid hierin - en de heimelijke afspraken voor de toekomst - helder, zeer helder, uiteen te zetten.

De brochure behandelt de afspraken die in het Luxemburgse dorpje Schengen tussen de Benelux, Frankrijk en Duitsland werden gemaakt en maakt duidelijk dat dit akkoord enorme Europese gevolgen heeft gekend. Het Schengen-akkoord betreft een zogenaamd vrij vervoer van goederen en personen tussen de staten en regelt ondertussen ook de kwesties 'veiligheid' en 'illegale immigratie'. Het resultaat is dat een vluchteling asiel mag aanvragen in één Schengen-land, het eerste land van binnenkomst, hetwelk vervolgens toelaat of afwijst voor de complete Schengen-groep. Een latere stap in de Schengen-wetgeving was de invoering van de identificatieplicht. Vooruitlopend op deelname van Frankrijk begonnen Nederland, België en Duitsland al in april 1994 in de geest van Schengen te handelen. Terwijl de Fransen vrij verkeer van personen (en het wegvallen van grenscontroles) niet zagen zitten vanwege de vrachtwagens vol wiet uit Nederland richting het zonnige zuiden, voerden de anderen een informatieuitwisselingsprogramma door over asielzoekers en mogelijkheden tot uitzetting. Ook werd de zogenaamde 'vliegende brigade' in werking gesteld, waarbij Kosto (weet je wel, die van dat poesje), destijds staatssecretaris van justitie stellig de verdenking dat dit een huidskleurselectie zou betekenen wegwimpelde met: "In mijn fantasie zie ik een zeer afgeladen busje. Dan hoeft het nog niet eens om huidskleur te gaan. De selectie hangt samen met het busje".
Uiteindelijk hebben afspraken over gezamenlijke controles in de grensgebieden met Frankrijk de Fransen ook over de streep getrokken. Verbazend natuurlijk. Schengen wilde de grenscontrole opheffen en vervolgens worden allerlei vliegende brigades en drugszoekers op de grenzen gezet. Eurowatch: "Naar de letter van het verdrag kon dit; het verbiedt immers alleen controle óp de grens. Maar het was wel een draai van 180 graden...van afschaffing van grenscontroles en vrij verkeer van personen bleef in praktijk niets over. Het betekende een forse toename van de binnenlandse personencontrole, hoofdzakelijk gericht tegen vreemdelingen." In 1996 zonden de vliegende brigades 26.000 personen terug...

Eén keer kans voor gans Europa
De meest ingrijpende Schengen-beslissing is de afspraak dat een asielzoeker in het eerste Schengen-land van binnenkomst asiel moet aanvragen. De beslissing die in dit land wordt genomen geldt vervolgens ook als beslissing voor de overige. Tegelijkertijd vindt geen inhoudelijke gelijktrekking van beleid plaats. Daaruit is een gigantische 'beleidsconcurrentie' ontstaan. Hoe vaak heeft het Nederlandse kabinet inmiddels al het argument gebruikt dat het de strengere asielwetgeving in omringende landen wel moet volgen omdat er anders een zogenaamde 'aanzuigende' werking optreedt. Een neerwaarts concurrentiespiraal van op elkaar reagerende landen. Dat is een belangrijke verklaring voor de groeiende repressie in het vluchtelingenbeleid van de overheid.

Van de buren van de buren van de buren naar de buren
Ondertussen zijn de onderhandelingen in de Europese eenwording volledig in de geest van Schengen gevoerd, voornamelijk onder druk van Duitsland die zich zag opgescheept met de meeste vluchtelingen uit het uiteenvallende Oostblok en de oorlog in Joegoslavië. In Londen (1992) werd met een aantal belangrijke resoluties geregeld dat er met het zogenaamde 'kennelijk-ongegrond'- en zogenaamde 'veilige land'-principe gewerkt zou gaan worden. Daaruit volgden in Nederland de start van de aanmeldcentra en de 24-uursbeslissing. Aangevuld met de aanleg van de veilige landen-lijst binnen het Schengen-gebied en het Verdrag van Dublin, waarin het model van Schengen over alle landen van de Europese Unie heen gelegd werd. De brochure van Eurowatch geeft ons de praktijk van dit vereuropeest Schengen: een Iraakse asielzoeker die via 't Midden-Oosten in Nederland is aangekomen, kan teruggestuurd worden naar Duitsland (eerste land van opvang onder Schengen), door Duitsland naar Oostenrijk worden teruggestuurd (veilig land) en door Oostenrijk weer afgeschoven naar Hongarije (veilig land) en verder. Zo wordt iemand het Schengen- en EU-gebied uitgezet zonder dat er een inhoudelijke beoordeling van het asielverzoek plaatsvindt.So much voor Genève....!

Democratie klinkt leuk maar och...
Schengen is ondemocratisch, zoals ook de Europese eenwording ondemocratisch is. Nationale parlementen worden met grote regelmaat geconfronteerd met 'slikken-of-stikken' keuzes (en die sufferds blijven het slikken) en met verdragen die ze moeten ratificeren waarvan een deel (ook voor hen) geheim blijft. De uitvoering van Schengen middels een uitvoeringscomité waarop geen enkele democratische controle mogelijk is, blijkt als voorbeeld te worden gebruikt om de Europese organisatie in elkaar te steken. De democratie wordt in Europa met rappe schreden vernietigd. Politici in binnen en buitenland staan erbij en kijken ernaar. De PvdA: "Gesteld voor de keuze van eerst meer democratie of eerst meer beleid in Europa, kiezen we voor het laatste." Daar valt dan nog maar weinig op aan te vullen. Pijnlijk genoeg.

Is er nog hoop?
De brochure van Eurowatch sluit helder af, er kan geen misverstand over bestaan. Ruim twaalf jaar geleden leek het zo'n heldere beslissing: om een interne markt mogelijk te maken, moet er vrij verkeer van personen komen. In de daaropvolgende jaren werd wat een economisch verdrag had moeten worden ter bevordering van het vrije verkeer van personen en goederen, een instrument om de personencontrole juist op te voeren en een restrictief asiel- en immigratiebeleid door te voeren. De grenzen zijn niet verdwenen. Ze zijn verplaatst en alomtegenwoordig. De brochure beschrijft de ontwikkelingen verhelderend. Het is geen actiebrochure en het lezen maakt niet bijzonder hoopvol. Maar het lezen maakt wel kundig. En weten hoe het nou precies wel en precies niet in elkaar zit is het halve werk! Want het doolhof van regelingen en besluiten van de laatste decennia heeft het vreemdelingenbeleid en de internationale afspraken daarin dusdanig ondoorzichtig gemaakt dat het voeren van strijd ertegen welhaast onmogelijk leek. En juist die ondoorzichtigheid haalt Eurowatch haarscherp weg. Een brochure van een kleine 40 pagina's, zeer helder geschreven zonder hoogdravende of saaie praatjes, die het lezen werkelijk meer dan waard is voor iedereen die zich bezighoudt met of zorgen maakt over de toekomst van vluchtelingen.

Uitgave juni 1997. Te bestellen door overmaking van 15 gulden (incl. porto) op giro 7625767 tnv. Stichting Eurowatch te Leiden, onder melding van 'dossier ICG97'.

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 311, juli 1997